Groenlandse Hond: een sledehond en jachthond
De Groenlandse Hond behoort tot de keesachtigen en poolhonden. Oorspronkelijk komt hij uit Groenland en werd hij vooral gehouden als jachthond en als sledehond. De hond moest in een gehard klimaat kunnen overleven waardoor het een erg sterk ras is met een groot uithoudingsvermogen. Hij heeft een stevige bouw en is flink gespierd. Deze hond heeft erg veel beweging nodig, heeft een vriendelijk karakter en kan goed overweg met kinderen.
Geschiedenis
De Groenlandse Hond behoort tot een van de populairste keeshondenrassen. De hond kwam voor bij alle Eskimovolken uit Groenland vanuit het westen tot in het oosten. Hij werd gebruikt als sledehond en als jachthond. Doordat hij onder zeer extreme omstandigheden moest kunnen overleven, vooral in de winters, is het een sterke hond met grote levenskracht. Alleen de sterkste konden onder de geharde omstandigheden overleven. De verdeling van de Groenlandse Hond zoals wij deze tegenwoordig kennen, komt hoofdzakelijk uit Noorwegen en de Verenigde Staten. Door deze verdeling is hij socialer geworden, waardoor hij gemakkelijker om kan gaan met de mens.
Uiterlijk
Deze robuuste hond heeft een stevige bouw en is gespierd. Het lichaam is krachtig en gedrongen met een rechthoekige vorm. De rug is recht met brede lendenen en zijn borstkas is breed en diep met goed gewelfde ribben. Zijn buiklijn is licht opgetrokken. De schouderhoogte bij de reu is minstens 60 centimeter en voor de teef is dit minstens 55 centimeter. Het gewicht is gemiddeld tussen de 30 en 32 kilo. Zijn kop is licht gewelfd en breed tussen de oren. De snuit is van gematigde lente en hij heeft een schaargebit. Bij voorkeur zijn de ogen donker en ze zijn klein en amandelvormig. Zijn oren zijn vrij klein, driehoekig van vorm met afgeronde punten en ze staan rechtop. De staart is dik en borstelig en wordt omhoog gedragen op de rug in een krul. De vacht kan uit verschillende kleuren bestaan zoals bruin, wit of zwart.
Karakter
De honden hebben een vriendelijk karakter, zijn erg zelfstandig en zijn ietwat eigenzinnig. Hij is kalm, zelfverzekerd en zijn karakter komt veel overeen met de oorspronkelijke poolhonden. Hij kan hard zijn voor zichzelf en is wat dominant, vooral als het gaat om honden uit een andere roedel. Hij kan goed overweg met kinderen, maar niet zo goed met andere honden. Het ras is niet geschikt als huishond en hij kan niet goed tegen alleen zijn. Hij beschikt over een enorm uithoudingsvermogen en moet enorm veel beweging krijgen om zijn energie kwijt te kunnen. Hij is sober van aard en met weinig tevreden. Blaffen doet hij weinig, maar hij kan wel veel huilen. Hij is ingesteld op hard werken in Arctische omstandigheden.
Sociale aanleg
Omdat de hond niet zo goed alleen kan zijn, is het beter om minimaal twee van deze honden aan te schaffen. Bij voorkeur meer dan twee. Samen kunnen ze prima leven in een buitenkennel. Meestal gaat de Groenlandse Hond niet goed samen met katten en andere huisdieren. Dit komt vanwege hun grote jachtinstinct. Bezoekers worden over het algemeen begroet met een enthousiast gehuil, dit geldt voor zowel bekende als onbekende gasten. Als waakhond is deze hond ongeschikt. Ook is dit ras niet geschikt als stadshond.
Verzorging
Deze hond beschikt over een dikke zachte ondervacht met een rechte grove dekharen. Op de kop en poten is de vacht kort, evenals op de oren. Op de oren, tussen de tenen zijn de haren zeer dicht. De staart is borstelig en goed behaard. De vacht moet regelmatig geborsteld worden. Net zoals elke hond moet hij zijn jaarlijkse entingen en ontwormingskuren krijgen.
Overige informatie
De gemiddelde levensverwachting is ongeveer 13 jaar. Mocht je deze sterke werkhond willen aanschaffen, laat je dan van tevoren goed informeren. Deze hond is niet voor iedereen geschikt. Een fokker of rasvereniging kan je hier meer over vertellen.