Hoefbevangenheid paard
Hoefbevangenheid is een steeds groter wordend probleem in Nederland. Deze voedergerelateerde ziekte hangt vaak samen met overgewicht en insuline resistentie. Paarden die gevoelig zijn voor het verkrijgen van overgewicht zijn hierdoor risicopaarden. Voorbeelden hiervan zijn Haflingers, Shetlanders, Tinkers en Fjorden, maar ieder paard kan hoefbevangen raken. In dit artikel wordt uitgelegd wat hoefbevangenheid is, hoe men het kan behandelen en hoe hoefbevangenheid voorkomen kan worden.
Wat is hoefbevangenheid?
Algemeen
Hoefbevangenheid wordt in het Latijns Laminitis genoemd. Door het woord te ontleden kan men er al een beetje achter komen wat hoefbevangenheid is. Itis staat voor ontsteking, lami staat voor de lamellen. Hoefbevangenheid is dus een ontsteking in de lamellen van de hoef. De lamellen is de witte lijn. Door de ontsteking raakt het hoefbeen los van de hoefwand. Het hoefbeen kantelt wanneer men niet op tijd is. Hoefbevangenheid komt vaak voor in de voorhoeven, maar in enkele gevallen kunnen ook de achterhoeven bevangen raken.
Oorzaak
Zoals in de inleiding genoemd is, is hoefbevangenheid een voedergerelateerde aandoening. De belangrijkste oorzaak is het in overmate voeren van koolhydraten en suikers. Er zijn twee soorten koolhydraten; structuurhoudende en niet-structuurhoudende koolhydraten. De eerste is goed voor het paard; hier kan men niet te veel van voeren. Structuurhoudende koolhydraten zitten bijvoorbeeld in hooi, gras en stro. Niet-structuurhoudende koolhydraten zitten in granen zoals haver en spelt. Vroeger werd er altijd gedacht dat eiwitten de boosdoener waren, maar onderzoek heeft aangetoond dat fructaan gevaarlijker is. Fructaan is een niet-structuurhoudend koolhydraat dat in gras zit. Door middel van fotosynthese maakt de plant overdag fructaan aan. De plant gebruikt deze fructaan 's nachts voor groei en het overgebleven fructaan wordt opgeslagen in delen van de plant. Wanneer het 's nachts echter te koud is voor het gras om te groeien slaat de plant al het fructaan op in delen van de plant. Dit gebeurt dus vooral in het voorjaar; warme dagen en koude nachten.
Symptomen
Een hoefbevangen paard toont een aantal symptomen die goed te herkennen zijn. In de beginfase loopt het paard stijf of wil het helemaal niet lopen. Daarnaast zijn de hoeven vaak warm en de kroonrand is meestal wat dikker. Het paard heeft vooral moeite met het maken van bochten. Wanneer het paard in een verdere fase zit, leunt het paard op zijn achterhoeven om zijn voorhoeven te ontlasten.
Hoe behandel ik hoefbevangenheid?
Wanneer u ook maar denkt dat uw paard hoefbevangen is, moet u de dierenarts raadplegen. De dierenarts voert een aantal klinische testen uit. Zo moet het paard een stukje rechtuit lopen, een wending maken en wordt de hoef geïnspecteerd. Het paard krijgt vaak ontstekingsremmers van de dierenarts. Het paard moet van al het krachtvoer af en mag ook geen voedingrijk hooi of kuil meer. Het beste is dus om het paard hooi te voeren van een aantal jaar oud. Wanneer het paard geen last meer heeft van zijn hoeven kan men geleidelijk weer overgaan op het oude voer.
Hoefbevangenheid voorkomen
Naar de oorzaken kijkend, kan men maatregelen treffen om hoefbevangenheid in de toekomst te voorkomen. Zo kan men een muesli voeren met een laag suiker en zetmeel gehalte en een kwalitatief goed ruwvoer geven. Vooral in het weideseizoen moet men uitkijken. Een gevoelig paard kan het beste op een weiland gezet worden waar het fructaangehalte laag is. Men kan deze gehaltes opzoeken in de zogeheten fructaan-index. Als de nachten koud zijn en de dagen warm, is het verstandig om het paard niet op het gras te laten.