De gele dwergcichlide
De Latijnse naam voor de gele dwergcichlide is Apistogramma agassizi en deze vis behoort tot de cichliden (Cichlidae), het is tevens een muilbroeder.
- Herkomst: Zuid-Amerika
- Geslachtsherkenning: de mannetjes hebben meer kleur en zijn groter dan het vrouwtje, dat geelachtig van kleur is
- Lengte: 8 centimeter
- Leeftijd: 3,5 jaar
- Temperatuur: 23-25 graden
Huisvesting
De gele dwergcichlide heeft een aquarium van minimaal 60 centimeter (54-63 liter) nodig, met planten en stenen als schuilmogelijkheden. Om de kleur zoveel mogelijk tot zijn recht te laten komen, kan men het beste een donkere bodembedekking gebruiken.
Sociaal
Mannetjes onderling gaat niet zo goed. Het zijn territoriumdieren, het beste is om een paartje te houden.
Watersamenstelling
Deze vis kan niet tegen slechte waterwaardes, een pH van 6 en een waterhardheid lager dan 15 is nodig. Verder zijn ze bevattelijk voor ziektes en kunnen ze slecht tegen medicijnen. Omdat ze ook slecht tegen vervuiling van het water kunnen, is regelmatig verversen noodzakelijk. Denk daarbij aan wekelijks een deel vervangen.
Voedsel
Deze vissen doen het goed op cichlidensticks. Daarnaast eten ze graag levend voer als muggenlarven. In hun oorspronkelijke leefomgeving is het water zeer helder en voedselarm. Ze zullen dus bijna geen voedsel vinden, wat de reden is dat ze in gevangenschap ook niet teveel voer moeten krijgen. Veel vissen van deze soort sterven omdat ze overvoerd worden.
Kweken
Een paartje zal vrij makkelijk tot kweken te brengen zijn. Het vrouwtje legt ongeveer 150 eieren in een hol, dat voornamelijk bewaakt wordt door de aanstaande moeder. Als de eieren uitkomen, worden ze naar de bodem van het hol gebracht. Hier blijven de jongen totdat ze hun dooierzak leeg hebben. Daarna zullen ze het hol verlaten en moeten ze bijgevoerd worden met artemia.