Puppyziekte Parvo: mijn hond heeft diarree, koorts en braakt
Een voor jonge hondjes of puppy's gevaarlijke infectie is de ziekte Parvo. Daarbij krijgt de hond koorts gecombineerd met braken en diarree. Indien het de eerste aanval overleeft, krijgt het neurologische problemen en kan het gedrag compleet veranderen. Heeft uw puppy Parvo dan kan het slechts helen met de tijd, aangezien er geen medicijn voor beschikbaar is. Wat zijn de ernstige complicaties van deze puppyziekte en waarom is tijdige vaccinatie noodzakelijk?
Parvo
Canine distemper virus
Het gaat hier om een virus dat primair bij huisdieren voorkomt behoudens katten. Het virus is gerelateerd aan het mazelenvirus en lijkt eveneens op de runderpest. Ondanks dat in vele regio’s hiertegen wordt gevaccineerd, is het nog steeds een belangrijke reden van puppysterfte. Oftewel het gaat niet om een gewoon virus en dus is inenten noodzakelijk. Indien de hond het virus doorstaat, heeft het uiteenlopende fysieke, motorische en
neurologische aandoeningen, welke met de tijd kunnen herstellen. Wat houdt een Parvo-infectie in en wat voor gevolgen heeft het voor de puppy?
Kenmerken Puppyziekte Parvo
Ondanks dat de ziekte voornamelijk puppy's treft, kan het ook de oudere hond betreffen. Het treft meer jonge honden aangezien deze nog onvoldoende zijn ingeënt en er minder immuun voor zijn. Oftewel deze groep honden is er extra gevoelig voor. Het valt lastig te herkennen, maar soms leidt het tot heftige reacties. Het uit zich in een verhoogde temperatuur met griepachtige verschijnselen. De hond moet
braken en eet minder, waardoor het gewicht snel afneemt. Bij heftige reacties kan het tot veel en systematische oog- en snuitafscheiding leiden. Daarnaast gaat het om overmatig blaffen (hoesten) soms veroorzaakt door longontsteking, diarree en afwezig teruggetrokken gedrag. Soms leidt het tot spastische of neurologische reacties, kan de hond een
epileptische aanval krijgen en overmatige kauwbewegingen maken. Welke symptomen en in welke gradatie het voordoet hangt per ras en hond af.
Lastige diagnose en overlijden
Een probleem van de ziekte is dat men bij de eerste symptomen niet als zodanig aan Parvo moet denken. Het lijkt eerder op een onschuldige hoest, enige temperatuurverhoging of veranderd gedrag. Omdat het niet direct wordt herkend, kan de ziekte snel tot ontwikkeling komen. De lichte symptomen veranderen daarbij snel in zware complicaties, welke potentieel dodelijk kunnen zijn. Het komt dan ook wel geregeld voor dat puppy's relatief snel komen te overlijden. Snelle diagnosticering is van belang om de kans hierop te verkleinen. Het virus heeft een incubatietijd van circa twee weken en dus zullen de eerste symptomen ook traag zichtbaar worden.
Neurologische problemen
In een vergevorderd stadium van de ziekte zal het binnen enkele weken neurologische problemen veroorzaken. Vaak heeft de hond ingrijpende problemen door het virus. Overleeft een puppy de eerste zware aanval, dan treden daarna gedragsproblemen op. Het gaat om epileptische aanvallen, tics, snel van gedrag veranderen (blaffen en agressiviteit terwijl er geen aanleiding voor is). Daarnaast kan het voorkomen dat de hond achter de eigen staart aan gaat rennen, oftewel rondjes draait. Indien de hond ook deze fase doorkomt kan het netvlies worden aangetast, waarnaast lokaal de huid van de poten of snuit verharden.
Hoe te behandelen?
Treft het virus een puppy dan kan het niet worden behandeld. De hond moet reeds preventief zijn ingeënt om ertegen opgewassen te zijn. De symptomen kunnen worden onderzocht, om vast te stellen of het om de Parvo infectie gaat. Daartoe kan oogslijmvlies worden afgenomen en kan een bloedonderzoek worden gedaan. Het doel is om via het oogslijm virusdeeltjes te onderscheiden. Daarnaast kunnen via een
bloedtest andere aandoeningen worden uitgesloten. Of de puppy het redt, hangt per geval af. De behandeling is erop gericht om de gevolgen van de ziekte te minimaliseren. De hond zal voor een groot deel op eigen kracht door de verschillende stadia heen moeten. Daarnaast kunnen neurologische kenmerken - zoals verminderd heftige aanvallen en frequentie daarvan - een aanwijzing zijn voor herstel. Hoe lang dit duurt hangt eveneens per hond af. Herstel kan dus maanden duren.
Vaccineren
De beste manier om de ziekte te vermijden, is door tijdig in te enten. Met het inenten dient reeds na zes weken na bevalling te worden gestart. Na drie en zes weken wordt de Parvo/Weil vaccinatie toegediend. Dit werkt tevens tegen
leptospirose oftewel de ziekte van Weil. Sommige honden hebben daarmee continue bescherming, terwijl andere rassen periodiek een inenting moeten krijgen. Tijdig vaccineren vermijdt dat uw hond Parvo krijgt. Laat u door de dierenarts verder informeren hoe uw puppy voldoende bescherming via vaccinatie kan krijgen.
Lees verder