Gezondheid: Therapie met gebruik van dieren
Het klinkt vreemd en wellicht ook weer niet. Want therapie met gebruik van dieren gebeurt eigenlijk in de dagelijkse praktijk al zo vaak. Meestal zonder dat we ons er echt bewust van zijn. Maar wat is nu de therapeutische waarde van dieren en hoe werkt het?
Onze rol in samenhang met dieren
Hoewel we zelf inmiddels relatief ver van het dierlijke staan, hebben we wel een nauwe band met dieren en hebben dieren graag om ons heen. Niet voor niets dat er miljoenen katten, honden, konijnen, paarden en vogels in onze nauwe omgeving leven. Het is een vast onderdeel geworden van ons leven.
En zonder het te weten gebruiken we onze dieren ook als therapeut, want het is zo prettig om tegen het dier aan te praten. Het dier is blij je te zien en blijft geduldig bij je, ook als jij je vervelende verhaal aan het vertellen bent. Hij of zij luistert naar je, laat zich graag aaien, wil graag met je spelen, is gek op wandelingen maken en de liefde en trouw zijn onvoorwaardelijk. Voor velen is het huisdier dan ook een volwaardig lid van het gezin.
Hoe werkt het?
Officiële therapie met dieren bestaat, men noemt het TAD, Therapie met Assistentie van Dieren. De dieren, honden, katten, konijnen, vogels, knaagdieren en paarden, worden ingezet bij het upgraden van de psychische, lichamelijke of sociale welbevinden. In overleg met de cliënt wordt er ter ondersteuning een dier betrokken bij de behandeling en worden er afspraken gemaakt met betrekking tot opdrachten die mensen krijgen als onderdeel van het gehele proces.
De aandoeningen waarvoor het toegepast kan worden is sterk uiteenlopende, te weten
- gedragsstoornissen
- trauma’s
- depressies
- angststoornissen
- autisme
Natuurlijk gaat de therapeut de “normale” behandeling in, maar zal daar het dier in die zin bij betrekken dat je het dier als uitlaatklep moet gebruiken. Waar een partner, familielid of vriend wellicht niet alles te horen krijgt, kan het dier een luisterend oor zijn. Je hoeft hier immers net bang te zijn dat de onvoorwaardelijke liefde voorwaardelijk blijkt te zijn. Het dier is er altijd en overal, heeft geen verborgen agenda en stelt geen vragen waar je liever (nog) geen antwoord op geeft. Maar liefst 95% van de mensen met een huisdier praat er tegen.
Regelmaat
Verder geeft het dier je een regelmaat die altijd goed is, maar zeker als je in therapie bent. Als je geestelijk niet op je sterkst bent, dan is met de gordijnen dicht thuiszitten een reële optie. Maar met een hond moet je naar buiten, de kat eist aandacht op, het konijn wil ook wel een uit zijn hokje en geknuffeld worden en het paard wil je dragen. Het geeft je een duwtje om wat te ondernemen en naar buiten te gaan.
Kinderen
Kinderen hebben een nog sterkere band met het dier, want menig kind gebruikt het dier als een soort dagboek en kan hier gemakkelijker het verhaal kwijt dan ouders of zelfs een therapeut.
Stress
Los van therapie is het aaien van dieren erg rustgevend gebleken (het hoofd wordt leeg tijdens het proces), helpt het uitermate goed tegen stress en kan het een positieve invloed hebben op het proces tegen hoge bloeddruk.
Wat vinden de dieren?
Dieren zijn primair en willen aandacht. Maar waar men inmiddels ook achtergekomen is, is dat dieren bij het aaien ook een hormoon aanmaken, namelijk oxytocine. Het is een hormoon wat barende vrouwen ook aanmaken en heeft met binding te maken, het wordt ook wel het knuffelhormoon genoemd.
Dieren maken dit dus ook aan en hieruit blijkt dat dieren de aanraking prettig vinden en de band met degene die aait versterkt wordt. Naast de binding werkt het hormoon ook rustgevend en kalmeert. Voor mens en dier dus goed.
Een dier is geen mens
Hoewel we soms geneigd zijn een dier menselijke kenmerken toe te dichten, een dier is geen mens. Maar dat neemt niet weg dat je een dier wel degelijk kunt betrekken bij de therapie, maar dan gewoon als dier en niet als mens. Maar het samenspel heeft een duidelijk toegevoegde waarde voor de therapie … naast het feit dat een dier in je omgeving gewoon leuk is.