De wasbeerhond: een exotisch roofdier
De wasbeerhond behoort tot de hondachtigen en lijkt veel op de gewone wasbeer. Oorspronkelijk komt hij uit Oost-Azië, maar tegenwoordig komen ze ook voor in delen van Europa. In Nederland wordt het beschouwd als een exoot en wordt hij als schadelijk gezien. Met zijn korte poten en gedrongen lichaam is hij ongeveer net zo groot als een vos en hij leeft het liefst in de buurt van rivierdalen, bij voorkeur in vochtige loofbossen en gemengd bos met een dichte ondergroei. Hij zal zich niet gauw laten zien en kan zich goed verstoppen.
Algemeen
De wasbeerhond
(Nyctereutes procyonoides) wordt ook wel marterhond genoemd. Het is een roofdier dat valt onder de hondachtigen. Oorspronkelijk komt hij uit Oost-Azië, maar tegenwoordig komen ze ook voor in delen van Europa. In de jaren vijftig van de vorige eeuw werden uitgezet in West-Rusland als jachtdier voor hun pels, maar nu komen ze ook voor in het noorden en oosten van Europa. In Nederland en België zijn ze zeldzaam en in Duitsland zijn ze zich flink aan het uitbreiden. Zijn naam heeft deze hondachtige te danken aan het uiterlijk dat veel weg heeft van een wasbeer.
Uiterlijk
Hij heeft wat weg van een hond, waarbij zijn poten kort zijn en het lichaam wat gedrongen. Ook lijkt hij veel op een wasbeer. Dat komt door zijn typische donkere masker om zijn ogen en gerande oren. Ook lijkt zijn donkere volle staart op die van een wasbeer. Hij heeft een beige-bruine vacht met zwarte vlekken aan de zijkant en op de rug. Zijn poten en buik zijn donkerbruin. Een volwassen wasbeerhond is ongeveer zo groot als een vos en weegt gemiddeld tussen de vijf en acht kilo. In de herfst groeit zijn ondervacht, waardoor hij er in de wintermaanden forser uitziet. In de maanden mei en juni wordt de vacht vervangen door een dunnere zomervacht. De wasbeerhond is groter dan de wasbeer en is hier ook niet aan verwant.
Voedsel
Een wasbeerhond is een nachtdier en hij eet gevarieerd. Hij eet onder andere vlees zoals knaagdieren, amfibieën, reptielen, vissen, insecten en vogels. Maar hij lust ook wel plantaardig voedsel zoals vruchten, noten, wortels, eikels en knollen. Verder eet hij afval en aas. Hij zoekt zijn voedsel vooral langs oevers en past zijn voedsel aan het seizoen van het jaar aan. In de winter eet hij vooral knaagdieren en aas en in de zomer vooral vis, kikkers, insecten en vogels. In de herfst legt hij een extra vetlaag aan, zodat hij flink in gewicht aankomt. Dit heeft hij nodig om de winter door te komen.
Winterslaap
In koude streken houdt hij mogelijk een winterslaap, maar normaal gesproken houdt de wasbeerhond een rustperiode in de maanden van december tot in april. Wanneer het niet zo koud is, zal hij zijn rust onderbreken en actiever zijn. Gedurende de winter is hij inactief en hij behoudt gewoon zijn lichaamstemperatuur.
Leefgebied
Ze leven in paren of kleine groepen met de jongen van het vorige nest. Vaak zoeken ze een hol van een ander dier zoals van een vos of ze maken een hol op een verborgen plekje. Ze vertonen geen territoriumgedrag en er is nog niet veel bekend over hun gedrag in het wild. Paren willen nog wel eens hun territorium verdedigen, maar vaak hebben ze een zwervend bestaan over grotere afstanden. Wasbeerhonden leven graag in bossen in de buurt van rivierdalen. Ook komen ze voor op grazige vlakten, in de buurt van meren en in landbouwgebieden. Bij voorkeur leeft hij in een vochtig loofbos en gemengd bos met een dichte ondergroei.
Sociaal gedrag
De wasbeerhond is monogaam en in gevangenschap hebben ze een vaste plek waar ze allemaal hun behoefte doen. Ze eten samen en gaan banden aan met soortgenoten. Ze zorgen voor elkaars welpen en hij is vooral ’s nachts actief. Net zoals bij de hond geldt, roepen bepaalde geuren zoals urine een bepaald gedrag op. Hij zal de zijkant van zijn kop langs de plek wrijven als hij wat ruikt.
Voortplanting
Ze paren in februari en maart en in april en mei worden de jongen geboren. Gemiddeld worden er tussen de vijf en acht welpjes geboren, maar het kunnen er ook slechts twee zijn of zelfs negentien. Na 25 tot 30 dagen gaan de jongen vast voedsel eten en na acht weken worden ze gespeend. Beide ouders zorgen voor de jongen en meestal verlaten de jongen in september het ouderlijk woongebied. Sommige jongen vertrekken pas na de winter. Na negen tot elf maanden zijn de jongen geslachtsrijp. In de natuur worden ze meestal niet ouder dan twee tot drie jaar, terwijl een wasbeerhond in gevangenschap wel tot elf jaar kan worden. Onder de welpen is de sterfte groot, meer dan de helft overlijdt.
Bedreiging
In Nederland is de wasbeerhond een exoot en daarom wordt hij als bedreigend gezien. Hij wordt niet beschermd en er mag op gejaagd worden. Zijn vestiging bij ons wordt gezien als concurrentie van inheemse roofdieren die hun voedsel en woonplaats moeten delen. De wasbeerhond heeft naast de mens de wolf als vijand.