Mieren... van koningin tot slaaf
Iedereen heeft in de zomer wel eens last van een mierennest in zijn gazon of tussen de spleten van zijn terras. Dan zijn we nogal snel geneigd om de insectenverdelger boven te halen. Toch hebben deze diertjes hun nut en is het beter om ze te laten leven. Ze zorgen ervoor dat andere dieren zoals kevers, rupsen,... onze groene plaatsjes niet overwoekeren. Daarnaast zijn mieren ook enorm sterke insecten. Ze kunnen tot 400 keer hun eigen gewicht dragen!
Bouw van een mier
De mier stamt af van een gravende wespensoort en de bouw van deze twee insectengroepen komt dan ook goed met elkaar overeen. Net zoals de wesp bestaat de mier uit drie verschillende 'grote' delen. Zo heb je de kop, het borststuk en het achterlijf. De mier heeft wel nog een klein vierde deel tussen het borststuk en achterlijf.
Op de kop staan twee voelsprieten die voor de mier heel belangrijk zijn. Daarmee kan een mier voelen, maar ook ruiken. De mier is voorzien van twee ogen, al zijn die niet zo nuttig in de donkere nesten.
Een mier heeft zoals alle andere insecten drie paar poten en de koninginnen en mannetjes zijn voorzien van vleugels.
Ieder zijn taak
In een kolonie mieren bestaan er heel wat verschillende jobs en het is dan ook de bedoeling dat ieder zijn eigen taak goed uitvoert.
Koningin
Aan het hoofd staat de koningin die moet zorgen voor de voortplanting. Zij is - net als de mannetjes - gevleugeld en gebruikt die ook tijdens de bruidsvlucht. Wanneer het weer het toelaat, verlaat de koningin haar nest en gaat ze op zoek naar geschikte partners. Na de paring zijn de mannetjes zodanig moe dat ze bijna onmiddellijk daarna sterven. De koningin verliest haar vleugels en moet ook weer de bescherming van haar nest gaan opzoeken. Ze heeft voldoende zaadcellen voor de rest van haar leven verzameld en begint van dan af aan aan de verdere uitbouw van haar kolonie. De zaadcellen zitten in het zaadkamertje opgesloten en wanneer ze het 'deurtje' openzet, worden de eitjes bevrucht.
Werksters
Naast de koningin heb je in het mierennest ook nog tal van werksters. Dat zijn allemaal vrouwtjes. Ze kunnen nog eens onderverdeeld worden in verschillende groepen want ze krijgen elk een eigen taak om de kolonie draaiende te houden. Werksters kunnen per toeval ook eens eitjes leggen, maar meestal worden die opgegeten. Als die uitkomen, dan krijgen ze mannelijke mieren.
Soldaten
Sommigen noemen dit de mieren die het nest moeten verdedigen, maar dat klopt eigenlijk niet. Het zijn de mieren die het nest moeten graven. Ze hebben enorm grote kaken en zijn dan ook uiterst geschikt voor deze job.
Verkenners
Dit zijn meestal de oudste mieren van de groep. Zij moeten op zoek gaan naar voedsel. Op die manier lopen ze een groot risico om vertrappeld of opgegeten te worden. De andere mieren vinden het verlies van de oudsten echter niet zo erg.
Larvenverzorgers
Uit de eieren van de koningin komen larven en die moeten uiteraard verzorgd worden. De koningin neemt die taak niet op zich, maar geeft die door aan de larvenverzorgsters.
Voedselmakers
Sommige miersoorten zijn als landbouwers. Ze kweken hun eigen voedsel. Soms gebeurt dat aan de hand van bladluizen waar ze een vocht uit zuigen, andere soorten brengen de bladluis dan weer binnen in het nest.
Slavenhalers
Alle mieren in de kolonie hebben een bepaalde geur en die is anders dan die van een andere kolonie. Eitjes en poppen hebben die geur echter nog niet. Daarom zijn mieren in staat om poppen te gaan stelen uit andere nesten. Dat doen de slavenhalers. De poppen worden tot in het eigen nest gedragen en gaan dan een leven als slaaf tegemoet.
Mannetjes
Mieren van het mannelijke geslacht zijn enkel nuttig voor de voortplanting en na de bruidsvlucht sterven zij heel gauw.
Geurstoffen of feromonen
Een mier gebruikt in het dagelijkse leven heel wat geurstoffen of feromonen. Deze zijn eigen aan de soort en aan het nest. Dit doen ze om alarm te slaan, om de weg naar gevonden voedsel terug te vinden en om zich te verweren. Dit kun je dus gerust ook een communicatiemiddel noemen. Het is met hun antennes op hun kop dat ze die geurstoffen waarnemen.
Alarm slaan
Bij een aanval op het mierennest wordt een geurstof geproduceerd zodat alle mieren onmiddellijk gewaarschuwd worden. Zo kunnen ze hun nest van de eerste minuut optimaal beschermen. Daarna gaan ze hun vijand aanvallen. Dit doen ze eerst en vooral door hun achterlijf op te heffen, daarna door te bijten. Het kan zijn dat hun opponent hier al door sterft, maar soms moet er ook gespoten worden met mierenzuur. Dat doen ze bijvoorbeeld bij de mens. Daarom ontstaat er een pijnlijke rode bult. Niet elke soort mier produceert echter dat zuur. Er is ook een soort in Maleisië die zichzelf opblaast. Sommigen steken ook met een gifangel.
Heel wat verschillende soorten
Er zijn nu zo'n 12.000 soorten mieren bekend. Ze leven zowat overal, behalve op Antarctica. Zo heb je de zilvermier in de woestijn, de vampiermier rond de Amazone,... Al deze soorten mieren hebben heel wat verschillende eigenschappen en deze verschillen situeren zich op vier domeinen:
- De grootte van de kolonie
- Het aantal koninginnen die aan het hoofd van de kolonie staan
- De complexiteit van de mierenmaatschappij
- De woonomgeving: er zijn mieren die onder de grond leven, maar je kunt ze ook in bomen of in spleten tussen rotsen vinden
Weetjes
- Verdelg mieren niet met een spuitbus, maar jaag ze weg door het plaatsen van muntblaadjes.
- Vogels leggen zich op mierennesten om de parasieten tussen hun vleugels te verjagen. De mieren spuiten mierenzuur en verlossen de vogels van vervelende jeuk.
- Mieren kunnen tot 400 keer hun gewicht dragen.
- De gangen van mierenhopen zijn altijd gericht naar de zon. Overdag staan die gangen open, 's nachts worden ze afgesloten.
- Mieren specialiseren zich in het dragen van materiaal, bijvoorbeeld dennennaalden, takjes, dode prooien,...