De chocoladegoerami
De Latijnse naam voor de chocoladegoerami is Sphaerichthys osphromenoides en hij behoort tot de familie van de labyrintvissen (Anabantiidae). Doordat deze vis behoorlijk gevoelig is voor ziektes, is het geen beginnersvis.
Chocoladegoerami
- Herkomst: Sumatra, Malakka, Maleisië
- Lengte: 5 centimeter
- Geslachtsherkenning: man heeft meer kleur en een puntigere rugvin
Huisvesting
De chocoladegoerami heeft niet veel ruimte nodig, een aquarium vanaf 80 centimeter (112 liter) volstaat al. Hij wordt het liefst in een vrij donker aquarium gehouden, met ook een donkere ondergrond en dichte beplanting, waaronder ook drijfgroen. In de natuur leeft deze vis in stilstaand water, dus stroming in het aquarium is niet nodig. De chocoladegoerami komt nog wel eens aan de oppervlakte om zuurstof op te nemen, dus is een dekruit noodzakelijk. Dit om de warmte vast te houden. Deze vis houdt zich voornamelijk op tussen de planten en net onder het wateroppervlak.
Sociaal
De chocoladegoerami is een schuwe vis. Hij moet dan ook echt niet gehouden worden met andere drukke, agressieve vissen, anders zal hij zich verstoppen en zullen we hem bijna niet meer zien. Beter is het om het dier te houden met rustige, vreedzame kleine visjes, die geen bedreiging vormen. Ze kunnen overigens goed in een groepje gehouden worden, waaruit zich weer paartjes zullen vormen.
Watersamenstelling
Het water moet een temperatuur hebben van 27-29 graden Celsius. De pH waarde ligt tussen 6 en 7 en het water mag niet harder zijn dan 15. Dit dier is zeer gevoelig voor slechte waterkwaliteit. Van te verontreinigd of te hard water wordt hij zeker ziek. Om deze reden is het ook geen geschikte vis voor een beginnend aquariaan.
Kweken
Er zijn meerdere theorieën over het kweken van deze vissen. De één zegt dat ze schuimnesten bouwen, de ander zegt dat ze levend geboren worden, weer andere verhalen vertellen over het afzetten van eieren op de bodem, of het zou een mulbroeder kunnen zijn. In het laatste geval zou het vrouwtje de ongeveer 80 gelegde eitjes in haar bek nemen en die daar gedurende twee tot drie weken houden. In die tijd eet ze ook niet, dus zorg er in ieder geval voor dat ze in topconditie is. In deze periode zou het vrouwtje beschermd worden door het mannetje. Als de eieren zijn uitgekomen en de jongen zwemmen vrij rond, kunnen ze met artemia verder grootgebracht worden.