Zwarthalszwaan, Cygnus melanocoryphus
De zwarthalszwaan, Cygnus melanocoryphus, is de kleinste zwanensoort uit het geslacht Cygnus. Zijn lichaam is wit, alleen zijn nek en kop zijn zwart. Boven de snavel zit een opvallende knobbel. Zwarhalszwanen zijn vanaf hun tweede geslachtsrijp. Ze blijven hun hele leven bij hun partner. Ze eten voornamelijk algen. Van naturen komen zwarthalszwanen voor het zuiden van Zuid-Amerika. Ze besteden het grootste deel van hun leven in het water, waar ze een stuk sierlijker bewegen dan op het land.
Taxonomische indeling
Rijk:
Animalia (Dieren)
Stam:
Chordata (Chordadieren)
Klasse:
Aves (Vogels)
Orde:
Anseriformes
Familie:
Anitidae
Geslacht:
Cygnus
Soort:
Cygnus melanocoryphus
Kenmerken
Zwarthalszwanen zijn gemakkelijk te herkennen aan hun witte lichaam met zwarte hals en kop. Boven de snavel zit een opvallend grote, rode knobbel. Hij heeft een witte oogstreep. De zwarthalszwaan is de kleinste zwaan uit het geslacht Cygnus. De enige kleinere zwaan is de coscorobazwaan. Het mannetje van de zwarthalszwaan wordt met zijn 140 centimeter iets groter dan het vrouwtje, dat 115 centimeter wordt. Verder is het vrouwtje iets slanker en heeft een minder felgekleurde knobbel. Vooral in het broedseizoen is dit goed te zien. De zwemvliezen van de zwarthalszwaan zijn vleeskleurig.
Voortplanting
Vanaf hun tweede jaar zijn zwarthalszwanen geslachtsrijp. Ze kiezen een partner voor het leven. Ze bouwen hun nest op de grond, hiervoor gebruiken ze stro, hooi, riet en takjes. Dit nest bouwen ze vaak ergens beschermt onder een struik of een afdakje of iets dergelijks. Het nest is groot en hoog. Het broedseizoen begint in de natuur in juli, en kan tot november duren. De zwanen zijn in het broedseizoen bijzonder agressief. Het legsel bestaat uit drie tot acht eieren, deze zijn crèmekleurig. Na ongeveer 35 dagen komen de eieren uit. In deze tijd blijft het vrouwtje vrijwel de hele tijd op haar nest zitten. De kuikens zijn wit gekleurd, witter dan de meeste andere zwanensoorten. Hun snavels, ogen en poten zijn zwartgrijs. Ze groeien traag, en worden weken lang door de ouders op de rug gedragen.
Voedsel
Wilde zwarthalszwanen eten voornamelijk algen. Verder eten zij insecten, kuit en gras.
Verspreiding
Zwarthalszwanen komen in het wild voor in het zuiden van Zuid-Amerika, vooral op Vuurland en de Falkandeilanden. Uit de zuidelijk levende populatie trekken de vogels in de winter iets naar het noorden.
Habitat
Zwarthalszwanen leven in meren en lagunes met veel algen en begroeide oevers. Ook op de grasvlakten in het Andes gebergte zijn ze te vinden.
Bijzonderheden
Om voedsel te verzamelen, en te vluchten voor roofdieren, kan de zwarthalszwaan drie tot vier meter onder water duiken. Op het land komen zwarthalszwanen maar met moeite vooruit. Daarom besteden ze ook het grootste deel van hun leven in het water.
Reactie
Jeannette Dekker, 20-04-2010
Er zit een zwarthalszwaan in de Da Costagracht in Amsterdam. Vrij uniek lijkt me, daarom meld ik het. Ik heb nog nooit een zwarthalszwaan gezien. Deze heeft een ring om zijn poot en hoort misschien in een stadspark. Maar niet in Amsterdam bij mijn weten.
Graag verneem ik uw reactie.
Reactie infoteur, 20-04-2010
Dat is inderdaad vrij uniek.
Het kan zijn dat hij afkomstig is uit het Amstelpark ( http://www.zuideramstel.amsterdam.nl/smartsite.shtml?id=72013 ), maar het kan ook om een ontsnapt exemplaar gaan.
Zwarthalszwanen worden regelmatig in hokken in tuinen gehouden, maar ze hebben wel veel ruimte nodig. De kans dat hij dus in Amsterdam door iemand gehouden werd is klein, maar hij kan wel van verder zijn gekomen.