De krabspin – een kleine spin met krachtig gif

Inhoud
- De krabspin lijkt op een krab
- Verspreiding
- De krabspin maakt geen web
- Uiterlijk
- Kleur
- Vorm
- Ogen
- De krabspin is honkvast
- Neurotoxine
- Voortplanting
- Belangrijke kenmerken van de krabspin
- Wetenswaardigheid over krabspinnen
De krabspin lijkt op een krab
Bij de eerste aanblik is dat zeker het geval. Opvallend zijn dan ook de voorste twee paar lange stekelige voorpoten, die zwaarder gebouwd zijn dan de rest en waarvan het voorste paar poten net als bij de krab deels zijdelings gestrekt is. Vandaar de vaak frappante gelijkenis. De krabspin heeft echter geen scharen, ook niet rudimentair.
De manier waarop de krabspin zijdelings kan lopen, wat hij overigens niet vaak doet, lijkt eveneens op de 'tred' van een parmantige krab. Krabspinnen maken geen web; de spindraden worden alleen geproduceerd om zich vast te hechten aan een blad in afwachting van prooi. De kleurschakering kan bont, maar ook effen tot vaalbleek zijn.
Verspreiding
Krabspinnen komen praktisch overal ter wereld voor, zelfs in de hoge berggebieden, waaronder de Alpen en de Himalaya. Ze laten echter verstek gaan in de poolstreken en in de centrale delen van zowel de Sahara als Australië. In Nederland is de meest voorkomende krabspin de Misumena vatia, ofwel de gewone kameleonspin die hoogstens 1 cm lang wordt, hoewel de spanwijdte vele malen groter is.Tuinen
Zoals de naam al deels verklapt, neemt dit spinnetje bepaalde kleuren aan. Van wit tot gelig en groen, afhankelijk van de kleur van de ondergrond waarop hij zijn prooi beloert. De krabspin zal men niet gauw in huis zien, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de huispin en de wolfspin. Om voor de hand liggende redenen is de krabspin een echte tuinliefhebber die passerende insecten de stuipen op het lijf jaagt.
De krabspin maakt geen web
Onder de vele soorten krabspinnen zijn er enkele die wel degelijk een web maken, dat overigens op een val lijkt. Over het algemeen is de krabspin geen actieve jager, wat wil zeggen dat hij de prooi niet opzoekt of achtervolgt, zoals zwerfspinnen dat doen, met name de Braziliaanse zwerfspin. De krabspin heeft ‘guerrillabloed’ in zich zoals hij geduldig en zonder web maar zeer vastberaden wacht tot er prooi voorbij komt.Uiterlijk
Het mannetje wordt niet groter dan 4 tot 5 mm, de vrouwtjes kunnen wel 15 mm worden en zijn meestal donkerder van kleur, soms bijna zwart. De meeste soorten die in Nederland voorkomen, worden niet groter dan 10 mm. Er zijn enkele Afrikaanse, tropische krabspinnen die wel 2 centimeter kunnen worden (zonder de poten).Kleur
De spinnetjes hebben doorgaans een effen kleur en kunnen tinten aannemen dankzij de afbraak en verplaatsing van pigment in de oppervlakkige en diepere cellulaire lagen van hun lichaam. Deze kleurverandering is sterk afhankelijk van de achtergrond. Op een geel of groen bloemblaadje zal de krabspin ook min of meer die kleur krijgen. Krabspinnetjes die niet van kleur kunnen veranderen, zoeken steevast een lichte achtergrond op. De Misumena vatia is vaak te zien op witte margrieten of andere bloemen met witte blaadjes. Doorgaans is hij sneeuwwit, maar hij kan ook een gelige of groene tint aannemen.Vorm
Sommige soorten kunnen van vorm veranderen en lijken op een bloemscheutje. Ze doen dat om insecten te lokken. In de tropen leven zelfs krabspinnen die eruitzien als uitwerpselen van vogels. Hier komen allerlei insecten op af, zoals vliegen, vlinders en muggen, ofwel de natuurlijke prooien van de krabspin. Bij gevaar duiken krabspinnetjes weg achter het blad. Ze kunnen daar opmerkelijk snel in zijn.Ogen
De krabspin heeft acht ogen, waarvan de zes kleine gericht zijn op het onderscheiden van licht en donker. Met de twee grote ogen ziet hij zeer goed en kan hij zijn prooi gedetailleerd ontwaren.
De krabspin is honkvast
Bij de eerste aanblik heeft het er alle schijn van dat de krabspin zijn prooi uit de lucht plukt. In feite is het een gespecialiseerde jachttechniek. Een insect dat op een bloem landt, loopt met een beetje geluk tussen de twee voorste lange poten van de spin, waarna de krabspin die poten razendsnel sluit en de prooi in een dodelijke omhelzing houdt.Honkvast
Het gedrag van de krabspin staat in het teken van afwachten. Doorgaans zit de spin op het ‘looppad’ naar de nectar van de bloem. Dankzij de uitstekende schutkleur is de krabspin ook voor natuurlijke vijanden moeilijk te ontwaren. Deze schutkleur is nodig omdat de krabspin altijd pontificaal op een blad of stengel zit. Wie de tijd en de moeite neemt, kan de plaats waar een krabspin zich bevindt ontdekken door te letten op de 'skeletjes', schildjes en vleugels van opgepeuzelde insecten. Deze resten liggen steevast op de grond onder het blad waar de krabspin zijn stek heeft. In dat opzicht zijn krabspinnen honkvast, als er maar voldoende prooi voorhanden is.
Neurotoxine
Het gif van de krabspin is een krachtig neurotoxine. Meteen na de dodelijke omhelzing brengt de krabspin dit gif in met behulp van gifklauwen aan de cheliceren. Doorgaans spuit hij het gif tussen de kop en het borststuk van het insect en vlak bij de hoofdzenuwstreng. Het insect is dan vrijwel meteen verlamd. Hierdoor is er van een zichtbare doodsstrijd nooit sprake.Grote prooi
Na de beet laat de krabspin verteringssappen in het insect lopen. Deze sappen maken het inwendige van het insect vloeibaar zodat de spin het beestje kan leegzuigen. Dankzij het zeer sterke neurotoxine kan de krabspin ook relatief grote prooien aan, zoals bijen en bromvliegen. Tropische krabspinnen van nog geen twee centimeter kunnen een bidsprinkhaan van wel 10 centimeter in een oogwenk verlammen. Overigens hoeft men in Nederland niet bang te zijn voor de beet van krabspinnetjes. De kaken kunnen de menselijke huid niet doorboren. Krabspinnetjes merken of een prooi niet lekker is; ze laten het insect dan meteen vallen.
Voortplanting
Zoals bij veel spinnensoorten moet het mannetje opletten om het er levend vanaf te brengen indien hij besloten heeft toenadering te zoeken tot een vrouwtje. Hoewel dat na de paring niet bij alle soorten het geval is. Bij de in Nederland voorkomende Misumena vatia is het in elk geval niet zo dat het vrouwtje het mannetje voor prooi aanziet en zal ze dus geen poging doen om hem op te peuzelen.Eitjes
Het vrouwtje legt de eieren in een platte cocon of eizak die op zijde lijkt, verankerd aan de bladeren van planten. De moeder bewaakt de eitjes met verve. Wanneer de kleintjes uitkomen, zullen ze eerst de coconzak opeten. Deze bevat alle voedingsstoffen die de jonge spinnetjes nodig hebben. Ze vervellen enkele malen tot ze volwassen zijn.

Belangrijke kenmerken van de krabspin
Taxonomisch behoort de krabspin tot de klasse van de spinachtigen (Arachnida), de orde van de Aranea (echte spinnen), de suborde van de tangkakigen (Labidognatha) en de familie van de echte krabspinnen (Thomisideae). Er zijn duizenden soorten, waarvan in Nederland de Misumena vatia (gewone kameleonspin) veel voorkomt.- Lengte: 5-15 mm, doorgaans niet groter dan 10 mm.
- Kleur: Veel soorten kunnen van kleur veranderen, afhankelijk van de achtergrond. Andere soorten zoeken een gastheer op die bij hun kleur past. De rooskleurige Thomisus onustus is om die reden vaak te vinden op bloemen en planten met dezelfde tint.
- Soorten: Wereldwijd zijn er duizenden soorten. Van de Thomisidae-familie (echte krabspinnen) zijn er ongeveer 1600 beschreven. In Nederland komen ca. 70 soorten (echte) krabspinnen voor. De springspinfamilie Salticidae, waaronder de zebraspin (harlekijnspin), is nauw verwant aan de krabspin.
- Prooi: Insecten, zoals vliegen en muggen. De krabspin kan ook grote prooien aan, waaronder bijen en wespen. De tropische soorten vangen prooien die vele malen groter zijn, zoals de bidsprinkhaan.
- Gif. Zeer snel werkend neurotixine.
- Gedrag: Solitair, honkvast. Jaagt vanuit een hinderlaag.
- Voortplanting: In de zomer. De cocon is zijdeachtig, met spindraad vastgehecht aan een blad of stengel. Het vrouwtje bewaakt de eitjes op agressieve wijze. Na ca. twee weken komen de eitjes uit.
- Levensverwachting: Ongeveer 1 jaar (soorten in Nederland).
- Bedreigde soort: De krabspin is niet bedreigd, hoewel gevoelig voor pesticiden. Deze spinnetjes komen voor in tuinen met veel plantensoorten.