Waarom dieren goed zijn voor mensen?

Het is fijn om voor dieren zoveel mogelijk aan hun natuurlijke behoeftes te voldoen. Toch is het niet gek dat mensen vaak graag een huisdier zouden willen. Niet alleen huisdieren hebben een positief effect op mensen, maar in meer situaties hebben we eigenlijk echt de hulp van dieren nodig. In dit artikel kunt u een aantal redenen vinden waarom dieren goed zijn voor de mens.

Aaien

Uit onderzoek is ook gebleken dat het aaien van dieren een positief effect heeft op kinderen met autisme. Nadat de kinderen een cavia hadden geaaid vertoonden ze socialer gedrag. Het zorgde er ook voor dat ze meer lachten in plaats van huilden en dat gezichtsuitdrukkingen van anderen beter werden opgenomen. Aaien heeft niet alleen effect op kinderen met autisme, maar eigenlijk op ieder mens. Tijdens het aaien komt het hormoon Oxytocine vrij. Dit zorgt voor een gevoel van zekerheid, intimiteit, rust en kameraadschap. Dit alles heeft ook lichamelijke effecten. Het aaien verlaagd stress en daarmee de bloeddruk en hartslag. In zorginstellingen en bij therapie wordt er dan ook steeds meer gebruik gemaakt van dieren. Patiënten hebben na het aaien van dieren vaak minder slaapmedicatie nodig en reageren beter op medicatie.

Ritme

Een huisdier zorgt voor ritme in het leven. Vooral bij een hond is het uiteraard van groot belang dat hij/zij meerdere keren per dag wordt uitgelaten. Het is een verantwoordelijkheid die zorgt dat mensen er ook echt elke dag uit zouden moeten gaan. Als u met de hond buiten aan het wandelen bent zult u wellicht ook af en toe worden aangesproken door andere mensen met honden. Zo maakt u vaker een praatje en helpt de hond deels ook om uit een sociaal isolement te komen. Als u minder vaak thuis bent of de verantwoordelijkheid voor een hond is te groot kunt u uiteraard ook kiezen voor een ander dier. Deze zorgt wellicht niet voor meer aanspraak, maar er blijft altijd een ritme en verantwoordelijkheid over. Ten slotte zult u ten alle tijden voor uw dier moeten zorgen.

Hulphond en geleidehond

Hulphonden zijn er om mensen met een lichamelijke beperking of therapeutische behoeften te helpen. De geleidehond is er om mensen die slechtziend of blind zijn te helpen. Zo hebben deze mensen de kans om meer zelfstandig te leven en om zonder hulp van andere mensen over straat te kunnen gaan. Sommige honden worden opgeleid als signaleringshonden. Een hond kan zijn baas al een half uur voor een epileptische aanval waarschuwen. De hulp- en geleidehonden geven zo ook een groot gevoel van veiligheid.

Dieren bij de politie

Om de orde te handhaven worden er ook vaak dieren ingezet. Zo maakt de politie gebruik van paarden om bijvoorbeeld grote groepen mensen uit elkaar te drijven en beter overzicht te hebben op situaties. Bij dezelfde situaties worden er ook vaak honden ingezet. Deze honden zijn getraind om te bijten en los te laten op commando. De hond is te voet veel sneller dan de mens en zou eventueel vooruit kunnen rennen om een crimineel te pakken. Honden worden niet alleen bij gevaarlijke situaties ingezet, maar ook bij speurwerk naar bijvoorbeeld drugs of andere verboden middelen of bij het opsporen van mensen. Momenteel wordt er onderzoek gedaan of ratten een deel van dit werk over kunnen gaan nemen. Ratten kunnen makkelijk in kleine ruimtes en hebben ook een zeer goed reukvermogen.

Proefdieren

Proefdieren worden al tijden niet meer gebruikt om cosmetica te testen. Toch worden proefdieren nog altijd ingezet voor onder andere het testen van behandelingen tegen ziektes en om wetenschappelijke reden voor de groei van belangrijke kennis. Proefdieren zijn levende gewervelde dieren. Het zouden dus heel veel diersoorten kunnen zijn, maar de meest gebruikte is de rat. Er mogen niet zomaar proeven op dieren gedaan worden. Het kan ten slotte voorkomen dat een dier zal lijden of misschien het onderzoek niet zal overleven. Een proefdier wordt altijd op drie criteria beoordeeld:

• Vervanging - een proefdier mag enkel gebruikt worden als er echt geen andere manier is om antwoord te krijgen op de onderzoeksvragen
• Vermindering - een dierproef moet gedaan worden met zo min mogelijk dieren
• Verfijning - de proef moet op zo'n manier worden uitgevoerd dat het dier het minste te lijden heeft