De vlinder: een elegant insect
Vlinders nemen een bijzondere plaats in de dierenwereld in. In het algemeen worden vlinders beschouwd als mooi, ongrijpbaar en fascinerend.
De algemene kenmerken van een vlinder:
A = Voorvleugel
B = Antenne
C = Oog
D = Tong
E = Borststuk
F = Scheen
G = Achterlijf
H = Achtervleugel
I = Vleugelstaart of slip /
Bron: Rolf Krahl (Rotkraut), Wikimedia Commons (CC BY-4.0)Algemene informatie
- Latijnse naam: Lepidoptera
- Klasse: insecten ofwel schubvleugeligen
- Type: planteneters
- Waar komen ze voor: Meestal in tropische of subtropische gebieden, maar ook in koude of woestijngebieden
- Hoe oud worden ze: Vlinders worden niet ouder dan 2 tot 3 weken
Geschiedenis
In veel culturen is de invloed van de vlinder niet beperkt gebleven tot alleen het aardse bestaan. Bij de oude grieken bijvoorbeeld, staat het woord “psyche” zowel voor vlinder als voor ziel. Wanneer de ziel het lichaam van de overledene verlaat, vliegt deze als een vlinder naar de hemel. De vlinder wordt gezien als het toonbeeld van onschuld.
Voeding
Vlinders voeden zich met suikers uit fruit en stuifmeel afkomstig van bloemen. Wanneer ze nog in hun rups stadium zijn echter, eten ze juist bladeren en van bepaalde plantensoorten.
Leefgewoonten
Een vlinder maakt in zijn leven een complete gedaanteverwisseling door. Vlinders leggen veel kleine eitjes. Uit zo’n eitje kruipt vervolgens een larve oftewel een rups. De rups eet ontzettend veel, waardoor het al snel steeds groter wordt en een aantal keren vervelt. Bij de laatste vervelling verandert de rups in een pop of cocon. In dit stadium begint zijn metamorfose zodat uit deze pop uiteindelijk een vlinder komt.
Kenmerken van het lichaam
Vlinders hebben vrijwel allen dezelfde lichaamsbouw, maar kennen een grote variatie in de vorm en grootte van de vleugels. Ook de kleuren en patronen van de vleugels verschillen vaak per soort. Hetzelfde geldt voor de rupsen die in allerlei vormen, kleuren en maten voorkomen. Sommige rupsen zijn zelfs gevaarlijk om aan te raken, deze rupsen hebben vaak kleine haartjes op hun lichaam die zorgen voor (soms zware) irritaties op je huid.
Voortplanting
Omdat vlinders maar een kort leven hebben, moeten ze al snel zorgen voor nakomelingen. Hierbij laat het vrouwtje een geurstof los, waarmee ze een mannetje van grote afstand kan lokken. Elke vlindersoort heeft zijn eigen geur zodat mannetjes snel een vrouwtje van zijn eigen soort kan vinden. Een paring duurt al gauw vele uren. Na de paring gaat het mannetje op zoek naar andere vrouwtjes, terwijl het vrouwtje op zoek gaat naar planten om de eitjes op te kunnen leggen. De grootte van de vlinder eitjes varieert van enkele millimeters tot een halve centimeter.
Dag-en nachtvlinders
Bij de vlinders bestaat van oudsher ook een onderverdeling in dag- en nachtvlinders. Deze verdeling is gemaakt op grond van de vorm van de antennes. Dagvlinders hebben een draadvormige antenne, met aan het uiteinde een “knotsje”. De vlinders met andere gevormde antennes, zoals kamvormig of veervormig, worden nachtvlinders genoemd. Je zult ook zien dat veel (maar niet alle) nachtvlinders sombere kleuren hebben op hun vleugels en dagvlinders hebben op hun vleugels juist vrolijke en felle kleuren.
Andere vlinder soorten
Tot nu toe zijn er niet minder dan wel 160000 soorten vlinders beschreven. Teveel dus om ze allemaal op te noemen. De vlinders die we vooral in Nederland kennen zijn:
- Citroenvlinder: de citroenvlinder heeft een lichtgele kleur met bruine stippen
- Dagpauwoog: deze is rood van kleur en heeft op de vleugels zogenaamde “ogen”. Deze zijn om eventuele vijanden af te schrikken.