Kokmeeuw, Chroicocephalus ridibundus
De kokmeeuw, Chroicocephalus ridibundus, is soms lastig te herkennen. Hij lijkt sterk op bepaalde andere meeuwensoorten. Toch heeft hij een aantal kenmerken waaraan je hem altijd kunt herkennen. Het is een veel voorkomende vogel, die in grote kolonies in grote delen van Nederland – en Europa – voorkomt. Hij heeft een zeer gevarieerd dieet. Hierdoor kan hij ook in verschillende biotopen voorkomen. Hierdoor komt het ook dat hij zoveel voorkomt. Hij wordt dan ook niet met uitsterven bedreigt.
Taxonomische indeling
- Rijk: Animalia (Dieren)
- Stam: Chordata (Chordadieren)
- Klasse: Aves (Vogels)
- Orde: Charadriiformes (steltloperachtigen)
- Familie: Laridae (meeuwen)
- Geslacht: Chroicocephalus
- Soort: Chroicocephalus ridibundus
Kenmerken
De kokmeeuw is soms lastig te herkennen, hij lijkt redelijk sterk op bijvoorbeeld de zwartkopmeeuw en de dwergmeeuw. In de winter zijn ze nog eens sterk te verwarren met de stormmeeuw. De kokmeeuw wordt 35 tot 39 centimeter lang van kop tot staart. Zijn verenkleed is wit, met een grijze rug en grijze vleugels. Hij is te herkennen aan zijn witte vleugelboeg in de vlucht. De onderzijde van de handpennen zijn donkergrijs. De poten en snavel zijn slank. In de zomer is de kop van de kokmeeuw bruinzwart gekleurd. In de winter is hij wit met donkerbruine vlekjes achter het oog.
Voortplanting
Kokmeeuwen zijn echte koloniebroeders. Vaak broeden ze gemengd met andere soorten in duinen en bij moerassen en plassen. Ze broeden van half april tot eind mei. De hele kolonie legt de eieren op vrijwel hetzelfde moment, vaak binnen drie dagen. Zij zijn de jongen beter beschermd door hun grote aantallen. Meestal legt een kokmeeuw drie eieren, soms vier. De eieren zijn groen, blauw of zandkleurig gekleurd. De hebben vaak donkerbruine vlekken en strepen. De eieren komen na 23 tot 26 dagen uit. Binnen 2-3 dagen verlaten de jongen voor het eerst hun nest. Na 5 tot 6 weken vliegen ze. Het duurt nog eens drie jaar voordat de jongen broedrijp zijn.
Voedsel
De kokmeeuw eet gevarieerd. Hij eet voornamelijk dierlijk materiaal, maar soms ook planten. Verder geniet hij mee van menselijk afval. Vaak is hij ‘dansend’ te zien, als hij met zijn poten op de grond stamt op regenwormen of andere bodemdieren te vangen.
Verspreiding
De kokmeeuw komt in heel Europa voor. Het is een zeer algemene broedvogel. Zijn aantallen nemen nog toe. Kokmeeuwen uit noordelijke gebieden overwinteren vaak in het Waddengebied en elders in Nederland. De meeste kokmeeuwen die in Nederlands broeden trekken ’s winters naar de Mediterrane regio.
Habitat
De kokmeeuw komt voor in het binnenland en langs de kusten. Hij vroed bij voorkeur in de omgeving van rustig en ondiep water. Verder stelt hij niet veel eisen aan zijn leefgebied.
Bedreigd?
De kokmeeuw is een veel voorkomende vogel, die dus ook niet met uitsterven bedreigd wordt.