De mooie voorjaarsmestkever
Als dieren niet zacht en knuffelbaar zijn, dan kijken we nog eens goed naar een dier om te kijken of we het wat vinden. De voorjaarsmestkever is zo’n klein diertje dat we gemiddeld genomen niet echt toejuichen. Toch is die voorjaarsmestkever, als je het kleine beestje goed bekijkt, eigenlijk een heel mooi beestje. Wat weten we over dit beestje en wat is zijn ‘rol’ in het dierenrijk?
De voorjaarsmestkever
De voorjaarsmestkever noemen we ook wel de bosmestkever. Hij komt uit de familie van mestkevers, ofwel Geotrupidae. Het is waarschijnlijk de bekendste mestkever in Nederland en omliggende gebieden. De voorjaarsmestkever komen we in grotere delen van Europa en zelfs in Azië tegen. Hij behoort tot de insecten, maar is samen met de torren ’anders’. De voorvleugels hebben zich bij deze insecten tot harde schilden gevormd.
De voorjaarsmestkever wordt weleens vergelijken met de gewone mestkever, Geotrupus spiniger. Maar als je goed kijkt, ziet deze mestkever er toch echt anders uit. Deze mestkever is meer gedrongen gebouwd. Het schild van de voorjaarsmestkever is veel gladder, er zitten nauwelijks groeven in, hij is ook wat boller van vorm en hij is iets kleiner dan de gewone mestkever (circa 5 mm, deze mestkever wordt niet groter dan zo’n 20 mm).
De kleur is tegen zwart aan, vaak heeft deze kever een metaalkleurig blauw of groenachtige parelmoerkleur. De poten zijn stevig en behaard, want ze moeten goed kunnen graven in de grond. Ze graven overigens minder diep dan de gewone mestkever. Grappig genoeg zijn de tasters voor op de kop maar klein, maar vaak met een oranjeachtig puntje. De voorjaarsmestkever wordt ook nog weleens vergezeld door meeliftende kleine parasiterende roofmijten. Dit is zichtbaar door de kleine bruine puntjes op het lichaam. De voorjaarsmestkever is verhoudingsgewijs een krachtig diertje, maar zodra deze op de rug komt te liggen, dan is het meestal gedaan met het diertje.
Van larf tot kever
Eitjes worden ondergronds gelegd in de trechtervormige tunnels en tussen de ingegraven voorraad mest (mestkamers). Het is voedsel voor de vraatzuchtige larven. Als de eitjes een voor een gelegd zijn, worden de tunnels met grond afgesloten en de larven hebben pakweg tien maanden nodig om zich tot kevers te ontwikkelen. Zo wordt ieder eitje apart gelegd om zich te ontwikkelen. Larven overwinteren om in het vroege voorjaar te kunnen ontpoppen en zo kunnen de kevers uit de grond kruipen. De volwassen kever is van april/mei tot en met oktober zichtbaar in de natuur.
Is dit diertje gevaarlijk?
Hoewel het beestje klein is, zou het al levende tussen mest gevaarlijk kunnen zijn voor de mens, althans dat wordt wel eens beweerd. Strikt genomen zal je als gezond mens niet ziek worden als je een dergelijke mestkever oppakt. Maar het blijft natuurlijk mest waar het diertje zich tussen begeeft en via die weg kan er wel besmetting door bacteriën en andere (micro)organismen plaatsvinden. Zeker als je bijvoorbeeld open wondjes hebt. De kans is echter niet heel erg groot, dus echt alarmerend is het niet.
Wat is het leefgebied?
Overal in Europa of Azië waar je de voorjaarsmestkever tegenkomt leeft deze bij voorkeur op zanderige gronden zoals de duinen, verstuivingen of heidevelden. Toch vinden we deze mestkever ook in de bossen en langs de randen van bossen. De mestkever gaat daar waar de runder- en paardenmest hem brengt. Bij voorkeur droge mest, want van verse vlaaien houdt de voorjaarsmestkever niet echt.
Wat is de 'rol' van de voorjaarsmestkever?
Menigeen vindt het maar moeilijk te beseffen dat ieder dier wel een rol heeft in zijn of haar leven. Voor de mestkever is dat zeker de bijdragen die het diertje levert aan het verwerken van de mest tot de humusvorming in de bodem. Daar spelen ze een essentiële rol in.
Er is weleens een berekening op losgelaten. Het zou in de praktijk betekenen dat het grondverzet bij enkele soorten mestkevers, waaronder de voorjaarsmestkever, wel honderden kilo's per hectare per jaar bedraagt.
Tot slot
De voorjaarsmestkever is een mooi en nuttig diertje dat je op de voor de mens minder prettige plekken tegen zult komen, mesthopen. Maar dan wel bij voorkeur oude droge mesthopen. De voorjaarsmestkever draagt bij aan het hebben en houden van gezonde grond.