Je eigen paard aan huis
De ultieme droom van iedere paardenliefhebber is om je eigen paard aan huis te hebben staan. Even s’ avonds nog langs gaan om een knuffel te geven en ’s morgens naar buiten lopen en direct begroet te worden door je paard, wie wil dat nu niet? Maar wat komt er allemaal bij kijken? In dit artikel ga ik je uitleggen waar je allemaal rekening mee moet houden om je droom te kunnen verwezenlijken, compleet met een beschrijving hoe je een paradijs op postzegelformaat voor je paard kunt realiseren.
Niet alleen houden
Het aller- aller belangrijkste is om je paard nooit alleen te houden. Een paard is een kudde dier en zal wegkwijnen als hij ‘moederziel’ alleen staat met alle gevolgen van dien. Mocht je niet in de gelegenheid zijn om een maatje (bijvoorbeeld een shetlandertje, desnoods een schaap of geit) bij je paard te kunnen zetten, dan is het af te raden om je paard aan huis te willen zetten. Natuurlijk kan het zijn dat je buren ook paarden hebben, vraag dan of je paard overdag samen met hun paarden mag staan. Houd je paard in ieder geval niet alleen.
Ruimte
Natuurlijk kun je dit alleen realiseren als je ook wat ruimte om je huis hebt. Je moet wel reeël blijven. Een klein achtertuintje is niet te doen. De minimale afmeting is toch wel 1500 m2. Je paard moet je wel de ruimte kunnen geven in de vorm van een weitje en/of paddock.
Stal
Wat voor stal wil je graag voor je paard? Een open of dichte stal? Bij een dichte stal zet je je paard ‘s avonds binnen en doe je de deur dicht. Bij een open stal kan je paard zelf beslissen of hij binnen of buiten wil staan. Meestal zit er aan een open stal een kleine paddock (stukje grond met zand) waar je paard kan vertoeven. De afmeting van een stal is minimaal 3 x 3 m. Je kunt een stal compleet laten bouwen door een gespecialiseerd bedrijf. Je kunt ook zelf met behulp van houten planken een stalletje bouwen. Vraag wel na bij je gemeente of je een stalletje mag wegzetten. Stel je voor dat je het stalletje moet afbreken, omdat de gemeente de vergunning niet goedkeurt. Mocht de gemeente een vaste stal (stal die vaststaat aan de grond) afkeuren, dan zou je kunnen overwegen om een mobiele stal neer te zetten (bijvoorbeeld een container die je kunt verplaatsen), dat mag dan vaak weer wel. Informeer in ieder geval eerst bij je gemeente wat de mogelijkheden zijn.
Om ervoor te zorgen dat je paard niet zijn manen gaat schuren aan het hout, kun je harde bezems op ‘schuurhoogte’ ophangen. Je paard kan dan toch schuren en zijn manen blijven intact.
Over het beton op de vloer kun je rubberen matten leggen, die ervoor zorgen dat je paard niet uitglijdt. Deze rubberen matten kun je ook aan de onderkant van de stal hangen. Zo kan je paard zich niet bezeren aan uitstekende planken en het is vele malen makkelijker schoon te houden.
Een stal moet je wel 2 x per jaar ontsmetten met een ontsmettingsmiddel (bijvoorbeeld halamid) Je maakt dan de stal helemaal leeg en spuit de stal schoon met een hoge drukspuit. Met een hand sproeier (die ook worden gebruikt voor bestrijding van insecticiden), die je vult met halamid aangelengd met water, sproei je de gehele stal. Na het intrekken van de halamid spuit je de stal nog een keer na met een hoge drukspuit. De stal goed laten drogen en na een paar uur kan er nieuwe bodembedekking in.
Bodembedekking in de stal
Wat wil je als bodembedekking? Stro ziet er fris uit en houdt je paard bezig om aan te knabbelen, maar stro neemt niet zoveel vocht op. Daarnaast geeft stro veel afval als je de stal gaat schoonmaken en moet je ook nogal wat ruimte hebben om strobalen op te kunnen slaan. Vlas neemt daarentegen veel vocht op en het geeft veel minder afval. Ervan eten doen de meeste paarden niet. Vlas ziet er wel minder mooi uit in de stal dan stro omdat het vlas snel bruin wordt als een paard erin gaat urineren of mesten. Mocht je paard toch van het vlas gaan eten (wat echt niet de bedoeling is, maar sommige paarden vinden een schone vlasstal toch wel lekker) dan kun je dat oplossen door in de plantenspuit azijn te doen en dat te sprayen op het vlas.
Wat doe je met al die mest? 2 paarden mesten al snel één kruiwagen vol per dag en daar wil je natuurlijk wel vanaf. Je hebt bedrijven die de mest komen ophalen (champignon kwekerijen komen dit vaak gratis halen ophalen bij een bepaalde hoeveelheid). Maar wellicht mag je je mest bij de buren kwijt als hun ook paarden hebben? Vragen kun je altijd. Of je vraagt waar hun de mest van hun paarden laten.
Weidegang
Je paard moet iedere dag naar buiten om zijn ding te kunnen doen. Een weide is ideaal om je paard in te laten vertoeven. Als je een grote weide hebt, kun je wellicht met stripbegrazing (steeds een stukje weide erbij geven en de rest afzetten met lint) ervoor zorgen dat je paard zich niet overeet. Vooral in het voorjaar is dit belangrijk om te doen. Teveel van het jonge gras is niet goed voor een paard. Dan is het fructaangehalte in het gras te hoog.
Afrastering
Een weide en/ of paddock moet natuurlijk afgezet worden, anders loopt je paard zo weg. En een vreemdeling wil je ook niet zomaar bij je paard laten komen. Prikkeldraad is natuurlijk helemaal niets, je paard kan zich hieraan alleen maar bezeren. Beo band is rubber band, verkrijgbaar in diverse kleuren en breedtes. Dit is ideaal voor een afrastering, je paard kan zich niet bezeren. Schrikdraad is ook ideaal. Je paard weet al heel snel hoe dit werk en blijven uit de buurt van het draad. Je kunt ook een combinatie maken van beo band en schrikdraad (3 draden schrikdraad en 2 beo banden, om en om).
Beo band is ook heel geschikt om je rijbak mee af te zetten. Bij sommige gemeenten heb je een bouwvergunning nodig voor een rijbak die afgezet is met houten planken. Met beo band is dat vaak niet nodig. En mocht je van je paard vallen, dan geeft beo band nog mee, hout niet.
Stalbenodigdheden
De stal moet iedere dag schoongemaakt worden en dan kun je niet zonder een paardenstal mestschep, bezem, veger en blik, kruiwagen en riek.
Water
Je paard moet altijd vers water tot zijn beschikking hebben. Je kunt een drinkbak bevestigen in de stal of buiten in de paddock of weide en die aansluiten op het kraanwater. Nadeel is wel dat de leiding in de winter vaak bevriest en dan heb je nog geen water. Wat je ook kunt doen is een cementkuip van 60 liter aan de rand van de paddock ingraven en hierin het water doen. Ingraven is niet voor niets. Sommige paarden vinden het een sport om de kuip om te gooien al dan niet met water erin, vandaar het ingraven. En zelf als je de kuip ingraaft, krijgen ze het nog voor elkaar om de kuip eruit te halen. Dit zou je dan weer kunnen oplossen door wat bakstenen in de kuip te doen. Je moet natuurlijk de kuip er regelmatig uithalen om schoon te maken. Vooral in de zomer wordt het water snel vies.
Ontwormen
Je paard moet je een aantal keren per jaar ontwormen, elke 6 tot 8 weken. Maar moet dit wel? hoe weet je nu of je paard wel of geen wormen heeft? Je kunt de mest van je paard ook laten testen op wormen. Zo weet je of je paard wormen heeft en zo ja, welke wormen. Je kunt dan gericht behandelen en als je paard geen wormen heeft, hoef je ook niet te ontwormen. Mocht je paard wel wormen hebben, dan weet je ook welke soort wormen en welke wormenkuur het meest geschikt is.
Inenting
Jaarlijks moet je paard geënt worden tegen influenza en tetanus. Vooral als je wedstrijden wilt gaan rijden, zullen de inentingspapieren in orde moeten zijn.
Hoefsmid
De hoefsmid is een belangrijk figuur in het leven van een paard. De hoeven blijven immers zijn hele leven groeien. Gemiddeld elke twee maanden zal hij je paard vereren met een bezoekje. En als je paard op ijzers staat, wellicht om de zes weken. Goed gekapte hoeven zijn heel belangrijk voor je paard en kunnen vele been- en hoefproblemen voorkomen. Tegenwoordig is het beroep ‘hoefsmid’ een vrij beroep. Dat wil zeggen dat iedereen zich hoefsmid mag noemen. Ga na bij referenties of je een goede hoefsmid hebt gevonden en laat niet zomaar iemand aan de voeten van jouw paard komen. Tegenwoordig hoor je ook veel over ‘natuurlijk bekappen’, waarbij de hoef van wilde paarden zoveel mogelijk wordt nagebootst.
Paardentandarts
De paardentandarts dient ook één keer per jaar het gebit van je paard te controleren. Hij is gespecialiseerd in het paardengebit. Ook dit is heel belangrijk voor je paard. Als de tanden en kiezen van je paard niet goed zijn, zou je problemen met rijden kunnen krijgen omdat het bit aan de tanden pijn doet. Ook zou je paard minder goed kunnen kauwen als hij last heeft van zijn gebit. Je paard krijgt dan minder voeding binnen en zijn gezondheid zal achteruit gaan.
Stalapotheek
Een ongeluk zit vaak in een klein hoekje. Dan is het wel handig als je dan iets voor je paard kunt betekenen. Een stalapotheek bevat juist die spullen, die nodig zijn om eerste hulp te kunnen verlenen aan je paard. Het makkelijkste is om een kant en klare stalapotheek aan te schaffen, dan weet je zeker dan je alles hebt voor het verlenen van eerste hulp. Vaak zit daar ook een beschrijving bij, hoe je moet reageren op bepaalde calamiteiten.
Voeding
Je paard eet steeds in kleine beetjes, het liefst met zijn hoofd naar beneden. In de vrije natuur besteedt een paard ongeveer 16 uur per dag aan eten. Het maag- darm kanaal is hierop ingesteld. De micro-organismen die in zijn darmen leven zijn in staat om alle benodigde voedingsstoffen en energie te halen uit cellulose. Cellulose? In welke brokken zit dat? Welnu, hopelijk heb je veel ruimte om voedsel op te kunnen slaan, want een paard heeft eigenlijk niets meer nodig dan… hooi.
Daarnaast kun je een (Rocky) liksteen in de stal hangen. Een liksteen bevat alle mineralen. Als je paard er behoefte aan heeft om zijn tekort aan mineralen aan te vullen, zal hij aan de steen likken. Geen behoefte? Dan zal het mineralen gehalte op orde zijn. Een paard regelt dit zelf. Hooi kunt je het beste een paar keer per dag voeren, minimaal 3 keer. Het liefst de laatste voedingsbeurt ’s avonds laat. Een paard heeft geen dag- en nachtritme zoals wij, dus zal ’s nachts ook willen eten.
Poetsspullen
Natuurlijk wil je niet dat je paard er voor schandaal bijstaat, onder de modder en mestvlekken. Wat zit er in je poetskoffer om je paard en altijd spik en span uit te laten zien?
- rosborstel om de opgedroogde modder eraf te rossen met ronddraaiende bewegingen
- harde grote borstel om na het rossen zijn lichaam te borstelen
- zachte grote borstel om na de harde borstel zijn lichaam te borstelen (glimt je paard al?)
- zachte kleine borstel om zijn hoofd te borstelen
- hoeven krabber om zijn hoeven uit te krabben
- harde kleine borstel om zijn hoeven uit te borstelen na het hoeven krabben
- babyolie om in de manen en staart te wrijven, waarna je met je handen de manen en staart kunt ontklitten
Verantwoording
Als jij je paard aan huis hebt staan, heb jij de volle verantwoording over je paard. Hij is van jou afhankelijk. Dagelijks moet je tijd aan je paard besteden. Hieronder een lijst met werkzaamheden die je iedere dag moet doen, weer of geen weer, zin of geen zin.
Wat moet je iedere dag 's morgens doen
- je paard buiten zetten (als hij nog niet buiten stond)
- je paard hooi voeren
- het water controleren en eventueel aanvullen
- je paard vluchtig controleren op eventuele verwondingen
Wat doe je iedere middag
- je paard poetsen en controleren op eventuele wondjes
- je paard aandacht geven middels rijden, grondwerk, springen, longeren enz.
- je paard hooi voeren
- het water controleren en eventueel aanvullen
- de stal uitmesten en eventueel aanvullen met stro of vlas
- het erf aanvegen
En ’s avonds laat
- je paard hooi voeren
- het water controleren en eventueel aanvullen
‘Bezint eer ge begint’ alle voor- en nadelen op een rijtje
Voordelen
- je leert je paard echt goed kennen, hij wordt een lid van het gezin
- geen reistijdverlies als je naar je paard toe wilt gaan
- je kunt op ieder gewenst moment van de dag naar je paard
- geen bemoeials die het beter denken te weten (hoe lief ook bedoelt)
- de gezondheid van je paard kun je nauw volgen
- jij bepaalt zelf wat jij je paard voert en wanneer, je bent niet afhankelijk van een staleigenaar die er anders over denkt als jij
Nadelen
- je kun niet te lang van huis blijven, je paard heeft immers je verzorging nodig, hij is van je afhankelijk
- mocht je langer van huis willen blijven dan moet je wel een vertrouwd persoon hebben die de verzorging van je paard over wil en kan nemen
- je moet ruimte hebben voor het opslaan van hooi en/of vlas of stro
- je hebt niet de gezelligheid van een pensionstal, je kunt je soms eenzaam voelen. Je bent alleen met je paard.
Hoera, je bent in het bezit van een eigen paard en je hebt de mogelijkheid om hem aan huis te gaan stallen. Hoe ziet een ideale plek voor je paard er dan uit?
Een paradijs op postzegelformaat voor je paard
Je paard zal in goede gezondheid verkeren en heel gelukkig zijn.
- Allereerst ga je op zoek naar een stalmaatje.
- Je maakt (of laat maken) een dubbele schuilstal met 2 openingen (6 x 4 m). Die 2 openingen hebben een functie. Als één paard binnen gaat en het andere paard komt in de deuropening dan kan je paard wat binnen staat toch naar buiten lopen via de andere ingang.
- Voor de schuilstal bestraat je het ongeveer 6 x 6 m. Dat is goed voor het afslijten van de hoeven en je hebt tevens een mooie droge voederplek.
- Op de grond en aan de wand hang je rubberen matten. Wat je voor bodembedekking kiest maakt niet zoveel uit. Voor het mineralengehalte hang je een (Rocky) liksteen op. Om veilig te kunnen schuren hang je bezems op schuurhoogte op.
- De schuilstal staat in een paddock, waar de paarden dag en nacht vertoeven, ongeveer 20 x 20 m. Zo kunnen de paarden zelf weten waar ze willen staan, binnen of buiten. Je zult versteld staan, hoe weinig ze gebruik zullen maken van de schuilstal, zeker als je ze hier geen eten in geeft. Ze zullen hooguit in de stal gaan staan als het enorm waait, de regen met bakken naar beneden komt en op hoog zomerdag als er (teveel) insecten zijn. Regen, sneeuw en koude deert een paard echt niet.
- De paddock zet je in verbinding met je rijbak en/of weide. Door ’s morgens de draden open te zetten, kunnen de paarden daar waar ze maar toe willen: binnen in de schuilstal, buiten in het zand (lekker rollen) of buiten op de weide, wat ze zelf willen. ’s Avonds sluit je de draden weer en zitten de paarden in de paddock met de schuilstal.
- De afrastering maak je van beo band en schrikdraad. Dit is veilig voor je paard en houdt indringers op een afstand.
- Voeren doe je altijd buiten minimaal 3 x per dag voor de stal op het bestrate gedeelte. Mocht het echt stormen en regenen, dat leg je het hooi natuurlijk in de schuilstal, anders waait alles weg. Maar de voorkeur is buiten.
Nog enkele tips
- Een deken hoef jij je paard niet op te leggen, hij is prima in staat om zijn eigen warmte te regelen met zijn eigen bontjas (dan moet je natuurlijk niet zijn bontjas gaan scheren). Als je een oud paard hebt, wat zichzelf niet warm kan houden, dan help jij je paard natuurlijk door hem wel een deken om te doen.
- Paarden halen energie (= warmte) uit voedsel (hooi). Als het dus kouder wordt, moet jij je paard ook meer hooi gaan voeren. Hier moet je wel op letten: hoe kouder het wordt, hoe meer hooi jij je paard moet geven.
- Om de paarden bezig te houden kun je een jolly bal aan je paard geven. Dat is een bal met een hengsel. Het hengsel kunnen ze in de mond nemen, ze kunnen ermee voetballen en op de bal kauwen is ook een leuk spelletje.
- Zet je paard nooit met halster aan in de weide. Je paard zou zich kunnen bezeren door ergens achter te blijven haken. Daarnaast maak je het voor eventuele indringers makkelijker om je paard zomaar mee te nemen.