Groninger paard ooit bijna uitgestorven
Het Groninger paard is een specifiek Noord-Nederlands type paard dat ooit vooral gefokt is voor het werken in zware kleigronden. Het paard is sterk en daardoor geschikt voor boerderijwerk. Nu dat niet meer nodig is worden er minder Groninger paarden gekweekt. Maar door het betrouwbare karakter van het paard en door andere eigenschappen is het ook voor dressuur zeer geschikt. Dankzij de Vereniging Het Groninger Paard wordt het dier voor uitsterven behoed.Kenmerken van het Groninger paard
Het Groninger paard is enigszins zwaar van bouw met korte benen. Het heeft een sprekend hoofd, een gespierde middellange hals en een schoft die soepel overgaat in een sterke rug. De romp van het paard is breed en gespierd. De achterhand is zwaar ontwikkeld en het dier heeft massief beenwerk.Geschiedenis
FokkenHalfweg de negentiende eeuw werd in de noordelijke Provincies gefokt met Oldenburgers, Oost-Friese hengsten en Holsteiner hengsten om een geschikt landbouwtuigpaard te verkrijgen. Het paard moest gemakkelijk in de omgang zijn en sterke benen hebben en hoeven die geschikt waren om op de zware kleigronden van Groningen, Friesland en Drenthe te werken.
Verschillende functies
In de jaren dertig van de twintigste eeuw was het paard van dit type zeer geschikt als boerenpaard en kon het zwaarste landbouwwerk verrichten. Maar het paard kon ook voor artilleriewerk en landelijke rijsport worden gebruikt.
Geen fokrichting meer
Tegen halfweg de twintigste eeuw werd steeds minder gebruik gemaakt van werkpaarden omdat de tractor in opkomst was. Op hetzelfde moment werd de ruitersport echter steeds belangrijker maar stelde andere eisen aan de paarden. De stamboeken probeerden hier aan te voldoen en zo werden uiteindelijk in 1969 drie stamboekregisters ingesteld namelijk voor rijpaarden, tuigpaarden en veelzijdigheidspaarden. In een stamboek worden de afstamming en alle kenmerken van de paarden genoteerd. Het Groninger paard kwam vanaf dat moment niet meer voor als aparte fokrichting.
Voortbestaan dank zij Vereniging Het Groninger Paard
Liefhebbers die het betreurden dat het Groninger paard zou uitsterven richtten daarom in 1982 een eigen vereniging op Het Groninger Paard. Maar omdat op dat moment de Paardenwet van 1939 van de Nederlandse overheid nog van kracht was kon de vereniging niet vrijuit haar gang gaan. In de Paardenwet was namelijk geregeld dat iedereen die actief was in de paardenhouderij zich aan de regels van die wet moest houden. De vereniging werd echter al vrij snel in 1985 bij Koninklijk besluit erkend en kreeg in 1995 de erkenning als oorspronkelijk stamboek volgens de richtlijnen van de Europese Unie.Omschrijving in verenigingsstatuten
In de statuten van de vereniging wordt het Groninger paard als volgt omschreven:“De stap is ruim en energiek, de draf is vlot en economisch, er is sprake van een voldoende goede galop. Ze kunnen langdurig grote werkprestaties leveren en hebben een goede gezondheid. Favoriete kleuren binnen de populatie zijn (donker)bruin en zwart met geringe witte aftekeningen. Andere kleuren komen ook voor, maar zijn minder algemeen.”