Dieren EHBO: Eerste hulp voor vogels
Het verenkleed is erg gevoelig en is meestal een afspiegeling van de gezondheidstoestand van de vogel. De veren moeten glad aangesloten en helder van kleur zijn. Voor aandoeningen van het verenkleed bestaan een groot aantal oorzaken.
Vangen van een ontsnapte vogel
- Sluit onmiddellijk alle deuren en ramen.
- Laat de deur van de vogelkooi open. Soms komt de vogel vanzelf weer in de kooi terug, het is tenslotte zijn eigen ‘thuis’.
- Verwarm het vertrek. De vogel wordt dan rustiger en kan meestal gemakkelijk gepakt worden.
- Als de vogel vrij in huis rondvliegt, moet u hem eerst naar de plaats waar de kooi staat proberen te drijven. Als hij steeds blijft vliegen zal hij vermoeid raken en willen uitrusten. Na een poosje kunt u de vogel dan pakken en in de kooi terug zetten.
- Ook kunt u een net of dunne doek over de vogel gooien. Deze manier van vangen is Vrij gemakkelijk en veilig.
Aandoeningen van het verenkleed
Het verenkleed is erg gevoelig voor eiwitgebrek en is meestal een afspiegeling van de gezondheidstoestand van de vogel. De veren moeten glad aangesloten (niet opgezet) en helder van kleur zijn. Voor aandoeningen van het verenkleed bestaan een groot aantal oorzaken.
De rui (verlies van veren) vindt in de natuur met een vaste regelmaat plaats, maar door de kunstmatige atmosfeer binnenshuis, waar temperatuur en licht geregeld worden, wordt het natuurlijke ritme verstoord en kan de rui volgens een heel ander patroon gaan verlopen. voliërevogels krijgen meestal een zeer matige voeding en ze paren zelden. Al deze factoren zijn van invloed op de veertooi.
Het verenpikken of -uittrekken kan veroorzaakt worden door psychologische factoren, parasieten, voedingsdeficiënties of hormonale stoornissen. Door olie kleven de veren samen en verliezen daardoor hun isolerend vermogen. Een met olie besmeurde vogel zal zodoende snel afkoelen en sterven.
De behandeling
- Stel vogels niet te lang aan kunstlicht bloot. Laat ze gaan slapen als de zon ondergaat.
- Verbeter de voeding door dagelijks een multi-vitaminepreparaat door het drinkwater te geven; hang een inktvisskelet, wat oesterschelpen of een zoutblokje in de kooi en breng wat variatie in het voedsel aan. Afhankelijk van de soort vogel die u hebt kunt u rozijnen, pindakaas en eieren geven evenals verschillende soorten zaden, vruchten, groenten, granen en zelfs vlees.
- Vermijd mogelijke psychologische factoren door de vogel een ruime kooi te geven (voor meer lichaamsbeweging); ook belletjes, speelgoed of eventueel een tweede vogel erbij, kunnen voor voldoende afleiding zorgen. Het geluid van radio of televisie kan ook een gunstige invloed hebben, evenals het verplaatsen van de kooi naar bijvoorbeeld een ander vertrek in huis. Dit kan een eenzame vogel soms weer opvrolijken.
- Verhinder het verenpikken door gedurende enkele maanden een papieren koker of kraag om de nek van de vogel te bevestigen.
- Ga naar de dierenarts voor een goede behandeling tegen luizen, vlooien en mijten. Deze ziet u als kleine witte, grijze of rode stipjes op de veren, kooiwand of zitstokken bewegen.
- Behandel olieslachtoffers op de hieronder beschreven wijze.
Olieslachtoffers
Deze meestal in het wild levende vogels raken onderkoeld, verhongeren, komen in shock en ondervinden de schadelijke uitwerking van de olie. Zelfs een klein plekje olie op de borstveren kan al een aanzienlijk warmteverlies tot gevolg hebben doordat de veren hun isolerende vermogen kwijtraken.
Eerste hulp voor olieslachtoffers
Houd de lichaamstemperatuur van de vogel op peil; dit is van levensbelang. Zet de vogel in een kleine kartonnen doos met een zachte warme lap of andere bekleding op de bodem.
Maak zo mogelijk gebruikvan een warmte bron. U kunt bijvoorbeeld een plastic of glazen fles met heet water vullen en bij wijze van kruik in de doos leggen.
Breng de vogel zo snel mogelijk naar een speciaal opvangcentrum voor olieslachtoffers (als het om een in het wild levende vogel gaat) of naar een dierenkliniek, want er is een uitgebreide behandeling nodig om de patiënt te redden. Er zijn speciale injecties noodzakelijk om de shock en de ondervoeding, die meestal bestaan, te bestrijden.
Gebruik nooit chemische oplosmiddelen, zoals alcohol, ether, enz. Deze verwijderen inderdaad de olie, maar zijn erg gevaarlijk voor de vogel. Maak in noodgevallen gebruik van een verdunde vloeibare zeepoplossing. Als de vogel schoongewassen is, spoelt u hem met ruim water af en droogt hem door middel van ‘warme lucht (gebruik een haardroger).
Omdat er door de wasbeurt nog wel eens complicaties optreden, kan het volledige herstel enkele weken in beslag nemen. Met een goede veterinaire begeleiding mag men verwachten dat 50 procent van de olieslachtoffers herstelt.
In het wild voorkomende vogels
De meeste in het wild voorkomende vogels zijn door de wet beschermd, zodat ze niet in gevangenschap — dus als huisdier — gehouden mogen worden. Jachtopzieners en boswachters kunnen u inlichten over deze wetten en weten vaak veel van de verzorging van allerlei in het wild voorkomende dieren. In het algemeen moet u een moederloos of verlaten dier, waar u het ook vindt, in zijn eigen omgeving laten. Als er duidelijke verwondingen bestaan en er medische hulp nodig is kunt u volgens de volgende richtlijnen te werk gaan.
Eerste hulp bij verwondingen
Zet een jonge vogel, indien mogelijk, in het nest terug.
Als dit onmogelijk is, moet u hem op een donkere warme (29°C) plaats zetten om hem rust te geven.
Voer een verzwakte vogel met een oogdruppelaartje Geef hem ieder uur 1/4 tot 1 theelepel van het volgende mengsel: 1 theelepel suiker, opgelost in 5 theelepels van het volgende mengsel: 1 theelepel suiker, opgelost in 5 theelepels water of eiwitrijke magere melk. Als de vogel zelf niet wil of kan eten, kunt u met een smal reepje karton of een stokje met een afgerond uiteinde elk uur wat zacht voedsel in de bek van de vogel stoppen. Geef het dier met behulp van een pipet elk uur water. Als de vogel aansterkt gaat hij meestal weer zelf eten, hetgeen een hoopgevend teken is.
Als men deze vogels langer dan een paar dagen verzorgt, is er speciaal voedsel en een speciale deskundigheid vereist, maar voor noodgevallen kunt u het hieronder genoemde voedsel geven.
Het hoofdvoedsel van in het wild levende vogels bestaat uit vlees of uit graansoorten. Als vlees kunt u biefstuktartaar, gekookte kip, hardgekookte eieren, blikvlees voor honden en levende insekten (bijv. meelwormen) geven. Als granen neemt u bijvoorbeeld bambix (pap voor babies), brinta, havermout, allemaal in droge vorm, fijngemaakte cornflakes of tarwemeel. Ook kunt u gepelde zonnebloempitten, pinda’s, vruchten (geen citrusvruchten) en bessen geven. Voer fruit-etende vogels met geweekte krenten en rozijnen, andere vruchten (geen citrus) of bessen. Roof vogels herstellen het snelste als men ze pasgedode kuikens of muizen voert. Grote watervogels kan men hele vissen geven. Kleine watervogels voert men met de hierboven genoemde vleessoorten, vermengd met rauwe eidooier. U moet watervogels in of bij water zetten; ze kunnen dan hun eigen eetgewoonten aannemen en hun uitwerpselen lozen.
Voor zaadeters vermengt u vleesvoeding met graanvoeding, in de verhouding van 1 deel vlees op 5 delen graan. Voor insekteneters is de verhouding 1 deel vlees op 2 delen graan. U kunt wat rijpe banaan aan deze mengsels toevoegen om de consistentie te verbeteren en de voedingswaarde te verhogen.