Hondenras: De Dwergpinscher

De Dwergpinscher staat bekend om zijn felheid, waaksheid en loyaliteit naar zijn baas. Het is een heel karaktertje, dat kleine hondje, maar gelukkig zonder de problemen die veel dwergrassen kennen. Heeft u dit hondje eenmaal voor u gewonnen, dan gaat hij voor u door het vuur!

Geschiedenis

De voorouder van de Dwergpinscher is een klein hondje met een bolle schedel en korte beharing. Dergelijke hondjes staan op diverse 15e eeuwse schilderijen. Uit opgravingen blijkt dat een dergelijk hondje ook al bestond in het stenen tijdperk.
De Dwergpinscher werd voor het eerst in Duitsland gefokt. Eeuwenlang was er in Midden-Europa een groep honden die speciaal geschikt was voor het vangen van ratten en muizen en die daarnaast ook een goede waakhond was. Deze honden werden Rattler of Pinscher genoemd.

De huidige Dwergpinscher is waarschijnlijk een mix van deze Rattler, Teckels en terriërs waaronder de Duitse Pinscher. Tot het begin van de 20e eeuw was er buiten Duitsland en Scandinavië weinig bekend over dit ras. Dat terwijl het toch goede ongedierteverjagers waren en uitstekende gezelschapshondjes. In de jaren vijftig en zestig zijn ze erg populair geweest om hun vrolijke en aanhankelijke aard. Ze zijn trouw en hun waaksheid is alom bekend. De bruine kleur (Reepinscher) zou door het kruisen met Teckels zijn ontstaan. Chocoladekleur kwam ook voor maar werd pas in 1900 erkend.

Uiterlijk

De Dwergpinscher is tussen de 25 en 30 cm hoog en weegt tussen de 4 en 6 kilo. Ondanks zijn kleine formaat heeft hij niet het uiterlijk van een verdwergde hond. Hij is uitstekend in proportie, compact en vierkant gebouwd. Dat wil zeggen dat hij net zo lang als hoog is. Hij is goed gespierd. Zijn oren zijn groot en staan rechtop. Hij heeft een vlakke schedel met een stevige, evenwijdig voorlopende snuit. De ogen zijn ovaal met donkere oogleden. De staart is hoog aangezet en wordt schuin omhoog gedragen. De voeten zijn kort, rond en goed gesloten met donkere nagels en harde voetzolen. Vroeger werden oren en staart gecoupeerd, maar dat is niet meer toegestaan.

Vacht

De vacht is kort en glimmend en zeer makkelijk te onderhouden. Zo nu en dan een borstel erover heen of een vochtige washand om losse haren te verwijderen is voldoende. In de ruiperiode kan er met een rubberen borstel geborsteld worden om losse en dode haren te verwijderen.
De kleur is chocoladebruin met roestrood, reebruin of zwart met rood op de kop, tenen en achterpoten en twee rode vlekken op de borst. Een effen bruine Dwergpinscher wordt ook wel Reepinscher genoemd.

Gezondheid

De Dwergpinscher heeft een goede gezondheid. Wel is het raadzaam er één te kopen bij een erkende fokker. Sommige mensen willen de Dwergpinscher kleiner fokken. Dit zorgt echter voor diverse problemen. Ze kunnen last krijgen met de gewrichten. De ogen horen niet bol uit de kop te staan. Is dit wel het geval dan is de schedel te klein voor de hersenen. Dit is zeer pijnlijk voor de hond.
Sommige Dwergpinschers hebben aanleg voor patella luxatie. Dit is een loszitten knieschijf. Het best kan niet gefokt worden met honden met zo’n afwijking.
Omwille van de dunne vacht is het raadzaam de hond bij vriesweer niet te lang buiten te houden. Er bestaat kans op bevriezing van de oorpunten.

Karakter

• Levendig: De Dwergpinscher is een onderzoekende, sterke en onbevreesde hond met eindeloze energie. Ze zoeken de hoeken en gaatjes waar ze kunnen ontsnappen om hun nieuwsgierigheid te kunnen bevredigen. Het is ook nog eens een heel snel hondje. De baas moet dus zeer alert zijn, anders gaat hondlief er van tussen en hij zal niet de eerste zijn die Zijn Dwergpinscher kilometers verder op moet halen. Fokkers adviseren dan ook om de Dwergpinscher alleen uitgelijnd uit te laten. Verder is de hond altijd in voor een partijtje stoeien of rennen.
• Temperamentvol; Hoewel de Dwergpinscher erg klein is, is hij absoluut niet klein van karakter. Onverschrokken staat hij z’n mannetje tegenover grote honden en elk ander die het gezin binnen wil dringen, hoe groot ook. Ze gedragen ze zich alsof ze zelf ook groot zijn. Sommige Dwergpinschers zijn agressief tegen andere honden. Dit komt niet vaak voor als ze goed met hun omgeving hebben leren omgaan. Een goede training is dus belangrijk.
• Waaks: de Dwergpinscher staat bekend om zijn waaksheid; bezoekers worden met luid geblaf verwelkomd. De Dwergpinscher is wantrouwend tegenover vreemde mensen zolang ze nog bewezen hebben goed volk te zijn. Als de hond echter goed opgevoed is, zal een waarschuwing van de baas voldoende zijn om het bezoek te accepteren.
• Leergierig en pienter: Dwergpinschers zijn verstandige hondjes. Het is makkelijk hen iets aan te leren en ze vinden dat ook leuk.
• Zelfverzekerd: de Dwergpinscher heeft duidelijke, strenge leiding nodig, anders neemt hij zelf de leiding over. Hij is voor niets en niemand bang en is ondanks zijn klein formaat een trotse verschijning.
• Kan goed met kinderen: Hij stoeit graag met ze en is lief voor hen. De voorwaarde is wel dat ze niet worden gepest door de kinderen.
• Gemiddelde beweging: een Dwergpinscher kan prima op een flat of etagewoning worden gehouden. Het advies is dan wel om hem zeker drie keer op een dag mee naar buiten te nemen zodat hij kan spelen en rennen. Ook al zijn het kleine hondjes; ze zijn niet geschikt om hun hele leven in hun mandje door te brengen of permanent schoothondje te zijn. Ze hebben een goed uithoudingsvermogen en kunnen makkelijk mee op lange wandelingen.
• Leuke gezelschapshondjes: Het maakt de Dwergpinscher niet uit waar hij naar toe gaat of wat hij gaat doen; als hij maar bij zijn baas mag zijn. Hij is zeer loyaal aan zijn baas en een erg vriendelijk een aanhankelijk hondje.

De eigenaar

Zoals u in het bovenstaande hebt kunnen lezen, is de Dwergpinscher niet een doorsnee hondje. Hij heeft een baas nodig die stevig de leiding neemt. Zonder gehoorzaamheidstraining kan de baas het behoorlijk moeilijk krijgen met dit kleine tirannetje. Verwennen is er dus niet bij. Maar er is hoop: traint u de hond van pup af aan zorgvuldig en consequent en laat u hem goed socialiseren, dan doet de Dwergpinscher het goed met kinderen en vreemden en is hij een hele fijne huishond.

Lees verder

• Hondenras: Duitse Pinscher
• Epilepsie bij honden