Andibelarrest, redding voor houders van dieren?
Veel mensen die houders zijn van huisdieren, gezelschapsdieren of hobbydieren, zijn zich waarschijnlijk nog niet bewust van het feit dat hun gehouden dier zomaar eens op een lijst kan komen te staan van verboden dieren. De Nederlandse regering is al in een vergevorderd stadium om met een lijst te komen waar dieren op staan die gehouden mogen worden, de zogenaamde positieflijst. Alle dieren die niet op deze lijst staan zijn vanaf dat moment verboden. Onderzoekers van de universiteit van Wageningen hebben jaren gewerkt aan rapporten die moeten leiden tot de vaststelling van deze lijst. Het is echter wel de vraag of al dat wetenschappelijk onderzoek wel voldoende aandacht heeft gehad voor het zogenaamde Andibelarrest.De eerste positieflijst
Toen op 7 december 2001 het Koninklijk Besluit tot vaststelling van de lijst van dieren die gehouden mogen worden werd genomen, de Belgische versie van onze positieflijst, tekenden twee organisaties bezwaar aan tegen dit besluit bij de Belgische Raad van State. Men was van mening dat dit besluit strijdig was met het grondrecht van vrije marktwerking in Europa en daardoor zouden er rechtsverschillen en handelsbelemmeringen tussen de Europese lidstaten ontstaan. De Raad van State zat duidelijk in de maag met dit beroep. Men besloot de procedure te schorsen en het Europese Hof te verzoeken een aantal rechtsregels nader uit te leggen. Het Hof doet dan weliswaar geen uitspraak, maar het is natuurlijk wel duidelijk dat de opvattingen van het Hof nadrukkelijk van invloed zijn op de uitspraak.Behandeling door het Europese Hof
De Raad van State wenste graag de opvatting van het hof over de vraag of een lidstaat invoer en handel van dieren mag beperken, terwijl deze beperking in andere lidstaten legaal is. Daarnaast werd de vraag voorgelegd of een lidstaat de handel in dieren mag beperken op grond van dierenwelzijn als men dat ook kan bereiken met wetgeving welke minder beperking geeft aan de handel binnen de EU.Het Europese Hof kwam tot een aantal conclusies. Men was van opvatting dat er gerechtvaardigde doelen van algemeen belang zijn die het instellen van een verbod tot invoeren, verhandelen en in het bezit hebben van diersoorten rechtvaardigen. De EU-lidstaten mogen dit soort maatregelen echter slechts nemen als dezelfde doelen niet kunnen worden bereikt met maatregelen het handelsverkeer tussen de lidstaten minder beperken, aldus het Hof.
Het Hof noemt drie overwegingen die een verbod kunnen rechtvaardigen. Als eerste wordt genoemd de bescherming van dierenwelzijn. Het Hof brengt in herinnering dat dierenwelzijn een doel van legitiem belang is. Men verwijst daarbij naar een protocol dat gehecht is aan het Verdrag tot oprichting van de Europese gemeenschap. In dat protocol valt onder meer te lezen dat bij het uitvoeren van beleid, de Gemeenschap en de lidstaten gehouden zijn ten volle rekening te houden met het welzijn van de dieren.
Op de tweede plaats noemt het Hof dat er geen beletselen zijn voor verboden of beperkingen waar het gaat over de bescherming van de gezondheid en het leven van personen en dieren.
Op de derde plaats wijst het Hof op het feit dat bij ontsnapping er soorten kunnen zijn die zich in de natuur kunnen handhaven en een ecologische bedreiging kunnen vormen. Ook op grond hiervan kunnen beperkingen door de lidstaten worden opgelegd.
Bovenstaande overwegingen van het Hof worden verder ondersteund met andere arresten en jurisprudentie.