Het vogelbekdier, zoogdier en een beetje vogel en reptiel
Dit is het meest wonderlijke zoogdier op aarde. In mei 2008 verscheen een samenvatting van het DNA onderzoek door een internationaal team. Dit onderzoek bevestigde de bijzondere positie van dit dier als zoogdier met kenmerken van reptielen en vogels. Verder bleek dat de mond die eruit ziet als een eendensnavel, een zeer bijzonder orgaan is.
Een practical joke
Het vogelbekdier is beslist het meest eigenaardige zoogdier op aarde. Toen het in 1798 voor de wetenschap werd ontdekt en daarna opgestuurd naar het Brits Museum, dachten de geleerden in Londen aan een practical joke. Men ging ijverig op zoek naar lijm en naaigaren, omdat het er naar uit zag dat een grapjas een stukje zoogdier zorgvuldig had opgetuigd met een eendensnavel en zwemvliezen. Maar nee, dit dier bestond en bestaat echt: een buideldier met een eendensnavel, het vogelbekdier. Het dier is zo groot als een flinke bisamrat, heeft een donkergekleurde vacht als een gewoon zoogdier, poten met zwemvliezen, kleine oogjes en dan een grote snavel die lijkt op de snavel van eend. Maar die gelijkenis met een eendesnavel is oppervlakkig, zoals straks blijkt. Het vogelbekdier is warmbloedig en de jongen worden gevoed met moedermelk afkomstig uit melkklieren zoals bij alle zoogdieren, daarom wordt het dier ingedeeld in de klasse mammalia (zoogdieren). In mei 2008 werd onderzoek naar het volledige DNA van een vogelbekdiervrouwtje wereldkundig gemaakt. Hieruit bleek dat 80% van de genen gedeeld werden met andere zoogdieren, maar dat het DNA ook stukken bevatte die kenmerkend zijn voor vogels en reptielen en niet voor zoogdieren. Dit zijn een paar opvallende kenmerken die doen denken aan vogels en reptielen:
- Het mannetje van het vogelbekdier heeft een soort gifangel aan de achterpoot. Dit lijkt op slangengif (reptieleigenschap).
- Het dier legt eieren in een ondergronds hol, net als reptielen.
- De eieren komen uit dezelfde lichaamsopening waar ook de geslachtsdelen, de urinebuis en de anus op uitkomen (net als bij vogels en reptielen).
- Poten met zwemvliezen die lijken op de poten van watervogels.
- Een mond zonder tanden en leerachtige bek die lijkt op snavel van een vogel.
Niet meer bedreigd
Het dier komt voor in kleine watertjes en beekjes in de oostelijke helft van Australië en op Tasmanië. Het ging jarenlang slecht met het vogelbekdier. Het werd een bedreigde diersoort. Al in 1905 werd het dier wettelijk beschermd, maar dat hielp aanvankelijk niet erg. Tot ongeveer 1950 was er nog veel illegale jacht op het vogelbekdier, waarvan de dichte vacht een geliefd soort bont was. Verder is het dier gevoelig voor waterverontreiniging en verdronken zij vaak in visnetten. En dan het goede nieuws: het gaat nu beter met het vogelbekdier. Sinds 1996 staat het dier niet meer als bedreigde diersoort op de rode lijst van de internationale natuurbescherming (IUCN). In de omgeving van Melbourne worden vogelbekdieren tot in de buitenwijken waargenomen, dankzij betere zuivering van afvalwater en andere beschermingsmaatregelen.
Vogelbekdier getoond door zoöloog bij Barwonriver (Geelong, Australië) / Foto: Creative Commons, TwoWings 10/02/2008 /
Bron: TwoWings, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)Waarom zie je nooit een vogelbekdier in de dierentuin?
Vogelbekdieren zijn heel moeilijk te houden. In Australië in de buurt van Melbourne is een grote dierentuin, eigenlijk meer een wildpark (
Healesville sanctuary) vergelijkbaar met het natuurpark bij Lelystad, waar vogelbekdieren in gevangenschap worden gekweekt. Het eerste resultaat was er al in 1943, kennelijk puur geluk, want een tweede succes werd pas in 1998 behaald en daarna volgden er meer. Sinds 2003 lukt het ook in een natuurpark in Sydney (
Taronga Zoo).
Geen primitief dier
Je zou kunnen zeggen dat het vogelbekdier een levend fossiel is, een schakel (missing link) tussen reptielen en zoogdieren. Maar het is zeer ondoordacht om nu levende dieren een levend fossiel te noemen. Het is een belediging want ieder dier dat nu leeft is het resultaat van een lange evolutie. De evolutie gaat altijd door. Je kunt hoogstens zeggen dat bij het vogelbekdier de ontwikkeling op een paar punten -zoals manier van voortplanten- is blijven steken. De snavel is niet zo maar een eendensnavel, maar een wonder van vernuft. Dit orgaan kun je vergelijken met de radarschotel van een AWACvliegtuig, een high tech instrument, waarmee het zijn prooien opspoort. De snavel bevat uiterst gevoelige sensoren voor electriciteit. Alle levende wezens zenden onbewust elektrische signalen uit. Dit is geen hokuspokus, het heeft niets te maken met aura's of energievelden waarin sommige mensen heilig geloven. Nee dit is pure wetenschap: spieren worden aangestuurd door elektrische pulsjes en deze veroorzaken een elektromagnetisch veld. Het vogelbekdier is het enige dier dat met deze minieme hoeveelheid informatie iets kan doen. Onderzoek aan de speciale cellen in de snavel en aan de 'bedrading' in de hersenen heeft aangetoond dat we hier te maken hebben met een zeer geavanceerd systeem van hardware en software. Uit de 'bedrading' blijkt namelijk dat in de hersenen de informatie uit de elektromagnetische velden slim combineren met informatie die het dier via andere sensoren krijgt bij aanraking.
Vergelijk het maar met een spionagevoertuig dat de geringste beweging en uitzendactiviteit van de vijand kan opvangen en interpreteren. In deze richting heeft de evolutie zich bij dit dier ontwikkelt, en daarom is de term levend fossiel of missing link volstrekt misplaatst.