Wilde zwaan, Cygnus cygnus
De wilde zwaan, Cygnus cygnus vroeger Cygnus musicus, is een grote zwaan. Hij is volledig witgekleurd met een geel met zwarte snavel. De jonge dieren zijn gedeeltelijk bruin. De wilde zwaan broedt tussen mei en juni. Ze eten vrijwel alleen waterplanten, maar in de winter vullen ze dit aan met ander plantaardig materiaal. De wilde zwaan heet ook wel zangzwaan of zingzwaan, naar het geluid wat hij maakt. Ook onder de namen hoopzwaan en hoelzwaan heeft hij een tijd bekend gestaan.
Taxonomische indeling
Een wilde zwaan /
Bron: Andrew Lee, Wikimedia Commons (Publiek domein)
- Rijk: Animalia (Dieren)
- Stam: Chordata (Chordadieren)
- Klasse: Aves (Vogels)
- Orde: Anseriformes (Eendvogels)
- Familie: Anatidae (Eenden, ganzen en zwanen)
- Geslacht: Cygnus
- Soort: Cygnus cygnus
Namen
De wilde zwaan heet officieel Cygnus cygnus, maar wordt ook wel Cygnus musicus genoemd. In het Nederlands heet hij Wilde zwaan, maar staat hij ook bekent als zangzwaan, zingzwaan, hoopzwaan en hoelzwaan.
Bron: Katman1972, Rgbstock
Kenmerken
De wilde zwaan is iets groter als de knobbelzwaan. Hij heeft een gemiddelde spanwijdte van 230 centimeter en een lengte van 160 centimeter. De twee soorten zijn van elkaar te onderscheiden doordat de wilde zwaan een gele snavel heeft, en hij zijn hals vaak rechtop houd in plaats van buigt. Van de wilde zwaan is het verenkleed geheel wit, net als van de knobbelzwaan. De gele snavel heeft een zwarte top. De poten zijn zwart.
Jonge wilde zwanen hebben grijsbruine bovendelen en een grijsbruine kop en nek. Van onderen zijn ze wit en ze hebben grijsbruine flanken. De snavel is vleeskleurig met een donkere punt.
Voortplanting
De wilde zwaan broedt tussen mei en juni. Ze maken hun nest op eilandjes in moerassen of meren Wilde zwanen leggen één legsel van drie tot vijf eieren per jaar. De eieren zijn wit of geelwit, naarmate het broedseizoen vordert worden ze bruiner. Vaak glanzen de eieren een beetje.
Voedsel
Wilde zwanen eten vrijwel alleen maar waterplanten. In de winter eten ze ook knollen, ontkiemend graan en andere plantaardige materialen.
Verspreiding
Wilde broeden in de subarctische gebieden van Eurazië. Ze zwanen overwinteren in Noord Europa en Oost Azië. In dat overwinteringgebied valt ook Nederland, hier zijn ze wintergasten en doortrekkers.
Habitat
De wilde zwaan komt voor in moerassen, agrarische gebieden, graslanden en in de omgeving van meren en plassen.
Bedreigd?
De wilde zwaan is geen bedreigde diersoort. Wel wordt hij in Nederland beschermd. Dit gebeurt volgens Europese richtlijnen, de zogenaamde vogelrichtlijn.