De apporterende hond
De wolf, de oerouder van de hond, is een sociaal dier. Gezamenlijk met zijn soortgenoten zorgt de individuele wolf voor het in stand houden en overleven van de roedel: jagen, voeden en beschermen. In het genetisch materiaal van de hond liggen deze gedragingen opgesloten. In principe zouden dus alle honden moeten kunnen (leren) apporteren.
Wat is apporteren
De omschrijving van apporteren uit de Dikke van Dale is:
aanbrengen, gezegd van honden die een weggeworpen voorwerp
terugbrengen. Een apporterende hond wordt ook wel een
apporteur genoemd. Het Engelse werkwoord to retrieve betekent o.a.
terugvinden; een apporteur is in het Engels een
retriever. Van enkele sterk aan elkaar verwante hondenrassen maakt dit woord onderdeel uit van hun naam. De retrieverrassen zijn:
- De Golden Retriever
- De Labrador Retriever
- De Flat-coated Retriever
- De Curly Coated Retriever
- De Chesapeake Bay Retriever
- De Nova Scotia Duck Tolling Retriever
De bovenste twee rassen zijn bij vrijwel iedereen bekend. Bij beide rassen zie je veel overeenkomst, ook in gedrag. Ze zijn gek op zwemmen en nemen graag iets uit zichzelf in de bek, een bal, een speelgoedbeest of een tak.
Apporteren als raskenmerk
Door
domesticatie, gebruik maken van bepaald gedrag van dieren, ontstaan er verschillende rassen. Jagervolken zullen honden die opvielen door uitstekend kunnen jagen en het aanbrengen van prooi, gebruikt hebben voor het jagen. Deze honden zullen bij elkaar gehouden zijn en hebben zich voortgeplant. Herdersvolken zullen juist honden met bewakend gedrag geselecteerd hebben. Deze hebben zich natuurlijk ook voortgeplant. Beide vormen van selectie hebben geleid tot
versterking of
verzwakking van bepaald gedrag. Naast het exterieur bepaald dit mede
raskenmerken van honden. Het aanleren van gewenst gedrag kan onder andere daardoor voor de ene hond makkelijker zijn dan voor de ander. Toch is het mogelijk om honden van rassen die niet specifiek geselecteerd zijn, apporteren als gewenst gedrag aan te leren. Van belang is dat het dier plezier beleeft aan het leren en doen. En dat hangt eigenlijk van "de baas"af. Er zijn American Staffordshire Terriërs opgeleid als blinde geleide hond en een enkele Beagle kan zelfs SOHO-hond worden. Apporteren hoeft dus niet alleen door daarvoor rasspecifiek gefokte honden goed geleerd te kunnen worden.
Beginnen met apporteren
Pups gaan meestal als vanzelf aan het spelen met voorwerpen zoals balletjes, stokjes,knuffels en dergelijke. Dit is een ideale beginsituatie om bij aan te sluiten. Nodig de pup uit om met z'n speelgoed naar je toe te komen. Kernwoorden hierbij zijn:
enthousiasme, stimuleren, prijzen, belonen en herhalen(niet te lang achter elkaar, maar herhaaldelijk). Het moet voor je hond leuk om iets naar je toe te brengen. Dit geldt overigens ook voor oudere honden.
Ook als een hond niet de ideale beginsituatie heeft, kan er geoefend worden. Neem datgene wat je wil laten apporteren in de hand en beweeg er uitnodigend mee over de grond. Dit trekt de
aandacht van je hond. Alshij het voorwerp wil pakken, gooi het dan een stukje weg. Hij zal er achteraan gaan om het te pakken. Varieer door verder te gooien en vergeet niet uit te nodigen om hem bij je te laten komen. Alsde hond met het voorwerp aan de haal gaat, ga niet verder, maar doe de hond aan een lange lijn.Bij het apporteren kun je hem naar je toe trekken indien hij een andere kant op wil. Als hij bij je is, vergeetnooit te prijzen en te belonen, en neem dan pas het geapporteerde rustig aan.
Apporteren in de hondensport
Lid worden van een vereniging of met je hond naar een hondenschol gaan is altijd zinvol. Hond en baas leren gedrag waardoor het mogelijk is om samen sociaal deel te nemen aan onze drukke samenleving. Dit leren kan leiden tot enthousiasme voor de hondensport, waar apporteerproeven uitvoeren ook deel van uitmaken. Apporteren met dummy of apporteerblok en bij bepaalde verenigingen ook wel met koud wild. Ook in clubverband wordt er dan getraind met:
- belonen
- aanbrengen van apport
- commandogebruik
Een gebruikte indeling van apporteerproeven is:
Markeerapport
Hierbij ziet de hond het apport vallen en moet de
valplaats onthouden. Het apport moet met zo min mogelijk commando's in een zo recht mogelijke lijn gehaald worden.
Verloren apport
Door
flankeren (=zoeken) moet de hond het apport zoeken. Het gebruik van de hondenneus staat hierbij voorop.
Dirigeerapport
Op fluitsignalen, stemcommando's en/of armsignalen wordt de hond naar de plaats waar het apport zich bevindt, gedirigeerd.
Door eens trainingen van regionale hondensportverenigingen, maar ook van rasverenigingen te zien, kan al enthousiasme ontstaan om buiten meer met je hond te doen dan uitlaten, wandelen en spelen.De
Raad van Beheer op Kynologisch gebied in Nederland kan over de adressen van deze verenigingen informeren.