De Indische loopeend

De Indische loopeend of 'flesseneend' ('Anas platyrhynchos domesticus') is een eendenras dat van de wilde eend afstamt en gedomesticeerd is in Indonesië. De loopeend vertoont geen spoor van waggelen zoals bij andere eendensoorten. Hij loopt echt. Dat maakt hem uniek onder de eenden. Het is een sterk, gehard dier dat weinig eisen stelt aan zijn omgeving. Een klein vijvertje met wat beschutting in de vorm van een schuur of nachthok is voldoende. Levend in een kudde van een mannetje met vier of vijf vrouwtjes is hij de hele dag aan het grazen en op zoek naar insecten. Een troep loopeenden zal elkaar altijd volgen en is zowel qua insectenbestrijding als voorplanting zeer productief. De dieren zullen je tuin vrijwel slakkenvrij houden!

Geschiedenis

De loopeend is een zeer oud ras en komt voor op in steen gehouwen afbeeldingen in tempels van meer dan 2000 jaar oud.
Oorspronkelijk komt hij uit Indonesië waar hij op Java, Lombok en Bali gehoed werd in afgedroogde rijstvelden. Hier deed hij ze zich tegoed aan de overgebleven korrels en insecten en zorgde en passant voor de bemesting. Verder was hij daar met zijn hoge leg van gemiddeld 175 eieren op jaarbasis een belangrijke bron van voedsel. Rond 1850 is hij door zeelieden van de V.O.C. meegenomen naar Europa.

Uiterlijke verschijning

Zijn bijna kaarsrechte houding met uitgestrekte lange hals en zijn romp in de vorm van een fles heeft ongetwijfeld voor de bijnaam 'flesseneend' gezorgd. Hun tred is niet lomp en waggelend zoals bij de meeste eenden. Integendeel, ze lopen echt en op hun elegante eigen manier. Het gewicht van de woerd varieert tussen de 1,75 en 2,25 kg. Dat van de eend tussen de 1,5 en 2,0 kg. De loopeend komt voor in diverse kleurslagen zoals:

• Wildkleur
• Forel (licht en wildkleur)
• Zwart
• Wit
• Blauw (effen)
• Bruin
• Blauwforel (lichtblauw en wildkleur)
• Geelblauwforel (geel met lichtblauw en wildkleur)
• Bruin spreeuwkop (donkerbruin met wildkleur of reekleur)

Bij opgroeiende eenden zijn de woerden naast hun forsere, zwaardere bouw, makkelijk te herkennen aan een krul in hun staart. Verder maken ze een schor, zacht geluid en zijn het alleen de vrouwtjes die luid kwaken.

Karakter en gedrag

Een groep eenden zal de hele dag in de tuin op zoek zijn naar onder andere slakken, kevers en wormen. Ze zullen het gazon afgrazen en met hun bek wroeten onder stenen, aarde en modder. Als je goed oplet zul je ze zelfs kunnen betrappen op het vangen van vliegen! De loopeenden kunnen, indien met de hand grootgebracht, zeer tam worden en zullen je niet zelden op de voet volgen om contact te zoeken. Raszuivere loopeenden kunnen niet vliegen. Als ze opgejaagd worden komen ze doorgaans niet hoger dan een meter. Het is daarom zaak de tuin goed af te sluiten door middel van een afrastering van minimaal 75 cm hoog. Aangezien de dieren bij elkaar blijven en zich makkelijk laten aansturen door mens of hond zijn ze uitstekend te hoeden met bijvoorbeeld bordercollies.

Verzorging en broed

Aangezien de eenden op een afgesloten terrein leven is aan te raden is de dieren maximaal twee maal per dag bij te voeren. Bij voorkeur in de ochtend en avond. Een klein handje kippenvoer of watervogelkorrel per vogel per ronde is genoeg. Het is belangrijk deze hoeveelheid in acht te nemen aangezien het echte veelvraten zijn. Als ze te veel gevoerd worden zullen ze onherroepelijk lui worden, gaan bedelen en minder hun best doen hun eigen kostje bij elkaar te scharrelen. Vers water dient natuurlijk altijd klaar te staan.

Een woerd leeft van nature met vier of vijf eenden. In principe heeft hij met zijn vrouwtjes aan 75 vierkante meter begroeid terrein genoeg. De woerd zal geen ander mannetje op zijn gebied dulden, ook niet als dat familie is. In die zin is hij zeer territoriaal. De eenden vragen naast beschutting tegen extreem weer (bijvoorbeeld een schuurtje of een hok met droog stro) en een zwemvijvertje niet veel. Dit water dient regelmatig ververst te worden aangezien de eenden er regelmatig hun behoefte in zullen doen. Je kunt ze echt een groot plezier doen door wat kroos uit nabijgelegen sloten in de vijver te gooien. Als de eenden broeds zijn worden geen nesten gemaakt maar leggen ze hun eieren in een ondiep gat met veren. De broedtijd is 28 dagen. Voor de pullen (kleine eendjes) is net zoals bij kuikens speciaal opfokvoer in de handel voor watervogels. Tot slot varieert de levensverwachting van de loopeend zoals bij alle eendensoorten van 5 tot wel 10 jaar.

Dus heb je de ruimte, een vijvertje zonder goudvissen en ben je niet al te zuinig op je gazon, dan is de aanschaf van een troep loopeenden zeker de moeite waard. De investering is nihil, ze brengen veel leven in de brouwerij, bestrijden ongewenste insecten en zijn een lust voor het oog.