Vlinder – Klein geaderd witje
De Pieris napi, het klein geaderd witje, is een algemeen voorkomende vlinder in heel Nederland. Hij dartelt boven de gevlekte ooievaarsbek en vindt af en toe wat lekkers in de hortensia. Deze kleine witte vlinder voelt zich ook thuis op de Waddeneilanden. Hij is een van de vele soorten die er regelmatig rondfladdert en op zoek gaat naar nectar. Vlinderliefhebbers en -fotografen proberen de schoonheden zo mooi mogelijk op de gevoelige plaat te zetten.
Algemeen voorkomende schoonheid
Bron: Theo Kiewiet Klein geaderd witje
Deze vlinder hoort, het zal u niet verbazen, tot de familie van de
witjes, de
Pieridae. Het is een dagvlinder die lijkt op:
- groot koolwitje
- klein koolwitje
Verschillen
De vlinder vliegt in drie generaties, een voorjaarsgeneratie, een zomergeneratie en een zomer/herfst generatie. Deze twee verschillen licht van uiterlijk. De voorjaarsgeneratie heeft duidelijk zichtbare aders, de zomervlinders zijn witter en lijken meer op een koolwitje.
Bron: Persbureau Ameland Kenmerken
Het klein geaderd witje heeft voorvleugels met een lengte van 20-24 mm. De achtervleugel heeft ook aders, die kunnen grijsgroen zijn. De voorvleugelpunt heeft een grijs-zwarte vlek en op de bovenkant van de voorvleugel hebben de mannetjes een zwarte vlek en de vrouwtjes twee zwarte of donkergrijze vlekken. De achterkant van de vleugels is licht geel.
Waardplanten
Het klein geaderd witje heeft verschillende planten als waardplant, waaronder
- look-zonder-look
- pinksterbloem
- koolzaad
- herderstasje
- veldkers
- mosterd
Vliegtijd
De vlinder vliegt van begin april tot laat in november in drie generaties. De laatste twee generaties komen deels tegelijk voor. Ook past de vlinder zich aan de omstandigheden aan: als het een koel en nat jaar is schrapt hij in dat jaar een generatie. De vlinder is zeer mobiel, hij maakt binnen zijn gebied veel uitstapjes.
Verspreiding
De witte vlinder komt zeer algemeen voor. Het is een standvlinder die in het hele land wel ergens vliegt. Hij houdt van vochtige gebieden, is gek op moerassen, vliegt graag boven hooilanden en langs bosranden en kan genieten van graslanden, tuinen en heiden.
Bron: Persbureau Ameland Levenscyclus
De vrouwtjesvlinder legt de eitjes aan de onderkant van een blad van bijvoorbeeld een pinksterbloem. De rupsjes komen na drie tot zeven dagen uit het eitje. De rups is van half mei tot begin juli te zien en van begin augustus tot begin oktober. Ze moeten oppassen voor loopkevers, hooiwagens en ook vogels. Die zetten van harte een rups op het menu. Na 11 tot 22 dagen gaat de rups zich verpoppen. Sommige poppen overwinteren en net van welke generatie ze zijn komen ze in het voorjaar, zomer of vroege herfst uit als vlinder. Overwinterende poppen gaan ergens hangen en wachten tot de winter voorbij is.
Imago
Het imago, het volwassen insect, de vlinder dus, leeft 9 tot 18 dagen. Als vlinder gaat de soort op nectarjacht en dan gaan de vlinders paren. De vrouwtjes paren verschillende keren om genoeg eitjes te kunnen afzetten. De paring kan twee uur (met een maagdelijk mannetje) tot zeven uur (met een ervaren mannetje) duren.
Algemene vlinder
Het klein geaderd witje is in onze streek zeer algemeen en hij komt op het hele Noordelijk Halfrond voor. Hij vliegt aan zee en je kunt hem in bergen tot 2000 meter hoog aantreffen.
Ameland
Deze vlinder, die tot en met de
Kunstmaand op Ameland te zien is, vliegt in tuinen in de dorpen en in de weilanden waar de pinksterbloemen staan. Ook is hij boven het mosterdzaadveld te vinden. Hij is een van de vele soorten die op het
Waddeneiland vliegt.
Lees verder