Toekan, spectaculaire vogel uit het regenwoud
Weinig vogels zijn zo karakteristiek en opzienbarend als de toekan. De gigantische, kleurrijke snavel is het eerst dat opvalt, en de logische vraag is hoe het dier hiermee overweg kan. Toekans voelen zich in het tropische regenwoud prima op hun plaats. Met de snavel verorbert hij vruchten, met zijn pootjes hupt hij van tak naar tak. Als een regenbui losbarst neemt hij een douche! De toekan is zowel een verpletterend mooie vogel als een grappig dier waar niemand de ogen vanaf kan houden.
Het uiterlijk van de toekan
Toekans danken hun naam aan het woord 'tucano' dat hen is gegeven door de Tupi indianen in Brazilië. Toekans zijn familie van de
spechtvogels, wat vooral aan de poten te zien is. Twee tenen voor, en twee tenen naar achter. Ze hebben een grootte van ongeveer 35 cm tot 65 cm, een korte dikke nek, korte vleugels en een lange staart. De rug is glanzend zwart en de borst is opvallend bontgekleurd. De snavel is de blikvanger, deze is groot en heeft een schitterende kleur. Echte vliegers zijn het niet, liever huppen ze wat en zitten op een tak. Als ze wel vliegen, slaan ze eerst met hun vleugels en glijden dan op de wind. Tussen mannetjes- en vrouwtjestoekans is weinig verschil. Er zijn overigens wel meer dan veertig soorten toekans. Voorbeelden zijn de reuzentoekan (toco toekan), de zwartsnaveltoekan, chocotoekan, zwavelborsttoekan, witwangbergtoekan en de roodsnaveltoekan.
De snavel van de toekan
Het opvallendst is de bijzonder grote snavel die er zwaar uitziet maar het niet is. Deze snavel is bij sommige soorten bijna net zo groot als de vogel zelf. De reuzentoekan heeft in absolute zin de grootste snavel (20 cm) en deze is fel oranje. De snavel van een toekan is sterk maar hol en bestaat uit hoorn, dat wordt gesteund door botweefsel. Sommige wetenschappers denken dat de snavel dienst doet als thermostaat: Verandert de omgevingstemperatuur dan past de snavel zich aan. Toekans eten hoofdzakelijk zaden, noten en kleine
vruchten zoals bessen en vruchten van de vijgenboom die ze met behulp van de zaagvormige rand van de snavel eerst plukken, dan met de smalle lange tong naar achteren werken - soms opgooien - en daarna doorslikken. Door hun grote snavel hebben ze daarbij geen last van stekels en doornen. Insecten, spinnen, kuikens en kleine reptielen zoals hagedisjes staan ook op hun menu, wegens het hoge proteïnegehalte vooral voor jonge toekans.
In de tropische regenwouden
In Nederland zie je de toekan alleen in de dierentuin, maar in het wild komt de toekan voor in de tropen en subtropen van Midden- en Zuid-Amerika, vooral in Mexico, Bolivia, Paraguay, Colombia, Peru, Guyana, Suriname en Argentinië en naburige eilanden van dit continent. Ze wonen er groepsgewijs (groepen van 3 tot 12 toekans) en uitsluitend in
regenwouden (bijv. Amazonegebied) waar ze hun kenmerkende roep van soms wel een kilometer afstand laten horen. Sommige soorten geven bij zonsopgang zelfs een concert! Hun slaapplaatsen zijn holtes in bomen - de hele groep in een boom - en soms 'verhuizen' ze als ze worden gestoord. De holtes zijn al bestaand, vaak doordat spechten deze hebben gemaakt, en de toekans vergroten ze zelf door verrot hout te verwijderen. Hun nest bekleden ze met verse blaadjes, die steeds worden vervangen als ze verwelken. Bij voorkeur zitten ze zo hoog mogelijk. Het bonte verenkleed biedt de toekans camouflage in het kleurrijke regenwoud.
Als je ouders toekans zijn
Binnen de leefgemeenschap van een toekan zijn er koppels die elk jaar weer een nieuw nest bouwen. In het nest legt het vrouwtje vervolgens twee tot vier witte eieren, die in de twee tot drie weken erna worden uitgebroed. Daarbij kennen ze overigens weinig geduld; vaak zitten ze niet langer dan een uurtje op de eieren om ze rustig voor lange tijd zelfs alleen achter te laten. De
baby-toekans worden blind en kaal geboren en lijken nog niet bepaald op de ouders. Na een week of drie openen ze hun ogen. Beide toekan-ouders doen actief mee aan de verzorging en beschermen hun kroost tegen indringers. Na twee tot drie maanden vliegen de jonge toekans uit en krijgt hun snavel meer en meer de karakteristieke vorm en kleur.
Gedrag toekans
Toekans zijn kalm, vriendelijk, verlegen, speels en intelligent. Een slapende toekan oogt als een ruimtebesparende bal met veren: Hij vouwt zijn kop tussen de vleugels en legt zijn staart over zijn kop heen. Toekans zijn qua persoonlijke verzorging niet anders dan andere vogels. Verenbaden in de zon en gepoets met de snavel. Met de pootjes ontdoen ze zichzelf van parasieten en met de snavel wrijven ze langs takken om deze schoon te houden. Ook verzorgen ze met de snavel elkaars verenkleed. De regenbuien in het woud gebruiken ze als
douche, ook badderen ze in regenpoelen die zijn ontstaan in holtes van bomen. Het zogenaamde 'snavelworstelen' en vruchten gooien en vangen vinden ze leuke bezigheden, en ook bij het vinden van een partner maakt de toekan gebruik van spelletjes. Wat betreft verdediging blijft een gevecht met de snavel juist achterwege, want eenvoudig wegvliegen kost minder energie en is veiliger.
Toekans zijn geliefd
Toekans worden nog altijd het meest door de mens bedreigd. Tropische bossen worden in toenemende mate vernield. Toekans worden gevangen voor voedsel, maar ze worden helaas ook wel als huisdier verkocht. Soms zien andere dieren in de toekan een
prooi, te weten katachtigen zoals de jaguar en grote roofvogels. De kuikens en de eieren zijn kwetsbaarder; veel andere dieren zien hierin een smakelijk hapje. Slangen en hagedissen liggen daarom nog wel eens op de loer. Toekans mogen niet worden verward met neushoornvogels want deze lijken dan wel op toekans, ze zijn er in het geheel niet aan verwant. In Midden- en Zuid-Amerika wordt de toekan geassocieerd met duivelse geesten en de incarnatie van een demon, maar de toekan wordt anderzijds door medicijnmannen gezien als een symbool om naar de spirituele wereld uit te vliegen. Elders in de wereld is de toekan vooral een commercieel symbool dat wordt gebruikt voor diverse logo's.
"Birds are a miracle because they prove to us there is a finer, simpler state of being which we may strive to attain." - (Doug Coupland)