Een afwijkende beenstand bij paarden

Paardenbenen zijn, uiteraard, niet allemaal hetzelfde. De makkelijkst zichtbare verschillen zitten hem natuurlijk in de kleuren en aftekeningen, maar paardenbenen verschillen ook van elkaar door de stand. In dit artikel bespreek ik de bekendste afwijkende beenstanden bij paarden.

Voorbenen

De gewenste stand

Vanaf de zijkant gezien moeten de bovenarm, voorknie en pijp van het paardenbeen in elkaars verlengde liggen en loodrecht staan. De voetas (denkbeeldige lijn die je door kootbeen, kroonbeen en hoefbeen trekt) van het paard moet een denkbeeldige hoek met de grond maken van ongeveer 40 tot 45 graden. Wanneer een been afwijkt van deze normen voor de normale stand, is er sprake van een afwijkende beenstand.

Afwijkingen die je van opzij ziet

• Onderstandigheid: het paard heeft zijn voorbenen schuin naar achteren staan.
• Gestrekte stand: de voorbenen staan schuin naar voren.
• Bokbenig: de voorknieën zijn ietwat naar voren gebogen, het lijkt alsof het paard kromme knieën heeft.
• Steile koot: de hoek van de voetas met de grond is groter dan 45 graden.
• Weke koot: de hoek van de voetas met de grond is kleiner dan 45 graden.

Afwijkingen die je van voren ziet

• Bodemwijd: de afstand tussen de hoeven is te groot.
• Bodemnauw: de afstand tussen de hoeven is te klein.
• O-benen: de afstand tussen de knieën is te groot.
• X-benen: de afstand tussen de knieën is te klein.
• Toontredend: de ondervoeten lopen naar elkaar toe.
• Franse stand: de ondervoeten lopen van elkaar af, naar buiten.

Achterbenen

De gewenste stand

Vanaf de zijkant gezien moet je een denkbeeldigde loodlijn kunnen trekken vanaf de achterkant van de bil, die dan ook de achterkant van de hak, pijp en kogel raakt. De hoek van het spronggewricht is tussen de 150 en 160 graden en de voetas maakt een hoek tussen de 50 en de 55 graden met de bodem, deze hoek mag dus groter zijn dan de hoek die de voetas van de voorvoet met de bodem maakt.

Afwijkingen die je van opzij ziet

• Onderstandigheid: de achterbenen worden te ver onder het lichaam geplaatst.
• Gestrekte stand: de achterbenen worden te ver naar achteren geplaatst.
• Steile sprong: de hoek van het spronggewricht is groter dan gewenst.

Afwijkingen die je van voren ziet

• Bodemwijd: de afstand tussen de hoeven is te groot.
• Bodemnauw: de afstand tussen de hoeven is te klein.
• Koehakkig: de afstand tussen de hakken is te klein en de hakken zijn naar elkaar gericht.

Afwijkingen die je van achteren ziet

• Bodemwijd: de afstand tussen de hoeven is te groot.
• Bodemnauw: de afstand tussen de hoeven is te klein.
• Koehakkig: de afstand tussen de hakken is te klein en de hakken zijn naar elkaar gericht.