De mierenegel en de evolutie van de zoogdieren

Dit zijn alle nog levende eierleggende zoogdieren:
Mierenegelfamilie- (Gewone) Mierengel, Tachyglossus aculeatus , Australië, Nieuw Guinea
- Gewone vachtegel, Zaglossus bruijni, Nieuw Guinea
- Zwartharige vachtegel, Zaglossus bartoni, New Guinea
- Long-beaked echidna, Zaglossus attenboroughi, New Guinea
Vogelbekdierfamilie (1 lid)
- Vogelbekdier, Ornithorhynchus anatinus, Australië
Mierenegels zijn wonderlijke zoogdieren. De naam is misschien verwarrend, want het is in elk geval geen egel ook al lijken ze daar oppervlakkig op. Zij hebben ook stekels, een spitse snuit , maar ze zijn groter en zwaarder en zij hebben een totaal andere ontwikkelingsgeschiedenis. Egels zijn gewone insectenetende zoogdieren die ook in Nederland voorkomen. De mierenegel is een eierleggend zoogdier uit Australië en Nieuw Guinea. Mierenegels hebben ook niets te maken met miereneters, want dat zijn ook gewone zoogdieren, verwant aan de luiaard en die komen alleen in Zuid-Amerika voor. Zoogdieren die eieren leggen zijn heel bijzonder, en daarvan zijn er maar heel weinig: vier soorten die lijken op de mierenegel en dan nog het vogelbekdier. Deze vijf bijzondere diersoorten gunnen ons een kijkje in de manier waarop de zoogdieren afstammen van eierleggende dieren die nog heel erg op reptielen leken, 180 miljoen jaar geleden.
Nieuwe soort recent ontdekt
Kort geleden is een nieuw soort vachtegel ontdekt en die kreeg de wetenschapgelijke naam Zaglossus attenboroughi. Nederlanders speelden een rol bij deze ontdekking. In 1961, toen Nederland nog gezag uitoefende op westelijk Nieuw Guinea (West Papua), werd dit dier verzameld door een plantkundige. Hij vond het dier in het Cyclopsgebergte in de buurt van wat toen Hollandia (nu: Jayapura) heette. Het dier werd opgezet, naar Nederland gestuurd en opgeborgen met een verkeerde naam in het museum voor natuurlijke historie, het latere Naturalis in Leiden. Meer dan 35 jaar later herontdekten de Australische biologen Tim Flannery (een beroemdheid in Australië!) en Colin Groves dit dier en beschreven het in 1998 als een nieuwe soort voor de wetenschap. De wetenschappelijke naam is een eerbetoon aan sir David Attenborough , de bekende presentator van BBC natuurdocumentaires. In 2007 zijn biologen op dezelfde plek gaan kijken en werden er sporen ontdekt van het dier. Het is de kleinste soort vachtegel met een snuit van 7 cm lengte. Gewicht 2-3 kg, andere vachtegels zijn groter en zwaarder (PM: onze eigen egel weegt 0,3 tot 1,5 kg).Nog drie andere soorten
Dan zijn er nog twee soorten vachtegels: de gewone vachtegel (Zaglossus bruijni) en de zwartharige vachtegel (Zaglossus bartoni) . De gewone vachtegel heet naar de negentiende-eeuwse Nederlandse koopman en verzamelaar A.A. Bruijn. Hij was de eerste Europeaan die het dier onder de aandacht van de westerse wetenschap bracht. Vachtegels zijn groter dan de mierenegel. De gewone vachtegel is 45 tot 77 cm lang, de zwartharige kan groter en zwaarder worden. Het dier heeft een lange snuit die twee keer zo lang is als zijn kop. Dit dier komt vooral voor in westelijk Nieuwe Guinea (West Papua) en het eiland Waigeo tussen Sulawesie en Nieuw Guinea. De zwartharige vachtegel leeft meer in het oostelijk deel (Papua Nieuw Guinea) en dan vooral in de bergen tussen de 2000 en 3000 m. Dit dier kan tot 1 m lang worden en en 10 kg wegen. De vachtegel is een insectenetend nachtdier dat overdag ondergronds verblijft. Overdag rust hij in een hol, 's nachts gaat hij eropuit, op zoek naar ongewervelde dieren. Een vrouwtje legt één of meer eieren van ruim anderhalve centimeter lengte. Die draagt ze mee in een buidel. Na acht dagen kruipt het jong uit het ei en dat jong voedt zich met melk. Daarom zijn het zoogdieren, hoewel de moeder geen echte tepels heeft, maar gebieden in de huid met melkklieren waarvan het jong de melk likt. Na tien dagen wordt het jong te groot voor de buidel en verblijft dan in het hol, waar de moeder regelmatig langs komt om het jong te zogen.Dan is er nog de ‘gewone’ mierenegel (Tachyglossus aculeatus). Dit dier is relatief klein, 30 tot 45 cm en weegt 2 tot 5 kg (nog steeds zwaarder dan de gewone egel). Het dier komt door heel Australië voor en in het zuidwesten van Nieuw Guinea. Het dier is geen bedreigde diersoort, maar heeft wel te lijden van jacht (in Nieuw Guinea), vernietiging van de leefomgeving en de introductie van gebiedsvreemde roofdieren en parasieten.