Mier (insecten)
Mieren (Formicidae) zijn insecten die behoren tot de vliesvleugeligen. Het zijn diertjes die niet groter worden dan 4 tot 9 millimeter. Mieren leven in koloniën onder de grond, waarbij de koningin de baas is over de andere mieren. Deze mieren hebben allemaal een taak. Zo zijn er werksters, verkenners en voedselverzamelaars. Mieren komen wereldwijd voor: er bestaan meer dan 6000 soorten.
Leefgemeenschap
Mieren leven in een groot wooncomplex onder de grond, dat bestaat uit gangen en grote kamers. Die wooncomplexen kunnen gebouwd zijn onder bijvoorbeeld stenen of struiken. De kamers zijn o.a. voor de koningin, maar er zijn ook voorraadkamers, kraamkamers, afvalkamers en kamers voor andere mieren. De koningin is de belangrijkste mier in de mierenkolonie. Zij zorgt voor het leggen van eitjes, waarbij er andere manieren zijn die voor de larven zorgen. De werksters in de kolonie zorgen voor de bouw van gangen en het onderhoud ervan. Anderen zorgen voor de voedselvoorraad en andere mieren hebben de taak als verkenner. Die zorgen ervoor dat er voedsel is. Een verkenner gaat er als eerste op uit en waarschuwt de andere mieren, de voedselverzamelaars, als hij voedsel heeft gevonden. De zogenoemde soldaten in de kolonie zijn groot en hebben gif bij zich. Ook hebben ze extra sterke kaken. Zij vallen indringers aan door een wondje te maken waar ze vervolgens mierenzuur in spuiten. De soldaten beschermen ook de voedselverzamelaars tijdens de zoektocht naar voedsel. De mieren die in een mierenkolonie werken zijn allemaal vrouwtjes. De mannetjes vervullen in de kolonie geen enkele functie. De geboren vrouwtjes worden werkster en de mannetjes krijgen als ze volwassen zijn vleugels. Ze paren met de toekomstige koninginnen en vliegen vervolgens samen met de koningin weg van de kolonie. De koninginnen stichten eigen mierenkolonien elders. De mannetjes gaan na het vliegen dood.
Voedsel
Mieren houden voornamelijk van zoetigheid. Fruit, jam en suiker, maar ook bloemen en bloemzaadjes eten ze. Het meeste voedsel dat de mieren eten wordt door bladluizen gemaakt. De bladluizen halen namelijk het eiwit uit planten dat ze omzetten tot een zoete nectar, dat ook wel honingdauw wordt genoemd. De mieren ‘melken’ de bladluizen daarna door met hun antenne op het achterlijf van de bladluis te kloppen. Hierdoor komt het nectar uit de bladluis.
Omdat mieren voor hun voedsel o.a. afhankelijk zijn van bladluizen, beschermenn ze deze dieren door speciale huisjes voor ze te bouwen. Het lieveheersbeestje is dol op bladluis, dus vaak beschermen de mieren de bladluizen tegen deze indringer door ze te doden met hun melkzuur. Ook nemen de mieren de eitjes van de bladluizen mee naar hun wooncomplex waar ze goed worden verzorgd. Niet alleen bladluizen, maar ook kortschildkevers worden meegenomen. De afscheiding van deze beestjes is eveneens voedsel voor de mieren.
Bestrijding
Doordat mieren kleine diertjes zijn, zorgen ze geregeld voor overlast. Ze komen gemakkelijk door kieren het huis binnen en volgen hun weg naar de suiker- of jampot. Vaak is een complete lijn van mieren te zien vanaf de ingang van het huis (de kier waardoor ze naar binnen zijn gekomen) tot aan hun doel: zoetigheid. Er zijn verschillende oplossingen om mieren te bestrijden:
- Poeder. Dit poeder kan vaak gewoon gestrooid worden, maar kan ook met water worden opgelost. Het (opgeloste) poeder moet bij de mierenhoopjes worden gestrooid/gegoten, waardoor, indien met de ‘oplosvariant’ wordt gewerkt, de gangen volstromen en de mieren dood gaan. Vaak bevat zo’n poeder een uienextract waardoor de mieren niet meer weten waar ze heen moeten.
- Lokdozen. In deze poeder zit een gif waardoor de mieren dood gaan. Ze zijn slechts voor een geringe tijd bruikbaar en niet altijd even handig. Er zijn vaak meerdere dozen nodig om de mieren goed te bestrijden.
- Een kleine truc die niet altijd werkt is de volgende: een dikke witte krijtstreep maken voor de kier(en) van het huis, zorgt ervoor dat de mieren niet naar binnen gaan. Nadeel: de krijtstreep gaat na een regenbui weg en het resultaat is niet altijd werkend.