Vlinder Kleine vos op Ameland
De kleurige kleine vos vliegt volop op in Nederland. Hij is in alle regio's van het land wel te zien. De kleine vos vliegt ook op de Waddeneilanden. Je ziet hem op Ameland van harte fladderen in de tuinen, op de vlinderstruiken en de andere tuinflora. Een kleine vos is makkelijk te herkennen, zelfs een beginnende vlinderliefhebber kent hem binnen de kortste keren. Het is van de vele vlindersoorten die op het Waddeneiland voorkomt.
Beauty uit de Aureliafamilie
Bron: Persbureau Ameland Kleine vos
De kleine vos (Aglais urticae) is naaste familie van de
duinparelmoervlinder. Ze horen tot de aurelias. De kleine vos lijkt op de grote vos, die, zoals zijn naam al aangeeft, een slag groter is. Het is een dagvlinder.
Kenmerken
De kleine vos heeft een voorvleugellengte van 22-25 mm. De bovenkant van de voorvleugel is prachtig gekleurd. Hoofdkleur is roodbruin tot oranje met blauwe maanvlekken op een rij langs de achterrand. De voorrand van de voorvleugel heeft een rij zwarte en lichte vlekken en in het middenveld van de voorvleugel liggen drie zwarte vlekken. De felle kleuren schrikken zijn vijanden af.
Bron: Persbureau Ameland Levenscyclus
De vlinder zet de eieren in groepen van veertig tot honderd af op onderkant van de bladeren van de waardplant, de grote brandnetel. De eitjes zijn kleine groene bolletjes. Na zes tot tien dagen komen de rupsjes uit de eitjes. De rups zien we van begin mei tot eind september. Jonge rupsen leven in spinselnesten, die we gemakkelijk op de grote dovenetel kunnen vinden. Volwassen rupsen leven alleen en fourageren onbeschut. Ze zijn grijs met gele, soms felgele, tekening. Na 13 tot 22 dagen verpoppen de rupsen zich. De pop heeft niet een vaste kleur, hij kan groen zijn en verkleuren naar bruin of goud. Na 8 tot 12 dagen volgt de metamorfose. De soort overwintert als vlinder op koele en vochtige plekken in bomen en schuurtjes. Na de overwintering volgt de voortplanting.
Bron: Persbureau Ameland Verspreiding
De kleine vos is een zeer algemene standvlinder. We kunnen hem in het hele land aantreffen.
De soort houdt van plaatsen waar voldoende nectar te vinden is. We zien ze in Amelander tuinen, bosranden, struweel, op dijken en in bermen. Ze voeden zich met nectar van verschillende planten. De vlinder hecht aan een territorium, dat het mannetje vanaf het middaguur bezet houdt. De kleine vos komt in heel Europa voor en ver daarbuiten tot aan Siberië en Noord Amerika aan toe. Hij vliegt van zeeniveau tot 3000 meter hoogte.
Vliegtijd
De kleine vos vliegt van het voorjaar tot oktober in twee elkaar overlappende generaties. De eerste generatie vliegt vanaf eind juni, de tweede generatie vanaf begin augustus. De vlinders houden van zwerven en ze kunnen wel 150 kilometer afleggen. Soms is er zelfs sprake van vlindertrek.
Ameland
Deze vlinder is het ene jaar vroeger op Ameland te zien dan het andere en ook gedurende het jaar zijn de schommelingen groot. Het weer heeft daar grote invloed op. In 2012 vloog hij er bijvoorbeeld heel vroeg. In maart was hij als één van de eerste vlindersoorten te zien op het eiland. Dit waren exemplaren van de eerste generatie. Bijzonder was dat in de maanden mei, juni en juli van 2012 de kleine vos totaal ontbrak.
Waddenzee oversteek
In de tweede week van augustus van datzelfde jaar (erg laat vanwege 't slechte weer in het eerste deel van de zomer) werden er weer vosjes op Ameland gesignaleerd, eerst enkele en daarna veel, heel veel.
In de derde week van augustus 2012 barstte het er van de kleine vossen; soms zag je in duinbloemgroepen wel 20 tot 30 tegelijk en ook op vlinderstruiken in de dorpen kwam je ze erg veel tegen.
Blijkbaar staken veel vosjes de Waddenzee over en dat was heel mooi op de dijk te zien. Daar kwamen de vlinders aan en rustten even uit. Er zijn ook
inheemse Amelander vosjes, die opgroeien op de brandnetels.
Lees verder