Aftekeningen van een paard
De identiteit van een paard wordt vastgesteld aan de hand van uiterlijke kenmerken. Een belangrijk uiterlijk kenmerk zijn de aftekeningen. Aftekeningen zijn kleurafwijkingen in de vacht en kunnen voorkomen op lichaam, hoofd en benen.
Bij het opmaken van het signalement van het paard is de nauwkeurige beschrijving van de aftekeningen belangrijk. Daarom is het van belang om hiervoor de correcte termen te gebruiken.
Aftekeningen van het hoofd
De aftekeningen op het hoofd kunnen op het voorhoofd, neus en lippen voorkomen. Soms loopt de aftekening door tot in een neusgat, dit wordt indringend in neusgat genoemd. Een aftekening die vanaf het voorhoofd tot de bovenlip loopt wordt een doorlopende bles genoemd en een aftekening die boven- en onderlip en beide neusgaten omvat wordt een melkmuil genoemd.
Aftekeningen op voorhoofd en neus
Een witte aftekening op het voorhoofd en eventueel doorlopend over de neusbrug wordt een bles genoemd. Een kleine witte vlek op het voorhoofd wordt een sterretje of kol genoemd. Er zijn vele aftekeningen mogelijk en deze worden per vorm ingedeeld. In afbeelding 1 worden alle aftekeningen van het hoofd weergegeven. Soms is een bles zo onregelmatig gevormd dat er meer duidelijkheid gegeven moet worden over de vorm: een onregelmatige bles, eindigend in smalle bes en indringend in linker neusgat.
Aftekeningen op neus en lippen
Een witte aftekening op de neus wordt een sneb genoemd. Vaak komen een bles en sneb samen voor maar alleen een sneb is ook mogelijk.
Aftekeningen op neus en lippen /
Bron: Sara Sander, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Van linksboven naar rechtsonder:
- bles
- smalle bles
- bles indringend in rechterneusgat
- onregelmatige bles
- onderbroken bles
- melkmuil
- sneb
- enkele witte haren
- sterretje
- kol
- druipkol
- onregelmatige kol
- cirkelvormige kol
- geen aftekening
Aftekeningen op de benen /
Bron: Sara Sander, Wikimedia Commons (Publiek domein)Aftekeningen op de benen
Aftekeningen aan de benen komen heel vaak voor bij paarden en deze worden ingedeeld naar plaats van voorkomen. Niet alle aftekeningen zijn mooi symmetrisch, wanneer de aftekening aan een kant hoger is dan aan de andere kant wordt dit links of rechts oplopend genoemd.
Van linksboven naar rechtsonder:
- witbeen
- half witbeen
- sok
- sokje
- witte kroonrand
- witte hoefbal
Niet getoond is een gelaarsd been, deze aftekening omvat de gehele voorknie of spronggewricht.
Soms komen donkere vlekken in witte aftekeningen voor, vooral op de kroonrand. Ook deze moeten bij het beschrijven van het paard in het signalement opgenomen worden.
Aftekeningen op het lichaam
Hieronder vallen alle vlekken die op het lichaam voorkomen als ook andere verkleuringen. Zo kan een paard een witte vlek op de buik of flank hebben zonder dat er elders op het lichaam andere vlekken voorkomen. Ook kunnen paarden met een bepaalde kleurschakering een aalstreep vertonen. Een aalstreep is een donkere verkleuring over de lengte van de wervelkolom, beginnend bij de schoft en eindigend bij de staart. Vaak ziet men naast een aalstreep ook een andere kleurmarkering, de zogenaamde zebrastrepen. Andere aftekeningen die niet uit witte haren bestaan maar die net zozeer bepalend zijn voor het uiterlijk van het paard zijn de zwilwratten en de haarwervels.
Zwilwratten
De zwilwratten zijn kleine hoornachtige structuren die aan de binnenkant van de benen groeien. Aangenomen wordt dat dit de rudimentaire overblijfselen van een teen zijn maar hierover is geen zekerheid. Ook over de functie van de zwilwrat is nog veel onbekend.
Haarwervels
Haarwervels zijn plekken in de vacht waar de dekharen in de tegenovergestelde richting groeien dan de andere dekharen. Dit kan overal op het lichaam voorkomen maar vaak zien we haarwervels op het hoofd.
Profet’s Thumb
Een speciale aftekening die maar zelden voorkomt is de Profet’s Thumb. Dit is een kleine indeuking in de bespiering van de hals. De oorzaak hiervan is onbekend maar het komt al eeuwen voor bij paarden. De benaming komt uit de bedoeïenencultuur en gaat terug op een oude legende.
“De profeet Mohammed wilde de trouw en gehoorzaamheid van zijn paarden uittesten en liet hen enkele dagen niet drinken. Na enkele dagen liet hij de paarden vrij in de buurt van een waterput maar voor ze het water bereikten, floot hij ze terug met zijn trompet. Slechts vijf merries kwamen zonder te drinken terug en deze merries behield hij voor zijn fokkerij. Hij drukte zijn duim in hun hals waardoor er een kuiltje ontstond dat de merries doorgaven aan hun nakomelingen.“
Nog steeds geldt dit als een bijzondere markering en bedoeïen geloven dat paarden met deze aftekening gezegend zijn. Zij geloven dat wanneer iemands duim precies in het kuiltje past, die persoon de ware eigenaar van het paard is.