De grote albatros, de grootste (vliegende) vogel ter wereld
De grote albatros is de grootste albatrossoort op aarde en staat ook wel bekend als de 'Diomedea exulans'. Hij is tevens de grootste vliegende diersoort en kan meer dan 10 kilogram wegen. Deze vogel heeft ondanks zijn gewicht het vermogen om voor een lange periode te kunnen vliegen. Hoe zorgt hij ervoor dat hij zo lang in de lucht kan blijven en hoe zorgt hij ervoor dat hij hierbij zo min mogelijk energie gebruikt? In welke gebieden komt de grote albatros allemaal voor en wat eet hij zoal?
De grote albatros
Benamingen
De grote albatros staat ook wel bekend als de reuzenalbatros en behoort tot de 'stormvogelachtigen'. De Latijnse benaming voor deze vogelsoort is 'Diomedea exulans'. De grote albatros wordt in het Engels ook wel 'the wandering albatross' genoemd.
Uiterlijk
Deze vogelsoort heeft lange dunne vleugels. Hun lichaam is wit van kleur, behalve de toppen van hun vleugels. Deze zijn namelijk zwart van kleur. De staart van een albatros kan zowel licht of donker van kleur zijn. De vrouwtjes hebben veren die iets donkerder zijn dan die van de mannetjes.
De enorme afmetingen van de reuzenalbatros
Deze albatrossoort kan een spanwijdte van meer dan 340 centimeter bereiken zodat hij voor zijn gewicht kan compenseren. Het totale gewicht dat hij kan bereiken is namelijk 12 kilogram. Zijn vleugels zijn lang en smal zodat hij in de lucht zeer wendbaar is. Deze wendbaarheid heeft hij nodig om met de windstromen te vliegen en voedsel te vangen.
De leefomgeving van de grote albatros
Deze diersoort bevindt zich boven en nabij de verschillende zuidelijke oceanen. Er bestaan diverse kolonies die zich op de sub-Antarctische eilanden bevinden. De vogel vliegt voor het grootste gedeelte van zijn leven. Ondanks zijn gewicht hoeft hij hiervoor weinig energie te gebruiken.
Hoe maakt hij gebruik van de windstromen?
De reuzenalbatros hoeft tijdens het vliegen weinig energie te gebruiken omdat hij gebruik maakt van de warme luchtstromen en de verandering van de windsnelheid boven het water. Hij beweegt zich met het ritme van de golven voort. Dit doet hij door snelheid te winnen wanneer de wind zich in zijn rug bevindt. Hierna draait de albatros tegen de wind in zodat de vogel omhoog gestuwd wordt. Vervolgens herhaalt hij hetzelfde patroon om zijn reis te kunnen voortzetten.
Voedsel
Hij eet onder andere vis, inktvis en kreeftachtigen. Het liefst eet hij pijlinktvissen. Tijdens de jacht zoekt hij binnen een gebied van duizenden kilometers naar voedsel en gebruikt vervolgens zijn grote snavel om zijn prooidier te kunnen vangen. In sommige gevallen legt hij binnen ongeveer twintig dagen zo'n 10.000 kilometer af om vis te vangen. De visserij is een ernstige bedreiging voor het voortbestaan van de diersoort. Soms komen deze dieren namelijk aan een vishaak vast te zitten waardoor zij sterven. Hiernaast zorgt de visserij ervoor dat er minder vis beschikbaar is.
Grotealbatroskuikens zijn geheel afhankelijk van hun ouders. /
Bron: D-Stanley, Flickr (CC BY-2.0)Albatrospaartjes en het nageslacht
De reuzenalbatros legt om de twee jaar slechts één enkel ei. Een jonkie is pas na meer dan een jaar geheel zelfstandig om voedsel te kunnen vangen. Dit belemmert de snelheid waarmee de soort zich kan voortplanten waardoor de soort bedreigd wordt. Het mannetje en vrouwtje blijven nadat hun nageslacht is geboren hun gehele leven bij elkaar. Ze kunnen in totaal meer dan 40 jaar oud worden.
Leeftijd
Wetenschappers hebben ontdekt dat de leeftijd van het mannetje bepalend kan zijn voor de snelheid waarmee het nageslacht leert vliegen en onafhankelijk zijn. De exemplaren van het mannelijk geslacht zijn namelijk meer verantwoordelijk voor het voeden van het nageslacht. Dit heeft mogelijk te maken met het feit dat mannelijke albatrossen fysiek wat sterker zijn. Deze exemplaren kunnen verder vliegen en kunnen het voedsel sneller bij het nageslacht brengen. Oudere (mannelijke) albatrossen hebben echter meer moeite met het leveren van voldoende voedsel waardoor het effect kan hebben op de groei en ontwikkeling van het nageslacht. Hierdoor verlaten zij het nest pas in een later stadium. De jonkies zijn in dit geval namelijk pas later volgroeid waardoor de overlevingskans een stuk minder is.