Het spookachtige zeepaardje (Hippocampus)

Inhoud
- Taxonomische indeling van zeepaardjes (Hippocampus)
- Kenmerken van het zeepaardje
- Stekels en knobbels
- Ogen, vinnen en staart
- Camouflage
- Leefomgeving
- Voedsel
- Voortplanting van het zeepaardje (Hippocampus)
- Verspreiding
- Soorten zeepaardjes
- Wetenswaardigheden
Taxonomische indeling van zeepaardjes (Hippocampus)
Zeepaardjes behoren tot de stam van de Chordata (chordadieren), de klasse van de Actinopterygii (straalvinnigen), de onderklasse van de Neopterygii (nieuwvinnigen), de infraklasse van de Teleostei (beenvissen), de superorde van de Acanthopterygii (stekelvinnigen), de orde van de Syngnathiformes (zeenaaldachtigen), de familie van de Syngnathidae (zeenaalden en zeepaardjes) en het geslacht Hippocampus, waarvan 53 soorten zijn beschreven. Zeepaardjes zijn zeer sierlijke, gracieuze wezens – men zou daardoor bijna vergeten dat het vissen zijn. De kop van het zeepaardje doet denken aan het hoofd van een paard. Rechtop zwemmend lijken ze te zweven door het water, waardoor ze tevens een enigszins surrealistisch, spookachtig voorkomen hebben. De ontwikkeling van de zeepaardjes beslaat een periode van 40 miljoen jaar.
De naam zeepaardje hebben deze vissen te danken aan het Oudgriekse woord Hippos, dat 'paard' betekent. En kampos wil zeggen 'zeemonster'. Het betreft bovendien een rechtstreekse verwijzing naar het Griekse mythologische wezen Hippocampus (Hippokampos), de tegenhanger van het paard. De mythische Hippocampus heeft het hoofd en de onderbenen van een paard en het lijf en de staart van een vis.
Kenmerken van het zeepaardje
Zeepaardjes zijn slank met afgeplatte zijkanten. De kop doet met enige verbeeldingskracht denken aan een paardenhoofd. De afmetingen van zeepaardjes variëren van amper 3 tot wel 25 centimeter, afhankelijk van de soort. Het dwergzeepaardje (Hippocampus zesterae) in de Golf van Mexico is ongeveer drie centimeter, zo klein als een vingerkootje. Het Maleisische zeepaardje in de Indische Oceaan is daarentegen de grootste en kan wel 25 centimeter lang worden.Stekels en knobbels
Zeepaardjes hebben geen schubben, zoals veel andere vissen, maar een lijfje dat bedekt is met stekels en knobbels. In combinatie met het graterige skelet is het zeepaardje geen appetijtelijke prooi voor andere zeedieren. Om die reden heeft het weinig natuurlijke vijanden. Eigenlijk wil alleen de zeekrab hem best graag verorberen.Ogen, vinnen en staart
Kenmerkend zijn bovendien de ogen die onafhankelijk van elkaar bewegen. Ogen die zeer beweeglijk zijn en waarmee het zeepaardje zijn prooi intens starend en roerloos kan beloeren. De staart is krulvormig en oprolbaar, een grijporgaan waarmee de zeepaardjes zich aan planten en koralen vastgrijpen. De rugvin beweegt ongeveer 40 maal per seconde. Dankzij deze stuwvin, in combinatie met zijn voorkomen, zweeft het zeepaardje galant – volgens velen als een 'spookje' – door het water. De hoge borstvinnen, vlak achter de kieuwen, fungeren als stuurvinnen.Camouflage
Zeepaardjes zijn er in allerlei kleuren. De meeste soorten zijn echter groen tot bruin. Bovendien kunnen ze tijdelijk de kleur aannemen van de plantenwereld, de zeebodem en andere waterdecors, zoals een rotsachtig milieu. Dankzij hun kameleontische voorkomen vallen ze nauwelijks op. Op die wijze zijn ze hun natuurlijke vijanden in veel gevallen te slim af.
Leefomgeving
De meeste soorten zeepaardjes zijn te vinden op de met zeewier bedekte bodem van zeeën en oceanen. Er zijn echter ook soorten die zich liever ophouden tussen koralen en in mangroven. Voldoende stroming is belangrijk voor de aanvoer van plankton, kleine visjes en larven. Met hun staart grijpen zeepaardjes zich vast aan bodemplanten, koralen, zeewier en grassen om te voorkomen dat ze meegevoerd worden door de stroming. Zeepaardjes kunnen niet goed zwemmen.Voedsel
Het tandeloze zeepaardje voedt zich met plankton (hoofdvoedsel), kleine visjes, vislarven en kreeftjes. Als de prooi maar klein genoeg is. Wanneer die binnen bereik is, hapt het zeepaardje toe met zijn minuscule mondopening of hij zuigt de prooi op. De zeekrab is een van de weinige natuurlijke vijanden van het graterige en stekelige zeepaardje.Voortplanting van het zeepaardje (Hippocampus)
Het mannetje broedt het kroost uit in een broedbuidel en zorgt voor de kleintjes. Kom daar maar eens om in de vissenwereld. Ook zijn zeepaardjes monogaam, althans de meeste soorten. De ‘balts’ of hofmakerij bestaat uit kameleontische kleurveranderingen, klikkende geluiden en ze knikken enthousiast met hun kop zodra ze elkaar zien. Door het omgekeerde rollenpatroon proberen – in tegenstelling tot de meeste vissoorten – de vrouwtjes in de gunst te komen van de mannetjes. De paring vindt plaats bij volle maan en het hele jaar door, afhankelijk van het klimaat. In de koelere wateren paren ze in het voorjaar en in de zomer.Jonge zeepaardjes
Het vrouwtje perst de eitjes in de aan de buikzijde gelegen broedbuidel van het mannetje, waar de eitjes ook bevrucht worden. Na de bevruchting ontwikkelen de eieren zich in de buidel. De pakweg vijftig tot wel enkele honderden jonge zeepaardjes verlaten tussen 14 en 28 dagen de buidel zodra ze kunnen zwemmen. Deze periode hangt sterk af van de watertemperatuur.
Verspreiding
Het merendeel van de soorten zeepaardjes komt in de tropen en subtropen voor. Langs de hele westkust van Indonesië en Australië, maar ook langs de Atlantische kust van Europa, Afrika en Noord-Amerika (en de Noord-Amerikaanse westkust van de Stille Oceaan). In de Noordzee zijn twee soorten te vinden: het kortsnuitzeepaardje (Hippocampus hippocampus) en het langsnuitzeepaardje (Hippocampus ramulosus).