Drinktips voor katten die niet genoeg drinken

Sommige katten drinken niet genoeg. Als je kat denkt dat je kat te weinig drinkt, kun je de urine van je kat laten onderzoeken door je dierenarts. Om urine op te kunnen vangen zijn er speciale kattenbakkorrels bij je dierenarts verkrijgbaar. Dit zijn plastic balletjes die je in plaats van je normale kattenbakkorrels in de kattenbak doet. Deze korrels nemen geen vocht (urine) op, maar bieden je kat wel de mogelijkheid om te kunnen graven.

Hoe merk je dat je kat niet genoeg drinkt

Als je kat te weinig drinkt, zal hij ook minder gaat plassen. Dit is goed te merken in de kattenbak. Er zullen dan minder of kleinere plassen te zien zijn.

Waarom moet je kat genoeg drinken

Goed drinken is vooral belangrijk voor de nieren. Als je kat te weinig drinkt, kunnen zijn nieren niet optimaal werken. Nieren zijn de filters van het lichaam, zij zorgen ervoor dat de afvalstoffen uit je bloed gefilterd worden. Deze afvalstoffen plast je kat vervolgens uit.
Als je kat niet genoeg drinkt, plast hij dus ook niet voldoende en zullen de afvalstoffen in het lichaam van je kat achterblijven. Hierdoor kan je kat erg ziek worden.

Hoeveel moet mijn kat ongeveer drinken

Gezonde katten drinken tussen de 100 en 200 ml per dag (mits ze alleen brokjes eten).

Hoe kan je een kat meer laten drinken

Als je dierenarts constateert dat een kat meer moet drinken, zijn dit bruikbare tips:

1. Zet het waterbakje en het voerbakje niet te dicht bij elkaar. Katten vinden het over het algemeen niet fijn als het waterbakje en het voerbakje te dicht bij elkaar staan. Zorg er bij kieskeurige katten voor dat er minimaal 1 meter tussen de 2 bakjes is.
2. Zet het waterbakje niet vlakbij de kattenbak. De geur van een (gebruikte) kattenbak stimuleerd de meeste katten niet om (meer te) gaan drinken.
3. Zorg dagelijks voor vers drinkwater. Katten zijn kiesbeurige wezens. Als water er te lang staat, hoeven ze het niet meer. Wat 'te lang' is, verschilt per kat. Houdt als richtlijn aan het water elke 24 uur te verversen.
4. Zet meerdere waterbakjes met water verspreidt door het huis. Dan kan je kat zelf bepalen waar hij het fijn vindt om te drinken. Ook kan hij dan drinken wanneer het hem uitkomt.
5. Sommige katten hebben liever stromend water. Bij veel dierenwinkels is een drinkfontein verkrijgbaar. Deze fonteintjes zorgen er vaak niet alleen dat het water blijft stromen, maar ook vers blijft omdat het gefilterd wordt.
6. Sommige katten vinden bepaalde waterbakjes niet fijn, probeer verschillende soorten waterbakjes om uit te vinden welke je kat prettig vindt. Veel katten vinden het bijvoorbeeld niet fijn als hun snorharen de rand van het bakjes aanraken.
7. Zet de waterbakjes op rustige plekken in huis neer, zodat uw kat rustig kan drinken.
8. Veel katten vinden regenwater lekkerder dan kraanwater.
9. Doe wat lekkers door het water, bijvoorbeeld vocht van gekookte vis of kip. Ook is het mogelijk om het kookvocht in kleine porties in te vriezen en deze dagelijks vers door het drinkwater doen. Geef geen melkproducten, dan is er een grote kans op maag-darmklachten.
10. Geef 1x per dag zachtvoer. Zachtvoer (blikvoer) bestaat gemiddeld uit 80% vocht(!) Zorg echter wel dat je kat ook brokjes eet, om de kans op tandsteen zo klein mogelijk te houden.