De slipjacht of fox hunting als attractie om te zien
In Engeland is het jagen te paard achter een meute honden aan een veel beoefende sport. Veelal bestaat de meute honden uit foxhounds, vandaar het woord foxhunting. De bedoeling is dat de honden het geurspoor van een vos oppikken en volgen. Een hele groep honden, paarden en ruiters volgen het spoor door weilanden en bossen. Daarbij worden over natuurlijke hindernissen en hekken gesprongen en wordt er door de paarden veel gegaloppeerd. In Nederland spreken we van een slipjacht. Het seizoen van de slipjachten loopt van november tot ongeveer half maart.
Slipjacht
Om mee te willen doen aan een slipjacht moet je lid zijn van een jachtvereniging. Of je wordt als gast uitgenodigd om mee te doen. En dan is het zover. Een slipjacht begint met een meet. De presentatie van de meute (zo’n 60 honden) aan de jachtruiters en de eventuele toeschouwers. Na een welkomstdrankje (stirrup cup) voor de ruiters begint de slipjacht. De honden gaan het reukspoor (scent) zoeken en gaan er enthousiast en luid blaffend achteraan, wanneer dit gevonden is. Het geluid van de honden is tot ver in de omgeving te horen. Daarachter volgen dan de ruiters (het jachtveld).
Het verloop van de slipjacht
Een mooie stoet van wel 40 ruiters te paard met rode jachtrokken en grijze kraag (de heren) en blauwe of groene jachtrokken met grijze kraag (de dames) en genodigden in een zwarte jachtrok of rijjas. Een slipjacht bestaat uit drie of vier runs. Elke run heeft een afstand van goed zes kilometer. Na elke run is er even pauze voor mens en dier. Honden en paarden worden gecontroleerd en kunnen even uitrusten. Aan het eind van de laatste run worden de honden beloond (de kill). De vos is ‘gepakt’. De beloning is geen vos maar koeienpens!
De honden
Ook wel de meute genoemd. Een slipjacht is een imitatie van hoe vroeger (18de eeuw) de jacht op vossen ging. Anno nu is deze jacht op vossen verboden en jagen de honden op een gemaakt geurspoor. Getrokken in lussen, heen en weerbewegingen en cirkels. De honden krijgen als het ware een puzzel om op te lossen. De honden bij een slipjacht zijn jachthonden. De Ierse Kerry Beagle, evenals de driekleurige Foxhound zijn de ideale jachthonden voor een slipjacht. Jachtverenigingen hebben vaak zelf kennels waar ze een fokbeleid hebben om de aanwas van nieuwe honden te garanderen. Een jonge pup gaat het eerste jaar naar mensen thuis, waar ze opgevoed worden. Na dat jaar gaan ze terug naar de meute om verder opgevoed te worden voor het kunnen deelnemen in de meute.
Jachtpaarden
Tijdens een slipjacht wordt er veel van het paard gevraagd. Bijvoorbeeld, over hekken en sloten springen, over akkers, uiterwaarden, heuvels op en af, over omgevallen bomen springen, oneffen bosgrond, bevroren grond of ondergelopen weilanden, door water waden en ook nog eens kunstmatig aangebrachte hindernissen. Van belang bij een slipjacht is de conditie van een paard. Ruiter en paard moeten een eenheid vormen. Gelukkig heeft de ruiter nog een keus om te kiezen over de zwaarte van het parcours. Bij de organisatie van een slipjacht zijn er vier keuzes. Namelijk:
- categorie L: Alle hindernissen en sloten zijn te mijden. Je kunt er met het paard omheen.
- categorie M: De mééste hindernissen en sloten kunnen paard en ruiter omheen.
- categorie Z: De meeste hindernissen kun je niét omheen.
- categorie ZZ: Hindernissen en sloten in de zwaarste categorie. Je kunt er niet omheen
Wie doet wat
Het lijkt tijdens een slipjacht soepel en beheerst te verlopen. Niet zichtbaar is echter een goed georganiseerd beleid. Verschillende taken zijn er voor en tijdens een slipjacht waardoor het vlekkeloos moet verlopen.
Huntsman
De huntsman of kennel-huntsman is vaak in dienst van de jachtvereniging. Hij zorgt voor het fokbeleid en trainen van de honden. Tijdens de slipjacht gaat de huntsman vooruit met de meute.
Whipper-in
Ook wel Whips genoemd. Ze assisteren de huntsman bij de training van de meute en tijdens een slipjacht. Wanneer de huntsman vooruit gaat met de meute, omringen whippers-in de meute. De whipper-in rijdt langs de kant van de jacht en zorgt ervoor dat de honden die zich afsplitsen niet té ver afdwalen.
Master
De M.H. (masterhound) heeft de eindverantwoording voor de organisatorische gedeelten van de vereniging. De master draagt zorg voor de kennels, het transsport en de jachten. In de jacht is de master het algemene aanspreekpunt.
Samen met de huntsman bepaalt ook de master het fokbeleid.
Fieldmaster
De taak van de fieldmaster is om op de dag van de slipjacht, de ruiters op een veilige manier achter de meute te begeleiden. De fieldmaster is de leider in het veld. Niemand rijdt hem voorbij. Hij is op de hoogte van het parcours en weet waar toestemming is van landeigenaren.
Een rood lintje in de staart
Weetjes
- Tijdens de jacht worden de commando’s in de Engelse taal gegeven. Ook de honden zijn daarop getraind.
- Een vrouwelijk hond wordt bitch genoemd.
- Een rood lintje in de staart van een paard betekent dat het paard achteruit kan trappen.
- De hunting horn is het belangrijkste middel van de huntsman om te communiceren met zijn honden en whippers-in. Elke toon die door hem geblazen wordt, heeft een eigen betekenis. Er zijn er een achttal tonen.
- De honden de belangrijkste deelnemers van een slipjacht zijn.
- De zweep wordt gebruikt om te laten knallen voor aandacht. Bijvoorbeeld in het geval van afleiding bij een paard wanneer er een haas of ree wegschiet.