Gezondheidsproblemen bij de hond: Alvleeskier

Alvleesklierontsteking
Een alvleesklierontsteking kan acuut optreden. Dit gebeurt vooral bij honden met overgewicht die vettig voedsel binnenkrijgen, ook bij andere honden die extreem veel vettig voedsel binnenkrijgen kan er een alvleesklierontsteking ontstaan. Honden die bepaalde medicijnen krijgen tegen bijvoorbeeld epilepsie, kunnen extra gevoelig zijn voor een alvleesklierontsteking.Symptomen
Een diagnose wordt gesteld op basis van een bloedonderzoek. Wanneer er sprake is van een alvleesklierontsteking zal dit bloedonderzoek hoge waardes van lipase en amylase laten zien. Ook enkele andere enzymen kunnen in verhoogde mate voorkomen, dit komt echter minder vaak voor. Soms is er een röntgenscan, echoscopie of biopsie van de alvleesklier nodig om aan te kunnen tonen waar de hond last van heeft.
Behandeling
De behandeling van een alvleesklierontsteking bestaat onder andere uit het toedienen van een zoutoplossing om uitdroging te voorkomen, ook zal er een antibraakmiddel toegediend worden. Vaak worden er ook antibiotica en ontstekingsremmers toegediend om de ontsteking te verhelpen. In uitzonderlijke gevallen mag de hond een aantal dagen geen eten hebben, dit is dan om het spijsverteringsstelsel uit te laten rusten en te laten stabiliseren.
Afloop
De afloop is per dier verschillend. Sommige honden blijven hun leven lang last houden van de ontsteking of krijgen de ontsteking steeds weer opnieuw. Een vetarm dieet vermindert de kans op nieuwe aanvallen. Bij een chronische alvleesklierontsteking moet er in de gaten gehouden worden of er zich geen andere complicaties zoals suikerziekte of exocriene-pancreasinsufficiëntie voor gaan doen.
Exocriene-pancreasinsufficiëntie
Een van de belangrijkste taken van de alvleesklier is het produceren van enzymen die het lichaam nodig heeft om vet te verteren. Deze enzymen verlaten de alvleesklier en gaan naar de twaalfvingerige darm, hier vermengen ze zich met voedseldeeltjes en zorgen ervoor dat het vet kan worden afgebroken. Zo kan het daarna worden opgenomen door de darmwand in de bloedbaan. Wanneer de alvleesklier te weinig enzymen aanmaakt voor de vertering is er sprake van een exocriene-pancreasinsufficiëntie. In dit geval kan de hond het vet niet absorberen en raakt hij het via zijn ontlasting kwijt. Het vet dat nog in de darm achterblijft verhindert een goede opname van water uit de voeding. Bij sommige honden rassen is een pancreasinsufficiëntie erfelijk, bij andere honden is het een gevolg van schade aan het orgaan door een alvleesklierontsteking. Een van de hondenrassen waarbij deze ziekte regelmatig voorkomt is de Duitse herder.Symptomen
Er kan een bloedtest gedaan worden op TLI-waarden, aan de hand van deze waarden kan worden aangetoond of de alvleesklier wel of geen verterende enzymen aanmaken. Ook andere bloedtesten kunnen helpen bij een diagnose.
Behandeling
Je hond zal een vetarm dieet met enzymen in poeder- of pillenvorm voorgeschreven krijgen. Deze zorgen ervoor dat het weinige vet dat in het voedsel zit gewoon kan worden verteerd en kan worden opgenomen. De diarree zal hierdoor stoppen en je hond zal aankomen in gewicht. Meestal moet de hond blijvend behandeld worden.