De Chinese danio
De Latijnse naam van de chinese danio is Tanichthys albonubes en hij behoort tot de familie van de karperachtigen (Cyprinidae). Omdat dit een zeer sterk, taai visje is, is het een ideale beginnersvis.
Chinese danio
- Herkomst: Zuidoost China (Hongkong)
- Lengte: 2,5 - 3,5 centimeter
- Leeftijd: 9 jaar
- Geslachtsherkenning: de man heeft meer kleur en is slanker
Huisvesting
De chinese danio heeft al genoeg aan een klein aquarium, vanaf 60 centimeter (54-63 liter). Hij heeft behoefte aan dichte randbeplanting en veel vrije zwemruimte, omdat het een heel actief dier is. Deze vis is een goed alternatief als het water te hard is voor de neon- en kardinaaltetra's, die zachter water nodig hebben. Een zandbodem wordt op prijs gesteld door deze vis, omdat hij dan in de bodem naar voedsel kan wroeten. Hij bevindt zich voornamelijk in de middelste waterlaag.
Sociaal
Dit visje is een zeer vreedzaam dier, die andere vissen volledig met rust laat. Het is een scholenvis, die in een groep van minimaal zeven exemplaren gehouden moet worden. Dit is echt het minimum, liever nog meer. Als de school te klein is, kunnen ze zich onveilig gaan voelen ,waardoor ze last van stress krijgen. De medebewoners van de chinese danio moeten vredelievende dieren zijn.
Watersamenstelling
De chinese danio is een zeer sterk visje, ideaal voor beginners. Hij stelt geen speciale eisen aan het water, al moet het wel helder en schoon zijn. Een pH waarde tussen 6 en 8 en een hardheid < 30 is ideaal, maar hij kan vrijwel overal overleven. De temperatuur moet niet te hoog zijn, hij kan in onverwarmde aquaria leven. Een temperatuur tussen 16 en 23 graden Celsius is prima. Dit moet zeker niet hoger zijn, wanneer dit toch lange tijd zo is, zal de vis ziek worden.
Voedsel
Deze vis is een alleseter. Hij eet probleemloos droogvoer en zal daar ook prima op overleven. Een traktatie van watervlooien of tubifex wordt wel erg gewaardeerd.
JKweken
Het kweken met de chinese danio is niet moeilijk. Een paartje moet overgebracht worden naar een kweekbak en de temperatuur moet daar rond de 20-22 graden Celsius zijn. Het vrouwtje zal dan haar eieren tussen de planten leggen. De ouders moeten na het afzetten van de eieren uitgevangen worden, anders zullen ze de eieren opeten. Na 36 tot 72 uur komen de eitjes uit. De jongen worden eerst met infuusvoer gevoerd, na twaalf tot veertien dagen kunnen ze verder met artemia grootgebracht worden.
Overigens zou dit visje in de vrije natuur uitgestorven, danwel sterk bedreigd zijn.