De Colisa fasciata

De Colisa fasciata is een mooie vis, hij behoort tot de labyrintvissen (Anabantidae). Vaak wordt deze vis verward met de Colisa labiosa, waar hij ook wel mee kruist.

• Herkomst: India, Burma, Bangladesh
• Lengte: 12 centimeter
• Geslachtsherkenning: mannetjes hebben langere vinnen en duidelijk meer kleur

Huisvesting

De Colisa fasciata heeft een aquarium nodig van minimaal 100 centimeter (160-200 liter). Hij voelt zich het meest thuis in zo laag mogelijk water. Dertig centimeter is goed, maar lager is nog beter. Bij een donkere bodembedekking komt zijn kleur het beste uit. Hij houdt zeker niet van stroming.

Sociaal

Deze vis gedraagt zich vreedzaam ten opzichte van andere vissen, maar mannetjes onderling kunnen nog wel eens agressief zijn. Het is dan ook het beste deze dieren in een paartje of meerdere vrouwtjes met één mannetje te houden. Tijdens de paartijd worden ze territoriaal, maar verder is een het een heel rustige vis, die niet van drukte om zich heen houdt. Hou hier dan ook rekening mee met de aanschaf van andere vissen. Plaats deze vis ook niet samen met agressievere soorten, die zullen de voelsprieten afknabbelen.

Watersamenstelling

Het water hoeft voor deze vis niet heel zuurstofrijk te zijn. Het is een labyrintvis, dus beschikt hij over een orgaan achterin zijn kop, waarmee hij direct zuurstof uit de atmosfeer kan halen. Hij voelt zich optimaal bij een temperatuur van 24-27 graden, met een pH waarde tussen 6 en 7 en een waterhardheid tussen 4 en 16.

Voedsel

De Colisa fasciata eet eigenlijk alles wel. Hij eet droog voer, levend voer en plantaardig voedsel (het is belangrijk dat hij dit wel krijgt).

Kweken

Plaats een paartje samen in een kweekbak met heel laag water en voldoende drijfgroen. Als de temperatuur langzaam wordt opgevoerd naar 29 graden, zal het vrouwtje ongeveer 600 eieren gaan leggen. Het mannetje neem ze vervolgens in zijn bek en brengt ze zorgzaam naar het schuimnest. Omdat hij daarna het vrouwtje niet meer in de buurt van het nest duldt, moet ze uitgevangen worden. Als men dit niet doet, bestaat het gevaar dat ze doodgejaagd wordt. Na 24 uur zullen de eieren uitkomen. Wanneer de jonge visjes gaan vrij zwemmen, moet de man uit de bak verwijderd worden, omdat hij ze anders op zal eten. De jongen moeten de eerste week gevoerd worden met infuusvoer, daarna kan men overstappen op artemia en heel fijn droogvoer.