Maanvis, de schoonheid van het aquarium
De Latijnse naam van de maanvis is Pterophyllum scalare en behoort tot de cichliden (Cichlidae). Het een hele sierlijke vis, die zeer populair is.
- Herkomst: Amazonegebied
- Geslachtsherkenning: onderscheid is heel moeilijk te zien, zelf bij volwassen vissen
- Lengte: 25 centimeter
- Leeftijd: 15 jaar
- Temperatuur: 24-27 graden
Huisvesting
De maanvis hoort in een aquarium thuis van minimaal 100 cm (200 liter). In principe heeft hij niet zoveel ruimte nodig, maar door zijn hoogte kom je toch op een groter aquarium uit, wat minimaal 50 centimeter hoog moet zijn. Als beplanting kun je het beste vallisneria gebruiken, omdat ze hier graag in schuilen. Ze houden niet van stroming.
Sociaal
De maanvis is over het algemeen een vredelievende vis, die als paartje gehouden kan worden. Omdat het geslacht bijna niet te herkennen is, is het echter handiger een groepje te houden, zodat zich dan vanzelf koppels zullen gaan vormen. Dit zullen ze doen op een leeftijd van ongeveer 1,5 jaar. Als zich eenmaal een paartje heeft gevormd, is het raadzaam de rest te scheiden, tenzij het aquarium groot genoeg is. De vissen zullen nl. territoriumdrift vertonen. Ze passen goed in een gezelschapsaquarium, maar niet bij te kleine visjes (zoals bijv. de neontetra), omdat ze die op zullen eten. Ook sumatranen zijn geen goed idee, omdat zij nogal eens aan de vinnen van de maanvis willen knabbelen.
Watersamenstelling
De maanvis stelt geen bijzondere eisen aan het water, maar een pH waarde tussen 5 en 7,5 en een waterhardheid minder dan 15 is ideaal.
Kweken
Als maanvissen eenmaal één of meerdere paartjes hebben gevormd, moet kweken niet zo moeilijk zijn. De temperatuur moet worden verhoogd tot 28 graden, waarop het vrouwtje honderden eieren zal leggen op schoongepoetste bladeren (of stenen). Als de eieren uitkomen, zullen de ouderdieren voor hun jongen zorgen en ook beschermen tegen andere vissen. Ze kunnen worden grootgebracht met artemia. Er komen veel soorten voor, in allerlei kleuren. Die kleuren kunnen overigens verdwijnen als ze stress ervaren.