Hoe leert een paard?
Paarden zijn intelligente dieren die van nature uit heel nieuwsgierig zijn. Ze slaan informatie snel op en zijn hierdoor in staat ook snel te leren. Een paard leert op verschillende manieren. Als we weten hóe een paard precies leert, kunnen we dit gaan toepassen in de training...
Imprenting
Dit proces vindt vlak na de geboorte plaats. Het jonge paardje leert wie zijn moeder is, waar hij kan drinken en waar hij zeker niet kan drinken. Het is dus eigenlijk een snelle (wederzijdse) kennismaking tussen moeder en veulen die er vanaf het begin 'ingeprent' zit. Negatieve ervaringen moeten in deze periode vermeden worden. Het jonge dier zal deze namelijk nooit vergeten en ze een leven lang met zich meedragen.
Observatie - Imitatie
Dit leerproces gebeurd door het nabootsen van wat een ander doet. Hoewel deze vorm van leren nog niet algemeen aanvaard is bij paarden, zien we dit toch voor een stukje terug in de 'voedelwijsheid' van paarden. Ze leren namelijk van soortgenoten wat wel en niet giftig is en wat ze dus beter niet of net wel eten.
Desensibilisatie - Generalisatie - Sensibilisatie
Een paard zal minder op een prikkel reageren als deze veelvuldig aan het paard aangeboden wordt. Dit heet
desensibiliseren. Dit kan op twee manieren gebeuren, namelijk door
geleidelijke gewenning of door middel van
flooding. Geleidelijke gewenning spreekt eigenlijk voor zich: het paard wordt stapje voor stapje blootgesteld aan de prikkel. Het zadelmak maken van een paard is hiervan een voorbeeld: we beginnen met het laten besnuffelen van het zadel, leggen een zadeldekje op, vervolgens het zadel, dan singelen we aan, ... Bij flooding ga je ineens over naar de laatste stap: zadel er op en klaar. In sommige gevallen misschien een succes verhaal, maar meestal zal het paard een schrikreactie vertonen welke van blijvende aard kan zijn.
Om bij het voorbeeld van zadelmak maken te blijven: een zadeldekje opleggen kent het paard al, dus een deken opdoen zal ook geen probleem opleveren. Dit heet
generaliseren: het paard zal niet reageren op een soortgelijke prikkel.
Het tegenovergestelde van desensibiliseren is
sensibiliseren: het gevoeliger maken voor een bepaalde prikkel. Het verfijnen van je beenhulp is hier een voorbeeld van.
Klassieke conditionering
Een neutrale prikkel wordt gevolgd door een bepaalde reactie. Het paard kan een bepaalde reactie aanleren op een nieuwe, andere prikkel welke uiteindelijk de neutrale prikkel vervangt. Deze theorie is ontwikkeld door Pavlov. We nemen als voorbeeld een paard dat ongeduldig met zijn been tegen de staldeur slaat als er gevoerd wordt. In eerste instantie slaat het paard tegen de deur als hij de persoon met voerschep ziet. Alvorens deze persoon verschijnt, rammelt de voerkar. Het paard zal na verloop van tijd reeds beginnen slaan met het been als het de voerkar hoort.
Operante conditionering
Een reactie wordt gevolgd door een bekrachtiging of straf. Hiermee willen we dit gedrag aanmoedigen of net ontmoedigen. We spreken hierbij steeds over een negatieve bekrachtiging/straf of een positieve bekrachtiging/straf.
- positieve bekrachtiging: we bieden een positieve prikkel aan, bijvoorbeeld een voedselbeloning
- negatieve bekrachtiging: we nemen een negatieve prikkel weg, bijvoorbeeld druk
- positieve straf: we bieden een negatieve prikkel aan, bijvoorbeeld het geven van een tik
- negatieve straf: we nemen een positieve prikkel weg, bijvoorbeeld een paard dat op de weg naar huis loopt te drammen, draaien we om en laten we een eindje terug lopen