Chocogarnalen in het aquarium
Chocogarnalen horen tot de minder bekende soorten garnalen die in het aquarium gehouden kunnen worden. Dit waarschijnlijk omdat ze ook kleine vissen eten. Toch zijn het interessante beestjes die prima gedijen in een wat ruimer aquarium met wat drijfplantjes en schuilplaatsen. Houd ze in een speciaalaquarium, of combineer ze met grote vissen.
De chocogarnaal
De
chocogarnaal is ook bekend onder zijn Latijnse naam:
Macrobrachium sp. Choco. Daar hij onderdeel is van de familie Macrobrachium, valt hij, samen met 130 andere soorten, onder de glas- of zoetwatergarnalen.
Deze diertjes worden tot 6 tot 10 centimeter lang, exclusief scharen. Het zijn dus vrij grote beestjes. Ook kunnen ze agressieve neigingen vertonen tegenover andere vissen. Het is daarom beter om een speciaalaquarium in te richten voor deze beestjes. Meerdere aquarianen hebben een chocogarnaal in het gezelschapsaquarium gehouden zonder te weten wat het beestje precies deed, daarom heeft de chocogarnaal een slechte reputatie opgebouwd.
De naam chocogarnaal is ontleend aan het meer waarin deze garnalen leven: het Chocomeer in Colombia. Toevallig of niet: de garnalen hebben een donkere, chocoladebruine kleur.
In het Engels wordt deze soort Chocolate Shrimp genoemd, in Duitsland Schoko Garnele.
Verzorging
Waterwaardes
Temperatuur: 18-28 graden
Het gebruik van zacht water is aan te raden. Verder zijn de waterwaardes van weinig belang. Zorg wel dat er genoeg calcium in het water aanwezig is om het pantser van de garnalen in goede conditie te houden. Hier zijn speciale preparaten voor verkrijgbaar in de handel
Aquarium inrichten voor chocogarnalen
Omdat chocogarnalen vrij groot worden, hebben ze ook een tamelijk ruim aquarium nodig. 60 centimeter is wel het minimum. De inrichting is maar van weinig belang. Enkele stukken kienhout en wat mooie planten (naar eigen smaak) voldoen prima. Wat drijfplantjes is ook aan te raden, maar is niet noodzakelijk. De richtlijn voor het houden van deze garnalen is: 1 garnaal op elke 10 liter water.
Voeding
Chocogarnalen zijn, net als andere garnalensoorten, echte alleseters. Algen, voederresten, gekookte of geblancheerde groenten, afgestorven planten, ze eten het allemaal. Let op: chocogarnalen schuwen niet om een (kleine) vis te pakken, houdt ze daarom liever niet met kleinere vissen, of met vissen die zich 's nachts op de bodem ophouden. Chocogarnalen zijn wel weer heel geschikt om van een overschot kleine visjes (zoals guppen en andere levendbarende vissen) af te komen. Ook zijn ze niet geschikt om te houden met andere garnalensoorten.
Houd je chocogarnalen met grotere vissen, houdt er dan rekening mee dat de garnaal na het vervellen een makkelijke prooi is voor grote vissen. De garnaal vervelt elke 4 tot 5 weken, waarna zijn pantser een tijdje heel zacht is.
Chocogarnalen kweken
De voortplanting van Macrobrachium sp. Choco is vrij lastig te realiseren, maar is wel te doen. Er is echter maar weinig over bekend, behalve dat chocogarnalen zich voortplanten in zoet water. Waarschijnlijk is het raadzaam om de temperatuur vrij hoog te houden, dit is bij andere garnalen ook het geval. Denk aan een graad of 25 a 26. Zorg ook voor zacht water.
Mocht je graag jonkies willen en heb je nog maar weinig ervaring met kweken, dan kun je wellicht beter een andere garnalensoort kiezen, bijvoorbeeld de
Vuurgarnaal. De Vuurgarnaal blijft ook een stuk kleiner dan de chocogarnaal, en is daarom ook geschikt voor de gezelschapsbak.