Domesticatie en evolutie van het paard
Van bron van vlees tot sport- en troeteldier; deze stap heeft het paard in de laatste 10.000 jaar afgelegd. Eens de mens wat meer sedentair werd (op 1 plaats leefde) duurde het niet lang eer hij de voordelen van het paard als bondgenoot inzag.
Equus ferus werd door de mens eerst opgejaagd als
vleesdier. In het Neolithicum (zo'n 10.000 jaar geleden) werden de weinig agressieve dieren (dus ook paarden) en weerloze of jonge vrouwelijke individuen gespaard en tijdelijk bijgehouden. Ze dienden toen vooral als lokmiddel of als vleesvoorraad.
Begin domesticatie
De eerste
domesticatiehaard situeert zich in Zuid-Oekraïne rond
3.500 voor Chr. Vanuit Oekraïne verspreidden de gedomesticeerde paarden zich eerst naar Z.O.-Europa. Deze paarden waren van
Tarpan herkomst, een type tussen het grote woudpaard uit Europa en het Mongools wild steppenpaard in Midden-Azië. De oorspronklijke paarden (zoals Equus ferus) waren eerder klein. In gevangenschap werden de paarden geleidelijk groter door gericht fokken. De echt gedomesticeerde paarden werden tot volwassen ouderdom aangehouden (in het begin de zwakkere individuen en hoogdrachtige merries).
Van vleesbron naar nutsdier
Tijdens het bronzen tijdperk werden grootwielige wagens ontworpen, die,
getrokken door het paard, zorgden voor sneller vervoer van een steeds groter volume van waardevolle goederen. Hierdoor kwam er ook meer contact met naburige en verder verwijderde bevolkingen. De vervaardiging van 2-wielige strijdwagens betekende een ware revolutie in het gebruik van trekpaarden voor
militaire doeleinden.
Begin ruiterij
Rond 2.000 vChr verschenen de eerste
bereden paarden in Mesopotamië; 500 jaar later ook in Mongolië. Vanaf dan kon men al spreken van 2 groepen:
- Kleine ponyachtige paarden ontstonden in Centraal- en Klein-Azië. Ze zijn de voorgangers van de Oosterse populaties zoals de Arabische Volbloed.
- Hoogbenige lymfatische bospaarden ontwikkelden zich in Z.O.-Europa. Ze waren smal van bouw en met een overvloedig behang aan benen. Zij zijn de voorlopers van de zware militaire ruiterij- en wagenpaarden van de Romeinen en van de recentere trekpaarden.
Selectie om het ras te verbeteren
Vanaf 1.500 vChr begon het aantal paarden in Egypte en Klein-Azië sterk toe te nemen. De mens begon ook de herkomst van de paarden op te tekenen en behandelde ze meer en meer als individuen. In China werden vanaf 1.300 vChr paarden aangespannen en bereden en vanaf 500 vChr vonden de Chinezen naast het zadel ook stijgbeugels uit. Naast de rijpaarden werden in China rond het jaar 0 ook grote aantallen zwaardere paarden gekweekt.
In de Middeleeuwen werden in Europa zwaardere rijpaarden gekweekt. Ze droegen, net als hun ruiters, harnassen. Hieruit ontstonden de grote zware tornooipaarden. Na de ontdekking van het buskruit was er ook nood aan kleinere en vinniger paarden om de schoten te kunnen ontwijken.
In 1492, bij de ontdekking van Amerika door Columbus, was er geen enkel paard meer aanwezig in heel dit continent (de IJstijd in combinatie met intensieve jacht). Eind 16de eeuw en in de 17de eeuw werden in Centraal- en Zuid-Amerika veel Spaanse paarden ingevoerd. Ze vonden, door de interesse van de Indianenbevolking, snel hun weg naar Noord-Amerika. Bijzondere haarkleedpatronen (bont in al zijn variaties) en verdunde haarkleuren (isabel, valk), afkomstig van de Spaanse paarden, waren zeer geliefd. In de 2de helft van de 17de eeuw en in de 18de eeuw brachten de Angelsaksische inwijkelingen in het N.O. van de USA Engelse halfbloedpaarden mee. De hedendaagse paardenpopulatie van USA bestaat dus uit de samensmelting van de Spaanse en Engelse aanvoer.
Hoogtepunt van het paardenbestand
Op wereldniveau werd het hoogste aantal paarden bereikt van na de Napoleontische periode tot aan de eerste Wereldoorlog:
- Trekpaarden waren zeer belangrijk door de steeds toenemende productie van landbouw en industrie. Steeds meer goederen moesten vanuit de productiecentra vervoerd worden naar handelaars en particulieren.
- De legers van de Europes en Amerikaanse grootstaten hadden een enorme bereden cavalerie en gebruikten lichte trekpaarden voor het vervoer van de artillerie. Staatsstoeterijen werden opgericht in verschillende landen. Daar werden zeer goede hengsten van allerhande rassen uitgebaat ter verbetering van het paardenbestand.
- Ook het aantal ren- en sportpaarden nam toe in deze periode.
Invloed van de mechanisatie
Na WO1 en in versneld tempo na WOII, werd er meer en meer gemechaniseerd. In de landbouw deden tractoren hun intrede, in het goederenvervoer kon men gebruik maken van auto's, vrachtwagens, trein... Hierdoor werd het trekpaardenbestand sterk uitgedund. In bepaalde landen werd het gebruik van het paard hiervoor als een teken van economische en sociale achterlijkheid beschouwd. In de ontwikkelde landen met relatief hoge levensstandaard werden de trekpaarden gedeeltelijk vervangen door rij- en sportpaarden. In enkele landen is het aantal paarden zelfs toegenomen. Sinds 1980 is het paardenbestand in de wereld gestabiliseerd op 60 à 65 miljoen paarden.