Het vreemde vogelbekdier
Het vogelbekdier is een bijzonder zoogdier, want het is één van de weinige eierleggende zoogdieren. Het leeft in Australië en is dan ook alleen daar te zien. De eieren worden uitgebroed. Natuurlijk is het dier bekend van Phineas en Ferb. Perry speelt hier een hoofdrol als geheim agent. De snavel van dit beestje is kenmerkend, want dit is het enige zoogdier met een snavel. Eigenlijk is het een vrij gek, raar, vreemd en bijzonder dier.
Inhoudsopgave
Het vogelbekdier is een eierleggend zoogdier. Het vogelbekdier is daarmee één van de vijf eierleggende zoogdieren, alle andere eierleggende zoogdieren zijn mierenegels. Samen met de mierenegels behoort het vogelbekdier tot de cloacadieren. Dit zijn zoogdieren met kenmerken van reptielen. Het vogelbekdier heeft als enige zoogdier een snavel, een echt unicum dus. Hij gebruikt zijn snavel voor de jacht. Hij wroet er de aarde mee om, zodat hij zijn voedsel kan vinden: ongewervelde dieren.
Kenmerken van elk cloacadier en daarmee ook het vogelbekdier zijn:
- Melkvelden, de melk stroomt op het lichaam, waarvandaan het opgelikt moet worden
- Eierenleggend
- Ze hebben een cloaca
- Een korte kop, kleine ogen en korte poten
- Tien geslachtshormonen
- Ze zijn giftig
Vogelbekdieren hebben net zoals andere zoogdieren melkklieren, maar die werken iets anders. De meeste zoogdieren hebben twee melkklieren, terwijl het vogelbekdier er een heleboel heeft. De melk moet dan ook door de jongen van de huid worden gelikt, wat vrij handig is, omdat het jong nu niet hoeft te zoeken.
Iets opmerkelijks is dat het vogelbekdier giftig is. Zijn gifklieren zit vlakbij zijn achterpoten. Bij beide achterpoten zit één gifstekel. Dit gebruikt het vogelbekdier als verdediging tegen eventuele roofdieren. Zo zijn ze minder kwetsbaar, waardoor ze een grotere kans hebben om te overleven. Daarnaast gebruiken ze het in de strijd om de vrouwtjes. Een mannelijk vogelbekdier probeert zijn rivaal te steken en zo het vrouwtje voor zich te winnen. Opmerkelijk is dat wel beide geslachten de stekel hebben, maar dat deze alleen bij de mannetjes ook giftig is, alhoewel dit waarschijnlijk is vanwege de strijd tussen mannetjes. Toch zijn vrouwtjes hierdoor kwetsbaarder, wat in evolutionair opzicht niet gunstig is.
Ontdekking, cultuur en geschiedenis van het vogelbekdier
In 1788 kwamen de eerste mensen, Engelsen, in aanraking met het vogelbekdier. Dit gebeurde in Nieuw-Zuid Wales. George Shaw gaf dit beestje uiteindelijk de Engelse naam "platypus" vanwege zijn platte voeten - wat platypus in het Grieks betekent. Eerst was niet duidelijk of het vogelbekdier nou een soort vogel was, een reptiel, een zoogdier of iets heel anders. Ze konden er niet uit komen en wisten het simpelweg niet. Uiteindelijk is er bepaald dat het toch een zoogdier is, op basis van zijn huid, vacht en melkklieren.
Het vogelbekdier is belangrijk in de Aboriginal-cultuur. Vogelbekdieren zouden bij geen enkele soort echt horen, want het zou een kruising zijn tussen een eend en een beverrat. Toch wilden ze ergens bij horen, maar ze konden maar niet bepalen of ze bij de vogels, de waterdieren of de landdieren wilden horen. Uiteindelijk besloot het vogelbekdier dat hij uniek is en nergens bij hoeft te horen, want hij hoeft niet in hokjes en vakjes te passen. Aboriginals aten ook vogelbekdieren door op ze te jagen. Jagen op vogelbekdieren was vrij simpel, omdat ze niet heel erg snel zijn en ze tevoorschijn komen tijdens de schemering. Daarnaast zijn ze niet heel erg snel en behendig, dus ze waren een makkelijke prooi.
Levenswijze en verspreiding van het vogelbekdier
Vogelbekdieren leven overdag op het droge en in de avond en nacht in het water. Overdag slapen ze voornamelijk en vangen ze soms wat eten, terwijl ze 's nachts altijd druk bezig zijn met eten vangen en andere nuttige dingen. Ze houden geen winterslaap, maar rusten wel altijd overdag uit. Verder leven alle vogelbekdieren alleen, behalve in de paartijd. In de paartijd wil het wel eens voorkomen dat er meerdere vogelbekdieren samen worden waargenomen. Alhoewel dit ook gewoon kan voor komen als het water erg rustig is en er voldoende voedsel te vinden is.
Vogelbekdieren eten ongewervelde dieren. Ze wroeten in de bodem van een meertje en eten dan de ongewervelde dieren op. Hiervoor is hun snavel een ideaal instrument, omdat deze vrij groot is, maar wel goed te besturen is voor het vogelbekdier. Het zijn dus echte roofdieren, terwijl men vaak verwacht dat juist deze dieren niet jagen.