Varens, nog steeds groen maar eeuwenoud!
Varens zijn planten die we vandaag de dag nog heel vaak tegenkomen, maar ze bestaan al veel langer dan ons tijdperk. Deze groene, niet-bloeiende planten zagen we immers al miljoenen jaren geleden en dit nog voor de tijd van de dino's. Toen bedekten ze hele stukken land met reusachtige wouden en de soorten waren toen heel wat groter dan nu. Een plant kon tot 40 meter hoog en tot enkele meters breed aan de grond worden.
Primitief, maar uniek
Varens zijn misschien wel heel oude planten, maar ze waren uniek in hun soort. Het was immers de eerste plant met wortels en een echt vaatenstelsel. Op die manier slaagden de varens erin om water uit de grond te onttrekken en dit te gebruiken voor hun verdere ontwikkeling. Door de vertakkingen van de vaten was het ook mogelijk om het water tot in de topjes van de veren of bladeren te krijgen.
Bladeren of veren
Varens bestaan uit verschillende bladeren die we ook wel veren noemen. Ze zijn heel erg diep ingesneden en hebben dus een typische vorm. Varens ga je in het bos en in het heidegebied onmiddellijk herkennen. Voor de plant volgroeid is, zijn de veren opgerold in een bolletje. Geleidelijk ontrollen die veren zich tot ze mooi breed open plooien.
Energie en kleur
Steenkool werd jaren lang als brandstof gebruikt. Er waren dan ook tal van ontginningsplaatsen. Steenkoollagen werden echter gevormd door opgehoopte, gefossiliseerde varens. Daarnaast werd de plant ook gebruikt om kledingstukken te kleuren. Schotten gebruikten ze voor hun typische rokken, in onze streken werd de wortel gebruikt om wol te kleuren. Deze kreeg dan een grijze of zwarte tint. De jonge blaadjes gaven een groene kleur af.
Voortplanting
Aan de onderkant van de varens zie je kleine bruine stippen. Deze punten bestaan op hun beurt weer uit hele kleine bolletjes die tegen elkaar aanzitten. Dit kun je echter niet met het blote oog zien, je hebt hiervoor een vergrootglas nodig. Elk bolletje is een sporendoos. In dat doosje zitten er heel wat verschillende sporen. Die zijn echter niet te onderscheiden, zelfs niet met een hulpmiddel. Wanneer de sporendoosjes rijp zijn, barsten die open. Zo worden er miljoenen sporen per plant voortgebracht. De wind voert ze mee naar andere plaatsen waar ze tenslotte kunnen kiemen. Vele sporen slagen daar echter niet in. Ze moeten immers op een vochtig stukje aarde terecht komen, anders is het spoor ten dode opgeschreven.
Wanneer het spoor gaat kiemen, wordt er een voorkiem gevormd. Dit is een heel klein blaadje dat uiteindelijk een nieuwe varen zal vormen.
Soorten varens
Er zijn maar liefst meer dan 3500 soorten varens. Daarvan vinden we er meer dan 2500 terug in subtropische en tropische zones, waar sommige een hoogte van 20 meter halen. Deze soorten vind je niet in onze bossen. Hier zie je de kleinere soorten die zich lager bij de grond bevinden. Je vindt ze vooral op schaduwrijke plaatsen omdat ze profiteren van de vochtige omstandigheden.
Adelaarsvaren
Eén van de bekendste varens in het noordelijk halfrond is de adelaarsvaren. Deze soort zie je niet alleen in bossen, maar ook in heidegebieden. De bladeren van de varens vormen een dik verendek dat eerder ondoordringbaar lijkt. Daarom gaan ook kleinere dieren bij slecht weer beschutting onder deze plant zoeken. De adelaarsvaren kan tot 250 centimeter hoog groeien.
Als je de wortelstok van de adelaarsvaren dwars doorsnijdt, dan doet de vorm je - met wat verbeelding - denken aan een adelaar of arend met opengevouwen vleugels. Daar komt dus de naam vandaan.
Identiteitskaart adelaarsvaren
- Groep: Pteridophyta
- Klasse: Filicopsides
- Orde: Filicales
- Familie: Polypodiaceae
- Grootte: van 50 tot 250 cm
- Verspreidingsgebied: in bossen en heidevelden op heel het noordelijk halfrond
- Voortplanting: via sporen uit de sporendoosjes of sporangiën