Dwergvinvis - noordelijke en zuidelijke dwergvinvissen
Dwergvinvissen zijn walvissen die ook in de Noordzee voorkomen. Het zijn de kleinste baleinwalvissen. Net als hun grote neven en nichten van de blauwe vinvis hebben ze een slank, gestroomlijnd lijf met een smalle, driehoekige kop, al zijn de dwergvinvissen iets meer gedrongen dan de blauwe vinvis. Het leuke van dwergvinvissen is hun nieuwsgierigheid. Ze zwemmen graag een stukje met de boot mee en willen nog wel eens acrobatische toeren laten zien. Het is daarom een fijne walvis voor de reders die walvissafari’s organiseren. Dwergvinvissen spoelen regelmatig dood aan op de Nederlandse kust.
Bron: NOAA, Wikimedia Commons (Publiek domein) De kleinste baleinwalvis
Dwergvinvissen
De dwergvinvissen zijn in te delen in twee groepen die sterk aan elkaar verwant zijn: de gewone of Noordelijke dwergvinvis en Zuidelijke of Antarctische dwergvinvis. De dwergvinvis die in de Noordzee zwemt is de gewone dwergvinvis. Het zijn vriendelijke dieren die soms een eindje met een boot mee zwemmen en af en toe de kop boven water uitsteken om poolshoogte te nemen. Hij kan ook capriolen maken en uit het water springen. Ze zwemmen meestal alleen en soms in kleine groepjes van twee tot vier dieren.
Vinvis met baleinen
Het is de kleinste vinvis, die net als de blauwe vinvis een slank, gestroomlijnd lichaam heeft. De kop is klein en smal, met een driehoekige vorm en de buikvinnen zijn puntig en peddelvormig. De schedel van de zuidelijke dwergvinvis is iets groter dan die van gewone dwergvinvissen. De dwergvinvis is te herkennen aan een enkele richel langs de snuit voor de spuitgaten, waarvan hij er twee heeft, zoals alle vinvissen.
Rugvin, keelgroeven en baleinen
De vinvis heet vinvis vanwege de sikkelvormige rugvin, die bij de dwergvinvis relatief lang is. Hij staat op de rug op ongeveer tweederde vanaf de voorkant gezien. Aan de keel heeft de dwergvinvis 50 tot 70 keelgroeven en in de bek hangen tussen de 460 tot 720 baleinen, die variëren in lengte. De langste is 30 cm en de diameter is ongeveer 3 millimeter. De staartvin eindigt in twee lange punten.
Kleur van de dwergvinvis
De dwergvinvis is donkergrijs van keur, met lichter grijs tot een witte keel en buik. De flippers hebben meestal een in het oog springende witte band. Dit geldt alleen voor de gewone dwergvinvis. Bij de Antarctische ondersoort ontbreekt die witte band.
Lengte en gewicht
Mannetjesdwergvinvissen kunnen tot 9,80 m. lang worden en vrouwtjes zelfs nog iets langer: tot 10,70 m. Een pasgeboren dwergvinvisje meet 2,40 tot 2,80 meter. Een volwassenen dier kan 8.000 - 13.500 kg. wegen en een pasgeboren dier weegt 350 tot 450 kg. Bij de volwassen dieren is de laag blubber enkele centimeters dik.
Moeder en kalf
Vrouwtjesdwergvinvissen zijn met 7 jaar volwassen en met 18 jaar uitgegroeid. Mannetjes zijn met 6 jaar volwassen en met 20 jaar uitgegroeid. Een vrouwtjesdwergvinvis draagt haar vrucht tien tot elf maanden en brengt doorgaans één jong ter wereld die in juni of december geboren wordt. De pasgeborene weet instinctief dat hij naar de oppervlakte moet zwemmen. Dat doet hij binnen tien seconden na de geboorte en dan haalt hij voor de eerste keer adem. De moeder helpt hem daarbij. Binnen een half uur weet de kleine dwergvinvis hoe hij moet zwemmen. De baby krijgt moedermelk en de zoogtijd is vier tot vijf maanden. Moeder en kalf zijn een jaar lang onafscheidelijk. Een dwergvinvis kan 60 jaar oud worden.
In alle oceanen
Dwergvinvissen kun je in alle oceanen aantreffen. Zelfs in riviermondingen, baaien, fjorden en lagunes. De gewone dwergvinvissen houden van koudere wateren en je kunt ze ook in de buurt van de kust zien. Dwergvinvissen eten voornamelijk krill al versmaden de gewone dwergvinvissen ook een inktvisje, kabeljauwtje, harinkje, ansjovisje en sardientje niet. Hun menu lijkt op dat van de blauwe vinvis.
Krill
Ze zwemmen achter hun voedsel aan. Waar krill is daar willen de dwergvinvissen naartoe. Het zijn dan ook sterk migrerende zeezoogdieren, zowel de gewone dwergvinvissen als de Antarctische. De winter willen ze graag in de warmere wateren van de tropen doorbrengen.
Alleen of in groepen
Dwergvinvissen leven veelal alleen maar kunnen ook het gezelschap van enkele andere dieren zoeken. De groepen waar ze dan in leven zijn klein, tot vier dieren. Grotere groepen, soms wel van een paar honderd dieren, zie je alleen op plaatsen waar heel veel krill in het water hangt.
Klikken en grommen
Dwergvinvissen maken geluiden om met elkaar te communiceren. Ze klikken, grommen en maken pulsgeluiden.
Vijand en bedreiging
Eigenlijk heeft de dwergvinvis alleen de mens te vrezen. Heel soms wil een troep orka’s zich nog wel eens op een dwergvinvis storten. De soort is hevig bejaagd, tot 1986, toen in het IWC-verdrag de commerciële jacht een halt werd toegeroepen. Die jacht heeft plaatsgemaakt door jacht met wetenschappelijk oogmerk. Japan en Noorwegen waren er als de kippen bij om dan maar vergunning aan te vragen voor ‘wetenschappelijke’ jacht. Er is nog altijd dwergvinvisvlees op de markt te koop. Japan, Korea en Noorwegen claimen dat dit van bijvangsten komt of van walvissen die in netten verstrikt zijn geraakt. De soort wordt bedreigd door aanvaringen met schepen, vervuiling (zowel chemisch als via geluidsoverlast) en verslechteringen van de leefomgeving door ontwikkeling van de kust.
Beschermde soort
De dwergvinvis is sinds 1986 een beschermde diersoort en staat bij de International Union for the Conservation of Nature (IUCN) geclassificeerd als soort die niet afhankelijk is van een beschermd gebied maar die wel het risico loopt een kwetsbare soort te worden. De kwalificatie die daarvoor gebruikt wordt is "Lower Risk". Men schat dat er wereldwijd ongeveer nog 800.000 tot een miljoen dwergvinvissen zijn maar het exacte aantal is onbekend. Het is de meest voorkomende soort baleinwalvis. De laag blubber groeit met het voedselseizoen, maar er is geconstateerd dat de gemiddelde dikte in de periode tussen 1987 en 2005 steeds kleiner is geworden. Dit zou erop kunnen wijzen dat de hoeveelheid voedsel in de noordelijke wateren kleiner wordt.
Duiken en spuiten
Dwergvinvissen maken meestal duiken van 10 tot 20 minuten, maar ze kunnen wel 20 tot 25 minuten onder water blijven. Voor hun duik buigen ze de rug zodat de rugvin goed te zien is. De staartvin komt niet uit het water. Hun spuit, de uitademingswolk, kan een hoogte bereiken van twee tot drie meter. Ze beginnen met uitademen nog voor ze het wateroppervlak hebben bereikt en daarom is hun spuit niet zo hoog. Ze zwemmen normaal 4,8 tot 25 km/uur en kunnen bij gevaar aanzetten tot wel 34 km/uur. Als ze eten zwemmen ze lekker langzaam.
Strandingen in deze eeuw
Op de website walvisstrandingen.nl worden de strandingen van zeezoogdieren bijgehouden.
Datum | Geslacht | Vindplaats |
12-12-2015 | vrouw | Razende Bol |
7-11-2015 | vrouw | Rotterdam |
12-6-2014 | onbekend | Terschelling |
3-4-2011 | man | Breskens |
4-9-2010 | onbekend | Rottumerplaat |
19-5-2010 | onbekend | Engelsmanplaat |
22-8-2009 | man | Ritthem |
6-5-2008 | onbekend | Terschelling |
20-8-2005 | vrouw | Katwijk |
7-1-2005 | onbekend | Ameland |
15-4-2001 | man | Noordwijk |
30-7-2000 | onbekend | Vlieland |
December 2015
Op 12 december 2015 spoelt er een negen meter lange dode dwergvinvis aan op Razende Bol bij Texel. Het dier, een vrouwtje, is al een tijdje dood. De doodsoorzaak is niet bekend. De Universiteit van Utrecht gaat daar onderzoek naar doen. Het karkas is op 14 december overgebracht naar Harlingen. Daar werd hij uitgebeend door medewerkers van Museum naturalis in Leiden, Universiteit van Untrecht en IMARES van de Wageningen UR. Een niet te harden stank van een ontbindend groot dier steeg op van het terrein van Borsch Duik Service. In het kadaver troffen de snijders een nog niet voldragen babydwergvinvis aan. De walvisbaby mat 2 meter. De wetenschappers vermoeden dat er complicaties tijdens de draagtijd zijn ontstaan waardoor de moederdwergvinvis is verzwakt. Er wordt nog verder onderzoek gedaan naar de oorzaak van het bezwijken van dit dier.
Lees verder