Waardoor verbeterde de tweebenige loop?
Volgens Sherwood Washburn (antropoloog, afgestudeerd aan de Universiteit van Berkeley) zou het eten van vlees hebben geleid tot verbeterde jachttechnieken. Het uitoefenen van de jacht leidde weer tot effectievere werktuigen en wapens en een verbetering van het lopen op twee benen. Volgens Sherwood zou dat weer hebben kunnen uitmonden in permanente man-vrouw verbintenissen, 'gezinsvorming' en de rol van het mannetje als gezinshoofd.
De rol van het mannetje als gezinshoofd
De rol van het mannetje als gezinshoofd is belangrijk voor de evolutie van de hominiden.
Het mannetje heeft invloed gehad op:
- de evolutie van verschillende en toepasselijke rollen voor mannen en vrouwen in het dagelijks bestaan;
- de ontwikkeling van het leren van ingewikkelde en toepasselijke nieuwe bekwaamheden aan de jongeren;
- de ontwikkeling van een 'vaste' woonplaats;
- de kwesties van jacht en het delen van voedsel.
Opmerking
Alle boven vermelde elementen houden verband met elkaar en vormen samen een ingewikkeld terugkoppelingssysteem. In dit artikeltje bekijken we vooral de lichamelijke veranderingen ten behoeve van een betere tweebenige loop.
Rollen en de consequentie daarvan
Rollen veronderstellen een evolutionaire vormgeving die bij de rollen past:
- Mannen zijn bijvoorbeeld groter en sterker dan vrouwen. Dat zijn ze zeker miljoenen jaren lang geweest. De eigenschappen groter en sterker zijn logisch voor beschermers en jagers. De relatie tussen functie en lichaamsbouw is duidelijk en direct;
- Daarnaast kan de man ook harder lopen dan de vrouw. Hier is het verband noch eenvoudig noch direct. Wanneer rennen alleen maar een kwestie zou zijn van grootte en kracht, dan zou de grootste en sterkste man de snelste loper zijn. Het is echter bekend dat dit niet het geval is. Daarom moet er een andere reden zijn waarom een lenige vrouw niet zo snel is als haar zwaardere levensgezel.
Redenen waarom de vrouw niet zo snel is
- 1. Snelheid is niet nodig, omdat de vrouw in toenemende mate de rol op zich neemt van: moeder; verzorgster van het huis, verzamelaarster van voedsel;
- 2. Snelheid is onmogelijk, omdat de vrouw moeder wil zijn van kinderen met grotere hersenen. Het beste bekken voor het dragen van zulke kinderen is niet het beste bekken om hard te lopen of zelfs om het meest doelmatig te lopen.
Lichamelijke veranderingen
Om goed op twee benen te kunnen lopen, moesten er evolutionaire veranderingen komen in de vorm en de afmetingen van:
- de voet;
- het been;
- het bekken
van de proto-hominide.
Alsmede in de spieren van:
Loopwijze van een chimpansee
Een chimpansee kan vrij gemakkelijk op zijn achterpoten lopen, maar niet langdurig. Het dier kan ook verrassend snel lopen. Echter voor efficiënt rennen en lopen zoals de mens dat kan, daarvoor is de chimpansee niet goed gebouwd. Immers bij de chimpansee:
- zijn de poten te kort;
- hebben zijn voeten niet de goede vorm;
- steekt zijn grote teen zijwaarts uit (als bij een duim) in plaats van vooruit om de stap veerkracht te geven;
- zijn de drie voornaamste bilspieren nogal klein en slecht geplaatst.
Opmerking
Betreffende bilspieren zijn op zo'n manier aan zijn beenderen bevestigd, dat er niet voldoende hefboomkracht wordt geleverd voor een krachtige stap. Bovendien beweegt de chimpansee zich met een soort waggelende of schommelende gang, omdat zijn poten zover uiteen staan, dat hij het gewicht van zijn lichaam bij elke stap moet verplaatsen om het boven het been te brengen dat op de grond staat.
Doelmatiger bouw om rechtop te lopen
Een doelmatiger bouw om rechtop te lopen vereist:
- rechtere benen;
- benen die dichter bij elkaar staan;
- benen die de mogelijkheid bieden om dijen, knieën en enkels tegen elkaar te brengen wanneer het wezen met zijn voeten naast elkaar staat.
Evolutie
De doelmatiger loop werd mogelijk gemaakt door een duidelijke verandering in de vorm en afmetingen van de been- en voetbeenderen en speciaal van het bekken van de voorouders van de mens. De twee grote heupbeenderen zijn gedraaid en platter geworden. Dit draagt ertoe bij om de romp verticaler op de benen te plaatsen, maar zorgt er tevens voor dat er een betere aanhechtingsmogelijkheid en veel betere hefboomkracht verschaft wordt voor de drie paren bilspieren die bij het lopen worden gebruikt. De mens heeft geleidelijk al deze verbeteringen verworven. De chimpansee en de gorilla niet. Vandaar ook hun wijdbenige en inefficiënte schuifelgang.