Dieren gedrag aanleren
Hoe kun je een dier iets aanleren? Leert een dier ook zelf? Interessante vragen. Het gedrag van dieren wordt daarom al eeuwenlang bestudeerd. Vooral de vraag of iets aangeleerd of aangeboren is, blijft biologen boeien. Dit artikel beschrijft naast deze twee verschijningsvormen van gedrag ook de vormen van leren.
Aangeboren gedrag van dieren
Dit is gedrag dat de eerste keer dat het door het dier wordt uitgevoerd meteen goed wordt uitgevoerd, ook al heeft dat dier nog nooit een voorbeeld gezien of gehoord.
Aangeboren gedrag beïnvloed door leren
Dit gedrag ligt voor een groot deel vast, maar is voor een groter deel te leren. Een voorbeeld daarvan is vogelzang. Vinken leren door hun levensjaren heen steeds betere vormen van zang. Een andere soort is
flexibel gedrag. Dit laatste komt grotendeels tot stand onder invloed van leren, dus door ervaringen die het dier tijdens zijn leven opdoet.
Verschillende vormen van leren
Er zijn verschillende vormen van leren (vanuit de biologie bekeken):
- Gewenning: als een prikkel kort na elkaar vaak voorkomt, zullen dieren daar steeds minder of helemaal niet meer op reageren.
- Inprenting: Leren door inprenten betekent dat een dier iets alleen kan leren tijdens een bepaalde periode in zijn of haar leven, de gevoelige periode genaamd.
- Imitatie: Jonge chimpansees kijken af hoe oudere dieren takjes van bladeren ontdoen en de kale takjes gebruiken om termieten uit hun nest te peuteren. Door imitatie van gedrag dat nieuw is, dus niet erfelijk vastgesteld, kan een traditie ontstaan.
- Inzichtelijk leren: Als dieren in een nieuwe situatie proberen sneller op te lossen dan op grond van trial-and-error leren mogelijk zou zijn, noem je leren op grond van inzicht (in die situatie).
- Trial-and-error: Net zolang proberen tot iets toevallig lukt. Dit wordt ook beschreven als proefondervindelijk leren.
Klassieke conditionering en Operante conditionering
Een andere manier van leren is conditionering. Deze kan in twee soorten worden onderscheiden:
- Klassiek: Klassieke conditionering wil zeggen dat een dier aan een nieuwe prikkel een betekenis leert hechten door de prikkel te associëren met een (positieve al dan niet negatieve) ervaring. Een al aanwezige reflex krijgt door leren een andere sleutelprikkel.
- Operant: Operante conditionering wil zeggen dat het dier nieuw gedrag leert, doordat het voor dat gedrag wordt beloond. Wanneer een dier door een commando het gewenste gedrag vertoont, wordt het dier beloond. Na een tijdje is de beloning niet meer nodig, het dier vertoont het gewenste gedrag op commando (bijvoorbeeld het aanleren van 'pootje geven' aan een hond).