Van een wraakzuchtige larve, naar een prachtige libel
Een libel heeft al een heel leven achter de rug voordat het een libel is. Van ei, tot pro-larve, tot larve en dan na jaren eerst even een imago en dan pas een libel. De larve, die uit het ei komt, lijkt absoluut niet op een libel. Na veel vervellingen wordt de larve heel langzaam een imago (een libel). Het imago sluipt heel langzaam uit de rug van de larve en moet eerst opwarmen en uitkleuren voordat hij of zij kan wegvliegen. Vervolgens leeft zo’n schitterende libel gemiddeld maar zes tot acht weken.
Orde van de libellen
Libellen (Odonata) zijn een orde van insecten (Pterygota) met de hoofdorde de Exopterygota waarvan de libellen (Odonata) één van de negetien ordes is. De orde van de libellen bestaat uit twee onderordes namelijk:
- juffers of gelijkvleugelen (Zygoptera);
- echte libellen (Anisoptera) of ongelijkvleugelen. Met de echte libellen wordt hetzelfde bedoeld als met libellen.
♂ Viervlek, familie van de Libellulidae (Korenbouten)
Verschil juffers en libellen
Een groot en zichtbaar verschil tussen de juffers en de libellen zijn de vleugels. De juffer is een gelijkvleugelig insect en de libel is een ongelijkvleugelig insect. Beide soorten hebben twee achtervleugels en twee voorvleugels. Doorzichtige vleugels met een netwerk van aderen en een gekleurde vlek aan de voorrand, het pterostigma of de vleugelvlek. Bij libellen zijn de voor- en achtervleugels niet gelijk aan elkaar en zijn deze niet met elkaar verbonden zodat ze apart gebruikt kunnen worden. Bovendien zijn de achtervleugels breder dan de voorvleugels en de vleugels in rust worden in de volle breedte uitgespreid. Bij juffers hebben de voor- en achtervleugels dezelfde vorm en functie en zijn ze in rust samen gevouwen op de rug. Het lijkt dan ook of er maar één paar vleugels is in plaats van twee paar. Een ander verschil is dat libellen gemiddeld 3 tot 8,5 centimeter groot zijn en de juffer is 2,5 tot 5 centimeter groot. Waar het achterlijf van de juffer lang, rond en slank is heeft de libel een dik en afgeplat achterlijf.
♀ Platbuik, familie van de Libellulidae (Korenbouten).
Libellen en hun families
Wereldwijd komen veel soorten libellen voor. Libellen met de mooiste kleuren en vreemdste vormen. Het zijn liefhebbers voor de warmere gebieden. In Europa komen ongeveer 150 libellensoorten voor. In Nederland en België leven ongeveer 75 soorten. De families in beide landen zijn:
- Glazenmakers (Aeshnidae);
- Rombouten (Gomphus);
- Bronlibellen (Cordulegastridae);
- Glanslibellen (Corduliidae);
- Korenbouten (Libellulidae).
♂ Bruinrode heidelibel, familie van de Libellulidae (Korenbouten).
Habitat
De libelle is te spotten in de buurt van stilstaand zoet water. Water waar de larven leven en uiteindelijk een libel worden. Libellen hebben een voorkeur voor schoon water en er zijn geen libellen te zien in vervuild water of in zout water. Enkele soorten leven graag bij stromend water zoals de:
- rombouten;
- bronlibbellen.
Kenmerken van de libel
De kenmerken van een libel zijn o.a.:
- grote facetogen als twee halve bollen;
- grote vleugels met een vleugelvlek (Pterostigma);
- een langwerpig achterlijf;
- stekelige poten.
Grote facetogen
Bloedrode heidelibel, kop en pterostigma
Het meest opvallende van de kop zijn de grote facetogen. Facetogen of samengestelde ogen bij de libel bestaan uit 50 duizend facetjes (omnatidium) en elk facet (lichtdetector) heeft zijn eigen lens. Daar waar de mens één lens heeft, heeft de libel er tienduizenden. Het bovenste deel ziet scherp en het onderste deel van het grote oog ziet alles van dichtbij. Bij libellen raken de twee ogen elkaar bovenop de kop, terwijl dit bij de juffers niet zo is. Onder de bolle ogen heeft de libel twee kleine sprieten of antennes, die amper te zien zijn. De antennes hebben specifieke receptoren waarmee de libel kan ruiken. Met de antennes kan een libel eveneens de snelheid meten.
Vleugels
De libel is een ongelijkvleugelig insect en heeft twee paar vleugels, twee voorvleugels en twee achtervleugels. Ongelijkvleugelig houdt in dat de achtervleugels die achter de voorvleugels staan ingeplant, apart aangestuurd kunnen worden. De vier vleugels zien er door een netwerk van aderen gaasachtig, dun en doorzichtig uit. Doordat de twee paar vleugels apart van elkaar werken is de libel een kunstenaar in het vliegen zoals:
- stilstaan in de lucht (als een helikopter);
- achteruit vliegen;
- verticaal opstijgen.
Pterostigma
De vleugels bestaan uit een netwerk van aderen. In de voorrandaders van alle vier de vleugels hebben libellen (net als juffers) een gekleurde vleugelvlek (pterostigma). De pterostigma vult één cel van de aders op met een karakteristieke kleur. Het opvullen van één cel in de vleugel verzwaart de vleugel en verhoogt enigszins de zweefsnelheid van de libel. Voor het determineren van de libel maakt de kleur van het pterostigma veel uit. De bruinrode heidelibel heeft bijvoorbeeld een rood pterostigma, de platbuik een donkerblauw pterostigma en de zwervende heidelibel een geel pterostigma.
♀ Bruinrode heidelibel
Achterlijf
Het kleurende achterlijf bij de libel bestaat uit tien segmenten en is zeer buigzaam wat belangrijk is bij de paring. Tevens heeft het achterlijf een verstevigende functie bij het sturen in de vlucht. De kleuren van de segmenten helpen bij het vinden van een geschikte partner. Tevens zijn de kleuren bepalend bij het determineren, maar er schuilt wel een addertje onder het gras. Een aantal soorten is erg moeilijk te determineren, omdat de kleur:
- van de oudere vrouwtjes hetzelfde wordt als die van de jonge mannetjes;
- aangepast kan worden aan de lichaamstemperatuur en zo kan veranderen;
- vervaagt wanneer de libel ouder wordt;
- bij oudere mannetjes kan veranderen door een poederachtige witte stof op het achterlijf (berijping).
♂ bruinrode heidelibel met stekelige zwarte poten en een smalle gele streep.
Stekelige poten
De poten van de libel hebben een soort stekels (doornen). De stekels zorgen ervoor dat een gevangen prooi niet meer kan ontsnappen. Ook hebben de poten bij sommige soorten nog een extra gekleurde streep over de stekelige poten. Het brengt het determineren een stuk verder.
Snor of hangsnor bij de heidelibel
Wat het juist determineren van de bruinrode heidelibel, bloedrode heidelibel en steenrode heidelibel (libellen uit de familie van de korenbouten (Libelludae) ook verder brengt is goed kijken of de snor bij de libel aanwezig is. Tussen de bolle facetogen hebben de heidelibellen een zwarte streep (snor). Alleen bij de steenrode heidelibel loopt de zwarte snor naar beneden als een hangsnor. Alweer een stap dichterbij determinatie welke heidelibel er gezien is of op de foto is gezet.
Het paren van libellen
Voorafgaand aan de paring brengt het mannetje sperma naar een secundair geslachtsorgaan aan het achterlijf. Hij pakt vervolgens een vrouwtje, in de buurt van water, door haar met zijn achterlijfaanhangsel beet te pakken achter de kop en vervolgens brengt het vrouwtje haar achterlijf naar het secundair geslachtsorgaan aan het borststuk van het mannetje, de beroemde hartvormige tandempositie of het paringswiel. Samen vliegen ze verder en de duur van de paring kan duren van enkele seconden tot meerdere uren.
Paringswiel ♂ en ♀ paardenbijter
Van ei, pro-larve, larve naar libel
Libellen zijn een primitief soort insecten. De larve van een libel lijkt niet op een volwassen libel en ondergaat een onvolledige gedaanteverwisseling. Door als larve vele malen te vervellen wordt pas bij de laatste vervelling goed duidelijk dat het een libel wordt. Van larve naar libel gebeurt als volgt:
- Eieren leggen;
- Prolarve;
- Larve;
- Imago.
Ei-afzetting grote keizerlibel
Eieren leggen
Na de paring gaat het wijfje de eitjes leggen in het water. Als een danseres vliegt ze dippend met haar achterlijf over het wateroppervlak en legt zo de eitjes in het water. Libellen kunnen wel 200 tot 1000 kleine eitjes leggen. De eitjes komen, afhankelijk van de temperatuur, binnen een paar weken uit. Bij de noordelijke soorten, zoals de noordelijke bandgrondlibel of noordelijke witsnuitlibel kunnen de eitjes die in de herfst worden gelegd de hele winter in eivorm blijven voordat het volgende stadium aanbreekt.
Prolarve
Het volgende stadium is dat na het uitkomen van het eitje de prolarve verschijnt. Een klein en wormachtig diertje dat zich spartelend voortbeweegt omdat een prolarve geen poten heeft. Is een geschikt plekje bereikt dan gaat de prolarve vervellen en verschijnt de jonge larve.
De gedaanteverwisseling van larve naar libel (viervlek).
Larve
De larven van een libel worden ook wel nimfen genoemd. De nimfen hebben 3 paar poten, grote ogen en grote kaken waarbij ze niet schuwen om prooien te vangen die even groot zijn als zijzelf. Deze larven vervellen negen tot zestien keer en na elke vervelling worden de vleugels zichtbaarder. De larven worden ongeveer 5 centimeter lang, met een breed achterlijf en opgevouwen onder de kop een uitklapbare grijper waarmee de prooi gevangen wordt. Het larvestadium kan één of meer jaren duren.
Imago
Na elke vervelling van een larve, die leeft in het water gaat deze steeds meer een beetje lijken op een libel. Het definitief veranderen van larve naar libel geschiedt het liefst ´s morgensvroeg (omdat de kans als prooi te dienen dan het kleinst is) aan de waterkant, in het riet of een ander gewas en duurt een paar uur. Nadat de larve een plek aan de oever heeft gevonden barst de huid open bij de thorax en de uitsluiping van het imago is begonnen. De thorax bevindt zich tussen de kop en het achterlijf van de larve. Heel langzaam is de prille, tere, en licht gekleurde libel (het imago) steeds meer zichtbaar. Het imago grijpt zich vast aan een plantenstengel en trekt zich uit de larve, pompt zicht op door middel van lichaamsvloeistoffen en nadat de vleugels door de zon zijn opgedroogd en uitgehard, vliegt het imago weg. Enkele dagen lang zijn de verse imago’s te herkennen aan hun glimmende vleugels voordat het een libel is.
Imago viervlek en larvehuid
Geslachtsrijp
Na de uitsluiping en het wegvliegen van de net geboren libel (imago) is deze niet direct geslachtsrijp. De periode waarin een imago een libel wordt (de maturatiefase) duurt gemiddeld een tot twee weken. Pas dan heeft de libel voldoende energie opgedaan om aan voortplanting te denken.
Weetje
Mensen die libellen bestuderen worden odonatoloog genoemd.