De mier, een ijverig en intelligent diertje
Mieren zijn ware succesdieren, er leven goed 10 biljard mieren op aarde. Dat betekent dat ieder 100e dier een mier is. Er zijn 20.000 soorten mieren, waarvan er ongeveer 200 in Europa voorkomen. Een oorzaak van het enorme succes van de mier is, dat ze enorm goed georganiseerd leven. In een mierenvolk leven tussen 200 en 200 miljoen dieren, en alleen in de kolonie zijn ze in staat te overleven.
Eén voor allen, allen voor één
Mieren zijn er in drie, goed te onderscheiden vormen. Dit zijn de geslachtsactieve wijfjes (koningin), de werksters en de mannetjes. Net als bijen en wespen behoren de mieren ook tot de vliesvleugeligen, maar slechts de geslachtsactieve wijfjes en de mannetjes dragen vleugels. De werksters blijven hun hele leven vleugelloos. De geslachtsactieve wijfjes zijn het grootst en dragen vleugels tot de voortplanting plaatsvindt. Als dat gebeurd is door het mannetje (in de lucht), werpt het wijfje haar vleugels af en begint als koningin een nieuwe kolonie of neemt een al bestaande over. Het mannetje sterft na de daad. Het kleinst zijn de werksters, waarvan het geslacht onderontwikkeld is.
De drie soorten zijn niet alleen uiterlijk van elkaar te onderscheiden: ook hun taak in de kolonie is voor ieder anders. De mannetjes zorgen voor de bevruchting van de koninginnen (in één nest kunnen meerdere koninginnen leven). De koninginnen zorgen voor het nageslacht en de werksters zorgen voor al het overige: ze gaan op zoek naar voedsel, bouwen het nest, zorgen voor het gebroed en de koningin dmv voedsel en ze verdedigen het nest. Iedere mier heeft zijn eigen taak, die onderling wel geruild kan worden. Hoe de dieren er uit zien, hangt af van hetgeen ze moeten doen. Zo hebben de nestverdedigers (soldaten) bijzonder krachtige bovenkaken.
Tussen de volkeren van dezelfde of verschillende soorten vallen vaak veel doden, er vinden ware slachtingen plaats. Het kan gebeuren, dat de overwinnaars de verliezers tot slaaf maken. Op die manier ontstaat een soort onderkolonie, die zorgt voor het overleven van de overwinnaars. De leden van een kolonie hebben altijd hetzelfde doel, de organisatie van de mieren is dan ook zeer stabiel.
De koningin
Ondanks hun hoge aanstelling heeft ze misschien wel het zwaarste werk: de koningin legt van de lente tot de herfst ononderbroken eieren. Een enorme opgave dus. Zo legt bijv. de koningin van de rode bosmier in haar 20-jarige leven ongeveer een miljoen eieren. Het record ligt echter bij de drijfmier Dorylus nigricans, waarvan de koningin in één jaar al 50 miljoen eieren produceert. De werksters zorgen er voor, dat ze dit kan volbrengen, omdat ze haar voedsel brengen en voor het gebroed zorgen.
Normaal gesproken begint een koningin na de bevruchting een nieuwe kolonie, maar in sommige gevallen neemt ze een ander volk over, om daar de eieren te leggen. Dit wordt sociaal parasitisme genoemd. De koningin wordt door een vreemd volk opgenomen en geniet dezelfde status als de eerste koningin. Het voordeel is dat het volk nu sneller en veiliger groter kan worden. De term koningin is een beetje misleidend, want ze regeert het volk niet echt. De mieren worden eigenlijk meer geleid door hun bijzondere samenwerking, hun collectieve intelligentie.
Meesterwerken
Mieren nestelen in gaten in de grond, onder stenen, in hout of holle plantenstengels. Ze maken die nesten van aarde, karton of bladeren. Het nest bestaat meestal uit meerdere vertakte gangen en kamers, waar de vooraden bewaard en het gebroed verzorgd worden. Veel miersoorten houden van warmte, net als hun eieren en larven. Daarom is de temperatuur in de bouwsels altijd gelijk. Als het te warm wordt, zorgen de mieren door het bouwen van nieuwe uitgangen voor koelte. Is het te koud, brengen de dieren warmte van buiten naar binnen. Ze warmen hun donkere lichaam aan de zon en geven die warmte weer in het nest af.
Iedere soort heeft zijn eigen manier van bouwen. De gele weidemier (Lasius flavus) bouwt een soort koepel van aarde, die tussen de grazers ligt. De houtmier (Lasius fuliginosus) maakt ook interessante bouwwerken. In holle bomen maken ze van houtvezels en een suikerachtige lijm een 'doos'.
Een geniaal meesterwerk is ook de constructie van bladeren van de weefmier. De werksters vormen een ketting en trekken bladeren van een boom samen. Andere werksters brengen de larven naar de bladkanten. De larven produceren uit spinklieren een draad, waarmee ze door de werksters aan de bladeren worden vastgemaakt.
Zorg voor nageslacht
De Cataulacus muticus mier, die in de regenachtige tropen leeft, heeft een bijzonder manier van nestverzorging. Ze hebben daar het probleem dat hun nest steeds weer vol water loopt, maar de slimme diertjes hebben een truc ontwikkeld waarmee ze zichzelf kunnen beschermen. Bij overstroming van het nest hebben de kleine insecten een slim plan uitgedokterd: Ze sluiten met hun relatief brede kop van binnenuit de in/uitgang van het nest. Dan verwijderen ze het al binnengedrongen water, door het eenvoudigweg op te drinken en tot slot raken ze het op een heel natuurlijke manier weer kwijt: buiten het nest plassen ze alles weer uit.
© 2011 - 2024 Nadasha, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Vrouwen baas bij de hommelsBij het rijk van de hommels is de koningin het machtigste dier. Zij overleeft als enige de winter en zorgt ook op haar e…
Mier (insecten)Mieren (Formicidae) zijn insecten die behoren tot de vliesvleugeligen. Het zijn diertjes die niet groter worden dan 4 to…
Spinnen, vriend of vijand?Iedere dag en overal komen we ze tegen. Sommige mensen zijn er doodsbang voor, anderen zijn blij dat ze er zijn omdat ze…