De huismus: levenswijze en bijzonderheden

De huismus is in (en rondom) Nederland één van de bekendste vogelsoorten. De vogel is zeer eenvoudig te onderscheiden van de overige vogelsoorten die zich in Nederland bevinden. Deze vogel is namelijk kleiner dan veel vogelsoorten en heeft bruine veren. De huismus heeft de voorkeur voor landelijke gebieden. Hij is vanwege verstedelijking van het landschap meerdere malen bijna uitgestorven geweest. De mannetjes en vrouwtjes zijn aan een aantal kenmerken van elkaar te onderscheiden. Hoe kan ik het verschil tussen een mannelijke en vrouwelijke mus herkennen? Hoe lang duurt het voordat ze hun eieren hebben uitgebroed?

De huismus

• Zangvogel
• Leefomgeving
• Uiterlijke eigenschappen
• Dieet
• Het nageslacht

Zangvogel

De huismus behoort tot de zangvogels. De wetenschappelijke benaming voor deze vogel is 'Passer Domesticus'. Deze vogels beginnen pas na 1 tot 2 uur na zonsopkomst te 'zingen'. Veel andere vogels beginnen al tijdens zonsopgang te fluiten.

Leefomgeving

De huismus komt in heel Europa voor. Hiernaast komen zij onder andere in Australië, Zuid-Afrika en Amerika voor. Mussen die in steden leven blijven vaak binnen twee kilometer van de plek leven waar zij geboren zijn. In landelijk gebied verblijven zij maximaal vijf kilometer vanaf hun oorspronkelijke geboorteplek. In enkele gevallen kunnen zij de daken van huizen gebruiken om te broeden. Hiernaast zijn de dieren rondom akkers te vinden waar veel graan te vinden is.

Stedelijk gebied

Deze vogelsoort behoort sinds 2014 tot de bedreigde diersoorten in Nederland. Dit heeft te maken met de groei van stedelijk gebied. Er is steeds minder groen in ons land te vinden en tuinen worden steeds vaker betegeld. Hiernaast is de industrie in Nederland steeds groter geworden terwijl bossen en landelijke gebieden steeds meer zijn verdwenen.

Stricte eisen

Zijn habitat moet aan veel verschillende eisen voldoen voordat mussen zich hier kunnen vestigen. Vooral als de mussen willen nestelen kijken zij of hun omgeving geschikt is. Zij onderzoeken of er onder andere voldoende voedsel en drinken aanwezig is. Hiernaast zoeken zij naar beschutting zodat de dieren zich tegen roofdieren kunnen beschermen. Hierbij kun je denken aan onder andere begroeiing zoals gras, struiken en riet. De vogels nestelen zich in kleine bomen. Al deze elementen dienen binnen een paar honderd meter aanwezig te zijn. Wanneer deze elementen niet aanwezig zijn verlaten de mussen deze omgeving.

Uiterlijke eigenschappen

De huismus is zeer klein. Hij kan namelijk maximaal slechts 16 centimeter lang worden. Hierbij weegt hij slechts 35 gram. De huismus is herkenbaar aan zijn bruine veren. Hij heeft vergeleken met de rest van zijn lichaam een grote kop en snavel. Hij heeft meestal een donkere vlek rondom zijn ogen. De mannetjes zien er anders uit dan de vrouwtjes.

Uiterlijk mannelijke huismus
De mannetjes hebben een opvallende witte streep over hun vleugels. Hiernaast hebben zij een grote zwarte vlek op hun borst. Dit wordt ook wel de 'bef' genoemd. Hij heeft meestal zwarte veren onder zijn snavel en rondom zijn ogen.
Uiterlijk vrouwelijke huismus
De vrouwelijke huismus heeft minder opvallende kleuren. De vrouwtjes hebben namelijk slechts bruintinten in hun veren. Zij hebben donker-bruine strepen op hun vleugels en staart.

Dieet

Mussen eten onder andere bessen, zaden, granen en bloemknoppen. Hiernaast eten de dieren kleine insecten die zich in coniferen, berken en wilgenbomen verschuilen. Mussen kunnen met brood, pinda's en vetbollen gevoederd worden. Vogels hebben vooral in de winter vet nodig om zichzelf van voldoende warmte en energie te kunnen voorzien. Zij slikken kleine steentjes om hardnekkig voedsel zoals zaden beter te kunnen verteren.

Het nageslacht

Mussen zijn nesttrouw; zij brengen hun nageslacht groot in het nest waar zij zelf zijn geboren. De nesten bevinden zich onder andere in bomen, onder dakpannen en gaten/kieren van huizen. Het nest bestaat meestal uit takken, stro en veren. Het broedseizoen is van eind maart tot in augustus. De huismus legt twee tot drie keer per broedseizoen eieren. Per keer leggen zij in totaal zo'n 4 tot 6 eieren. De huismus heeft slechts 12 tot 14 dagen nodig om haar eieren uit te broeden. De jonkies worden maximaal twee weken door hun ouders gevoerd. Na ongeveer twee weken kunnen zij vliegen en verlaten zij hun nest. De jonkies voeden zich met wormen, muggen, spinnen, rupsen en vliegen. De nakomelingen hebben nog niet het vermogen om zaden te kunnen verteren en hebben hoofdzakelijk eiwitten (bouwstoffen) nodig voor hun groei en ontwikkeling.