nieuws uitgelichtPositieflijst zoogdieren roept vele vragen op
Op 19 juni 2013 verscheen de positieflijst voor zoogdieren. Alleen nog de dieren die op deze lijst staan mogen nog gehouden worden. Volgens de kop van het persbericht van het ministerie is de lijst bedoeld voor het verminderen van dierenleed. Dat klinkt mooi, maar daar kunnen best enkele vragen bij worden gesteld. Op basis van onderzoek door de Universiteit van Wageningen (WUR) heeft de politiek een keuze gemaakt. Dit onderzoek is overigens nogal omstreden. Landbouwhuisdieren en hond en kat mogen allen zonder voorwaarden gehouden worden. Over een jaar wil staatssecretaris Dijksma de Kamer een voorstel sturen voor een positieflijst van vogels en reptielen.
Bron: Ton Ebben De positieflijst zoogdieren
De positieflijst zoogdieren omvat slechts zes diersoorten:
- Wezelcavia (Galea musteloides)
- Sinaĩstekelmuis (Acomys dimidiatus)
- Daurische dwerghamster (Cricetulus barabensis griseus)
- Cavia (Cavia aperea)
- Gouden stekelmuis (Acomys russatus)
- Mediterrane woelmuis (Microtus guentheri)
Naast deze soorten mogen zonder voorwaarden alle productiedieren worden gehouden zoals geiten, runderen, waterbuffels, damherten en het Middeneuropees edelhert. Ook de hond en de kat zijn zonder voorwaarden te houden. In het rapport van de WUR staat expliciet dat op verzoek van de opdrachtgever de productiedieren en de hond en de kat niet geanalyseerd zijn. Dit is op zijn minst merkwaardig te noemen. Verreweg de grootse groep van gehouden dieren en bovendien de groep waarin juist de grootste problemen met welzijn, gezondheid en gevaar, worden niet geanalyseerd. Jaarlijks zijn er 150.000 bijtincidenten met honden, ook stieren zorgen jaarlijks voor slachtoffers. Geiten (Q-koorts) en honden en katten kennen een hele serie ziekten die overdraagbaar zijn op de mens. Toch geen analyse met uitsluitend de motivatie dat het gedomesticeerde dieren zijn. Maar dat zijn heel veel van de nu verboden soorten ook omdat ze soms al vele tientallen generaties in een beschermde omgeving leven. Hier dringt zich toch het gevoel op dat productiedieren een groot economisch belang hebben en de politiek liever niet aan de hond of kat komt omdat zoveel Nederlanders een hond of kat houden. Er zijn ongeveer 1,9 miljoen honden en ongeveer de helft van de Nederlandse huishoudens heeft een kat. Hier durft de politiek en ook de Dierenbescherming, die liever helemaal geen huisdieren ziet, niet aan te komen. Dat is te begrijpen, maar waarom dan wel dieren verbieden die een veel kleiner risico vormen of waarvan men het dier met enige kennis heel goed zonder enige aantasting van het dierenwelzijn kan houden? Hier lijkt toch wel sprake van enige discriminatie en zou wel eens in strijd kunnen zijn met een arrest van het Europese Hof. Volgens dit Hof moeten zogenaamde positieflijsten van dieren niet discriminatoir zijn. Overigens stonden in een eerdere versie van de WUR de hond en kat niet op de positieflijst omdat deze soorten volgens de 'Wageningen-methode' niet zomaar als huisdier konden worden gehouden.
Dieren met randvoorwaarden
Naast de zes dieren op de positieflijst is er nog een lijst met 30 diersoorten die volgens de staatssecretaris “mogelijk wel gehouden mogen worden onder speciale randvoorwaarden”. Welke voorwaarden dat zijn is op dit moment nog niet duidelijk. Voor de nadere uitwerking zal de Raad voor Dierenaangelegenheden worden gevraagd te adviseren.
Verboden dieren
Alle overige zoogdieren die niet op de positieflijst of op de lijst met speciale randvoorwaarden staan zijn verboden om te houden. Dieren die nu echter al gehouden worden krijgen een overgangsregeling. Deze dieren mag men houden zo lang ze nog leven. Er dient echter wel identificatie van het dier plaats te vinden door middel van een chip of DNA. Met deze dieren mag ook niet meer gefokt worden. Het is maar de vraag of effectieve handhaving en controle zoals de staatssecretaris wenst, realiseerbaar is. Veel van deze diersoorten worden in huis of in de tuin gehouden en controle is dan nauwelijks mogelijk.
Verzet van dierenhoudersorganisaties
Nog dezelfde dag dat de staatssecretaris de kamer informeerde, reageerde de organisaties van houders van huis, hobby en gezelschapsdieren. Het Platform Verantwoord Huisdierenbezit (PVH) liet nog dezelfde dag een persbericht uitgaan met als kop
“Kameel nog wel, Degoe niet” en de onderkop luidde
“Positieflijst, willekeurig, onwetenschappelijk en onbegrijpelijk”.
Al eerder leverde het PVH fundamentele kritiek op het wetenschappelijk onderzoek door de WUR. Men wijst er op dat iedereen, zelfs de onderzoekers van Wageningen, het er over eens is dat zonder onderzoek aan het dier gehouden in een beschermde omgeving,
geen uitspraken kunnen worden gedaan over het welzijn van dat dier. Toch hebben de onderzoekers er voor gekozen te kijken naar de dieren in de natuur en zo een lijst te kunnen produceren voor de opdrachtgever, het ministerie van EZ. Het PVH wijst er ook op dat er honderden soorten zijn die in de natuur worden bedreigt met uitsterven door biotoopvernietiging. Veel van die soorten worden door liefhebbers gefokt en deze dieren kunnen worden ingezet bij biotoopherstel waarmee populaties zich weer kunnen herstellen. Ook brancheorganisatie DIBEVO liet in een persbericht weten niet onverdeeld gelukkig te zijn met de methode van de WUR-wetenschappers. Men heeft door de vele aannames van de onderzoekers twijfels of er wel een beter welzijn van dieren wordt bereikt. Ook ziet DIBEVO strijdigheid met Europese regelgeving. Het PVH kondigde aan een juridische procedure te zullen starten.